online les zinsontleding en HZ/BZ

Grammatica
- zinsontleding (zinsdelen) (pv, ow, wg, lv en mw), vandaag
- woordsoorten (woord voor woord) (lw, bn, zn, ww, pers vnw, bezit vnw en vw), volgende les
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Grammatica
- zinsontleding (zinsdelen) (pv, ow, wg, lv en mw), vandaag
- woordsoorten (woord voor woord) (lw, bn, zn, ww, pers vnw, bezit vnw en vw), volgende les

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

De hond geef ik een schop

Slide 3 - Diapositive

Die stapel rapporten hebben we geschreven voor de directeur.

Slide 4 - Diapositive

Enkelvoudige zin = één persoonsvorm

Samengestelde zin = twee of meer persoonsvormen

Slide 5 - Diapositive

Samengestelde zin
– De gemeenteraad heeft besloten dat de kleine dorpsschool wordt opgeheven als het leerlingenaantal nog verder zal teruglopen.

– De gemeenteraad had besloten dat de kleine dorpsschool werd opgeheven als het leerlingenaantal nog verder zou teruglopen.

Slide 6 - Diapositive

Hoofdzin (HZ) en Bijzin (BZ)
Hoofdzin
Onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar; er passen (bijna nooit) andere zinsdelen tussen.
De persoonsvorm staat voor in de zin: als eerste of tweede zinsdeel.
Bijzin
Tussen onderwerp en persoonsvorm kúnnen wel andere zinsdelen staan (bijvoorbeeld het woordje 'niet').
De persoonsvorm staat vaak achter in de zin.


Slide 7 - Diapositive

Een samengestelde zin kan bestaan uit:
- twee of meer samengevoegde hoofdzinnen (hoofdzin + hoofdzin);

- een hoofdzin met een of meer bijzinnen erin (bijzin + hoofdzin);

- een of meer hoofdzinnen met een of meer bijzinnen erin (hoofdzin + hoofdzin + bijzin).

Slide 8 - Diapositive

Welke uitspraak is waar? 
A Een samengestelde zin bevat één of meer persoonsvormen.
B In een bijzin staat de persoonsvorm vaak op de eerste of tweede plaats.
C In een hoofdzin staan onderwerp en persoonsvorm naast elkaar; er kunnen geen
andere zinsdelen tussen staan. 

Slide 9 - Diapositive

Welke zinnen zijn samengestelde zinnen? 
A ‘We stonden te juichen met z’n allen.
B Het liefst waren we op de stoelen geklommen, maar daar was het uitreikingsgala iets
te deftig voor.’
C Nathalie van Koot van het Wereld Natuur Fonds (WNF) wordt opnieuw blij als ze erover vertelt.
D Het WNF kreeg samen met de Zuid-Afrikaanse Peace Parks Foundation een dikke veertien miljoen euro van de Nationale Postcode Loterij.
E Van Koot: ‘Nu kunnen we neushoorns gaan inspuiten met gif.’
F ‘Pardon’, zei ze, ‘gif’?

timer
2:00

Slide 10 - Diapositive

Is het onderstreepte gedeelte van de volgende zin een hoofdzin of een bijzin?
Grammatica woordsoorten
Formuleren

Slide 11 - Diapositive

Is het onderstreepte gedeelte van de volgende zinnen een hoofdzin of een bijzin?
Zwitserland ligt in het hart van Europa, maar het wijkt in veel opzichten af van andere Europese landen.
A hoofdzin
B bijzin

Slide 12 - Diapositive

Wat is van de volgende zin de juiste structuur?
Ga je mee naar de film vanavond of heb je al andere plannen?
A hoofdzin + hoofdzin
B hoofdzin + bijzin
C bijzin + hoofdzin

Slide 13 - Diapositive

Wat is van de volgende zinnen de juiste structuur?
Als u even geduld hebt, dan regelt mijn collega het direct voor u.
A hoofdzin + hoofdzin
B hoofdzin + bijzin
C bijzin + hoofdzin

Slide 14 - Diapositive

Volgende week dinsdag online les
Grammatica woordsoorten
Formuleren

Slide 15 - Diapositive