2.2 Schaduwen

Vandaag
Herhalingsvragen
paragraaf 2
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
Herhalingsvragen
paragraaf 2

Slide 1 - Diapositive

Zet de kleuren op de goede volgorde van het spectrum

Slide 2 - Question de remorquage

Een regenboog bevat alle kleuren. Hoe noem je deze reeks kleuren?
A
Spectrum
B
Kleurenboog
C
Plectrum
D
Lichtreeks

Slide 3 - Quiz

Een voorwerp weerkaatst alleen de kleur of kleuren die je ziet
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Welke lichtbronnen zijn direct en welke indirect. Sleep het antwoord naar de goede plek
directe lichtbron
indirecte lichtbron
Zon
maan
brandende lucifer
kaars
lamp

Slide 5 - Question de remorquage

Is de maan een natuurlijke lichtbron?
A
Nee, het licht wordt diffuus teruggekaatst op de maan
B
Nee, een kunstmatige lichtbron
C
Nee, het licht spiegelt op de maan
D
Ja, de maan schijnt

Slide 6 - Quiz

Wat zijn natuurlijke lichtbronnen?
A
Vuurvliegje en bliksem
B
Zon en Maan
C
Gloeilamp en spiegel
D
Zon en gaslamp

Slide 7 - Quiz

Wat is geen natuurlijke lichtbron
A
Vuur
B
Bliksem
C
LED
D
Zon

Slide 8 - Quiz

Afspraken?

H6 licht: 6.2 Schaduwen

Slide 9 - Diapositive

Vandaag
Wat is een schaduw
Hoe ontstaat een schaduw?
Hoe teken je een schaduw?

half en kernschaduw
zonsverduistering en maansverduistering

Slide 10 - Diapositive

0

Slide 11 - Vidéo

licht is een rechte lijn

Slide 12 - Diapositive

Lichtbundels
Wat is een lichtbundel?
Een lichtbundel bestaat uit een groep lichtstralen 
die dezelfde kant uitgaan

Slide 13 - Diapositive

Soorten lichtbundels
  • Evenwijdige lichtbundel:  Lichtstralen gaan niet uit elkaar.
  • Divergente lichtbundel:  Lichtstralen bewegen uit elkaar  
  • Convergente lichtbundel:  Lichtstralen bewegen naar elkaar toe

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Schaduw
Lichtstralen gaan altijd rechtuit.
 Daarom zijn schaduwlijnen ook altijd recht.  








Je kunt bepalen waar licht en schaduw is door lichtstralen te tekenen die van het lichtpunt langs een voorwerp gaan.

Slide 16 - Diapositive

Onthouden
De grootte van de schaduw hangt af van van de plaats van 
  1. de lichtbron
  2. het poppetje
  3. het scherm

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Kernschaduw en Halfschaduw (ook wel: Bijschaduw)
Als een lichtbron niet een punt is ontstaat er een kern schaduw en een halfschaduw. 

De Kernschaduw is het gedeelte achter een voorwerp waar helemaal geen licht van de lichtbron komt. 

De halfschaduw is het gebied waar een deel van het licht komt en waar een deel wordt tegengehouden.

Slide 20 - Diapositive


Maansverduistering    

Slide 21 - Diapositive

Zonsverduistering

Slide 22 - Diapositive

Maansverduistering

Slide 23 - Diapositive

zonsverduistering
de maan staat tussen de aarde en de zon 
hierdoor komt de schaduw van de maan op de aarde terecht

Slide 24 - Diapositive

Een maansverduistering ontstaat doordat ...
A
de maan tussen de zon en de aarde komt te staan
B
de zon tussen de aarde en de maan komt te staan
C
de aarde tussen de zon en de maan komt te staan

Slide 25 - Quiz

Een zonsverduistering ontstaat doordat ...
A
de maan tussen de zon en de aarde komt te staan
B
de zon tussen de aarde en de maan komt te staan
C
de aarde tussen de zon en de maan komt te staan

Slide 26 - Quiz

Aan de slag
  • Wat: Lees en maak hoofdstuk 6.2 (opgaven: 1 t/m 11 blz. 70 t/m 70) 
  • Hoe: 20 min zelfstandig werken, daarna mogen jullie overleggen. 
  • Hulp: Nova boek / Docent 
  • Tijd: Tot 10.20 uur  . 
  • Uitkomst: 1t/m 11 af 
  • Klaar: Maak test jezelf van H6.2         
timer
20:00

Slide 27 - Diapositive


Een lamp hangt aan het plafond en staat aan (afbeelding 4). Het licht van de lamp schijnt op het plafond.
Teken drie lichtstralen die van de lichtbron naar het plafond gaan.
Maak een foto van jouw werkblad en lever het hierin.

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive


Een parasol staat onder een lantaarn. Als de lamp brandt, zorgt de parasol voor een schaduw.
a. Teken vanuit de lamp de twee randstralen, die de rand van de parasol raken.
b. Teken op de grond de schaduw van de parasol met een rechte, blauwe lijn.
c. Kleur onder de parasol het deel waar geen licht van de lamp komt grijs.

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive