Spelling en formuleren 2

Spelling en formuleren 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Spelling en formuleren 

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning
  • Voorkennis ophalen
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Afsluiten 

Slide 2 - Diapositive

Wat is een samenstelling?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is een samengestelde zin?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is een voegwoord?

Slide 5 - Question ouverte

Woordvolgorde
Welke regels zijn er?

Slide 6 - Diapositive

Voegwoorden en, maar en want betekent dat de persoonsvorm en het onderwerp naast elkaar in de zin staan
Gisteren was ik vrij, want de leraren hadden een studiedag.

Slide 7 - Diapositive

Bij andere voegwoorden zoals omdat, als en terwijl  hoeven de persoonsvormen en de onderwerpen niet naast elkaar
Gisteren was ik vrij, omdat de leraren een studiedag hadden.

Slide 8 - Diapositive

Als het voegwoord vooraan in de zin staat, gebruik dan na de komma de volgorde persoonsvorm- onderwerp.
Voordat de les begint, drink ik eerst nog een kopje koffie.

Slide 9 - Diapositive

Tussenletters
om een goede samenstelling te maken

Slide 10 - Diapositive

De tussenletters
-en-
gebruik je:
Als het eerste woord alleen een meervoud heeft op -en:

Bananenschil, paardensport

Slide 11 - Diapositive

De tussenletter 
-e-
gebruik je:

Als het eerste woord geen mv heeft: rijstepap

Als het eerste woord geen zelfstandig naamwoord is: huilebalk
Als het eerste woord gaat over iets waar maar 1 van is: zonnecel.

Bij een versterkende betekenis: reuzegroot

Als het eerste woord een meervoud heeft op -s: gemeenteraad

Slide 12 - Diapositive

De tussenletter
-s-
gebruik je:

Als je de -s- hoort en de -s- in dezelfde soort samenstellingen voorkomt.
Stadstuin -> stadscentrum


Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
Wat -> opdrachten op blz 8, 9 en 10
Hoe -> zelfstandig samen
Hulp -> buurman/buurvrouw of meneer Koster
Tijd -> 20 minuten
Uitkomst -> alle opdrachten af
Klaar -> Verder werken

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive