hoofdstuk 2 the selfisch gene

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

hoofdstuk 2 the selfisch gene

Wat wordt bedoeld met de term "replicator" volgens Richard Dawkins?

1. Organismen die zich snel voortplanten
2. Genen en genvarianten die zichzelf kunnen reproduceren.
3. Individuen die zichzelf kunnen kopiëren.

Wat is het belangrijkste verschil tussen dragers en replicators volgens Dawkins?

1. Dragers zijn levende organismen, replicators zijn dode moleculen.
2. Dragers kunnen zichzelf reproduceren, replicators kunnen dat niet.
3. Dragers zijn de dragers van replicators, maar replicators zijn de genetische informatie zelf.

Welk voorbeeld gebruikt Dawkins om het concept van een replicator uit te leggen?

1. DNA-moleculen.
2. Auto's.
3. Vogels.

Wat is de centrale boodschap van hoofdstuk 2 volgens Dawkins?

1. Organismen zijn belangrijker dan genen.
2. Gentiteiten die de voortplanting van zichzelf bevorderen.enen zijn zelfzuchtige
3. Voertuigen zijn cruciaal voor de overleving van genen.

Hoe beschrijft Dawkins de relatie tussen genen en dragers?

1. Genen zijn volledig afhankelijk van dragers.
2. Dragers zijn de manifestatie van genen.
3. Genen en dragers hebben geen onderlinge relatie.

Wat is de rol van natuurlijke selectie volgens Dawkins in de verspreiding van replicators?

1. Het bevordert de overleving van individuen.
2. Het selecteert voertuigen met de beste eigenschappen.
3. Het bevordert de verspreiding van replicators die zichzelf effectief kunnen repliceren.

Wat is het "zelfzuchtige" aspect van genen?

1. Genen zijn egoïstische entiteiten die niet samenwerken.
2. Genen bevorderen voornamelijk hun eigen replicatie, zelfs als dat ten koste gaat van het individu.
3. Genen hebben geen zelfzuchtige eigenschappen.

Waarom vergelijkt Dawkins genen met een "zelfzuchtig" virus?

1. Genen kunnen ziekten veroorzaken.
2. Genen kunnen zichzelf snel verspreiden en vermenigvuldigen.
3. Genen hebben geen vergelijkbaarheid met een virus.

Hoe gebruikt Dawkins het begrip "meme" in relatie tot replicators?

1. . Een vorm van biologische replicatie.
2. Een culturele replicator die ideeën en gewoonten verspreidt.
3. Een type gen dat specifiek gericht is op sociale interactie.

Wat bedoelt Dawkins met "het lange-afstandseffect" bij replicators?

1. Replicators die over grote afstanden kunnen reizen.
2. Het vermogen van replicators om over generaties heen invloed uit te oefenen.
3. De snelheid waarmee replicators zich verspreiden.

Wat is het verschil tussen de "reproductieve succes" en "overlevingssucces" van een organisme volgens Dawkins?

1. Reproductief succes verwijst naar het overleven van een individu, terwijl overlevingssucces verwijst naar het aantal nakomelingen.
2. Overlevingssucces verwijst naar het vermogen van een organisme om zich voort te planten, terwijl reproductief succes verwijst naar het overleven van nakomelingen.
3. Deze termen worden door Dawkins als synoniemen gebruikt.

Wat bedoelt Dawkins met het idee van "geslachtsloze replicators"?

1. Replicators die zichzelf kunnen klonen zonder voertuigen.
2. Organismen die zich voortplanten zonder seksuele voortplanting.
3. Genen die geen rol spelen bij de voortplanting.

Hoe drukt Dawkins het belang van de genen uit in vergelijking met individuele organismen?

1. Genen zijn slechts een klein onderdeel van individuele organismen.
2. Individuele organismen zijn belangrijker dan genen.
3. Genen zijn de "meesters" en individuele organismen zijn de "dienaren."

Wat is het concept van "immortaliteit" in relatie tot genen?

1. Genen hebben het vermogen eeuwig te leven.
2. Genen kunnen zichzelf oneindig repliceren in opeenvolgende generaties.
3. Genen hebben geen concept van onsterfelijkheid.

Hoe beschrijft Dawkins de rol van concurrentie tussen genen?

1. Genen concurreren om de gunst van individuele organismen.
2. Genen concurreren om zichzelf te repliceren en te verspreiden.
3. Concurrentie tussen genen heeft geen invloed op evolutie.

Wat bedoelt Dawkins met de term "segregatie" in het proces van genetische replicatie?

1. Het gescheiden houden van verschillende genen in individuele organismen.
2. Het proces waarbij genen worden gescheiden tijdens de celdeling.
3. De isolatie van genen van elkaar tijdens de voortplanting.

Waarom beschrijft Dawkins genen als "blinde horlogemakers"?

1. Genen hebben geen bewustzijn of doelgerichtheid, maar evolueren door blind toeval.
2. Genen hebben de capaciteit om complexe structuren te bouwen zonder bewustzijn.
3. Genen zijn vergelijkbaar met horlogemakers in hun precieze aanpak van evolutie.

Leg het begrip "genetische determinisme" uit zoals beschreven door Dawkins.

1. Het idee dat genen de enige bepalende factor zijn voor gedrag en eigenschappen.
2. Het geloof dat genen bepalen welke individuen zich voortplanten.
3. Genetische determinisme is niet besproken in hoofdstuk 2.

Wat bedoelt Dawkins met het idee dat organismen "overlevingsmachines" zijn?

1. Organismen hebben een intrinsiek vermogen om te overleven.
2. Organismen zijn ontworpen voor het repliceren van genen.
3. Overlevingsmachines zijn een concept dat niet wordt besproken in het boek.

Hoe illustreert Dawkins het idee van een "evolutionaire boom" en wat vertegenwoordigt het?

1. De evolutionaire boom toont de diversiteit van genen in verschillende organismen.
2. Het vertegenwoordigt de gemeenschappelijke afstamming van alle levende organismen.
3. De evolutionaire boom symboliseert de parallelle evolutie van verschillende genvarianten.