20200416 Toets persoonlijke en bedrijfshygiëne

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Persoonlijke en bedrijfshygiëneeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met persoonlijke hygiëne?
A
Verzorging van lichaam en kleding
B
Verzorging van werkplek en werkomgeving
C
Rekening houden met collega's
D
Verzorging van grondstoffen en producten

Slide 4 - Quiz

Wat verstaan we onder voedselveiligheid?
A
Het product moet goed zijn om te consumeren
B
Het product mag geen schade of ziekte veroorzaken
C
Het product moet voldoen aan de eisen van de consument
D
Het product moet voldoen aan de eisen die de warenwet stelt

Slide 5 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met bedrijfshygiëne?
A
Verzorging van lichaam en kleding
B
Verzorging van werkplek en werkomgeving
C
Rekening houden met collega's
D
Verzorging van grondstoffen en producten

Slide 6 - Quiz

Van welk thema bestaat er geen zorgsysteem?
A
Productkwaliteit
B
Voedselveiligheid
C
Werkplezier
D
Milieukwaliteit

Slide 7 - Quiz

Wat verstaan we onder YOPI's?
A
Young, Old, Pregnant, Infants
B
Young, Old, Pregnant, Immuno-Compromised
C
Young, Old, Poor, Immuno-Compromised
D
Young, Old, Sick, Immuno-Compromised

Slide 8 - Quiz

Situaties waarbij de consument opzettelijk wordt misleid doorat hij/zij op basis van etiket en productnaam iets anders krijgt dan wat hij/zij denkt te kopen, noemen we?
A
Voedselveiligheid
B
Voedselverdediging
C
Voedselkwaliteit
D
Voedselfraude

Slide 9 - Quiz

Een voorbeeld van een besmettingsbron door het productieproces is...?
A
Vieze materialen
B
Rauwe grondstoffen
C
Verkeerde routing
D
Slechte persoonlijke hygiëne

Slide 10 - Quiz

Een voorbeeld van een besmettingsbron door transport en opslag is?
A
Kruisbesmetting
B
Onjuiste opslagtemperatuur
C
Chauffeur die zich netjes aan de regels houdt
D
Vieze materialen

Slide 11 - Quiz

Wat is de beste manier van handen wassen?
A
Handen nat maken, inzepen, wassen, afspoelen, afdrogen met handdoek
B
Handen nat maken, inzepen, wassen, afspoelen, afdrogen met papier
C
Handen nat maken, inzepen, wassen, afspoelen, afdrogen met papier, desinfecteren
D
Handen nat maken, inzepen, wassen, afspoelen, afdrogen met handdoek, desinfecteren

Slide 12 - Quiz

Hoe moeten producenten zorgen voor een veilig product?
A
Bedrijven moeten beschikken over een voedselveiligheidssyteem
B
Bedrijven kunnen werken volgens de HACCP-methodiek
C
Bedrijven moeten het systeem laten controleren door de NVWA
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 13 - Quiz

Noem de zes groepen besmettingsbronnen en geef bij elke groep een voorbeeld.

Slide 14 - Question ouverte

Overdruksysteem om micro-organismen buiten de zone te houden
Doel van deze zone is om gevaren naar een hogere zone te verminderen
Geen extreme hygiënemaatregelen
HIGH-CARE
MEDIUM-CARE
LOW-CARE

Slide 15 - Question de remorquage

Geef een voorbeeld van kruisbesmetting.

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het doel van een hygiënesluis tussen de afdelingen?

Slide 17 - Question ouverte

Geef twee veel voorkomende voorbeelden van voedselfraude.

Slide 18 - Question ouverte

Noem twee maatregelen die bedrijven kunnen nemen om hun voedsel te verdedigen.

Slide 19 - Question ouverte

Wat betekend HACCP ?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive