Aujourd'hui, elle vend Hier, ......................... (passé composé)
Slide 30 - Question ouverte
Aujourd'hui, je réussis Hier, ......................... (passé composé)
Slide 31 - Question ouverte
Aujourd'hui, nous parlons Hier, ......................... (passé composé)
Slide 32 - Question ouverte
Aujourd'hui, ils perdent Hier, ......................... (passé composé)
Slide 33 - Question ouverte
C'est fini!
Kon je de juiste vormen maken van de 3 soorten werkwoorden?
Ken je de stam van elk werkwoord bij de 6 tijden?
Ken je alle uitgangen van de 6 tijden?
Je moet de stammen en de uitgangen echt uit je hoofd kennen, dus net zo lang leren/stampen totdat je ze foutloos uit je hoofd op kunt dreunen of op kunt schrijven!