Aanvankelijk lezen def

Aanvankelijk lezen 
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieHBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

Aanvankelijk lezen 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Na deze workshop
heb je ervaren hoe het is om te leren lezen; 
kun je uitleggen wat het doel van leren lezen is;
kun je verschillende leesvormen inzetten in groep 3; 
heb je handvatten gekregen om te ondersteunen in het leesonderwijs

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt bedoeld met aanvankelijk lezen?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Fasen in aanvankelijk lezen (en spellen)
Fase 1: de klankzuivere fase
Fase 2: de niet-klankzuivere fase

Slide 4 - Diapositive

Doel van leren lezen is om zo snel en zo goed mogelijk leren begrijpen wat je leest (Van Koeven&Smits, 2024). 
Leestechniek is een middel dat leerlingen helpt om teksten te ontcijferen.
Duur: 6 tot 12 weken. Op scholen 1 jaar. 
Leesonderwijs moet efficiënt zijn. In het begin zijn alle leerlingen gemotiveerd. Worden er na 3 maanden te weinig vorderingen gemaakt dan verliezen leerlingen enthousiasme. Oefeningen worden saai. 
Duurt het langer om de leeshandeling te beheersen dan kan er faalangst ontstaan en wordt lezen vermeden. 
Daarom snel de leestechniek aanleren en onmiddellijk intensieve hulp inzetten. 
Fase 1 of de klankzuivere fase
Lezen van klankzuivere woorden:
woord zien ->onderscheiden tekens -> klanken aan tekens koppelen -> woord verklanken

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Wat lees je hier? 
Denken: alleen
Delen: overleg in tweetallen
Uitwisselen: met de groep 

Trainer deelt oefenblad uit en ieder mag gaan decoderen. 

Grafemen en fonemen

Slide 7 - Carte mentale

Wat zijn grafemen en fonemen?
Grafemen: letters en lettercombinaties <a>, <b>, <ch>
Fonemen: klanken

Let op: in het Nederlands kan een letter meerdere klanken hebben, zoals a als <ah> en <aa>
Een klank kan aan meerdere letters worden gekoppeld, zoals de <t>klank in paard en in pot.

Slide 8 - Vidéo

Filmpje als optie. Duurt vrij lang en is ingesproken door een mevrouw uit Vlaanderen. 
Kan zelfstandig worden bekeken. 
Dus...deelvaardigheden aanvankelijk lezen
Klanktekenkoppeling
Auditieve analyse
Auditieve synthese

Slide 9 - Diapositive

Losse deelvaardigheden oefenen is geen goed idee. 
Fase 1 duurt tot alle letters zijn aangeleerd (in methodes tot M3). 
Doelen:
correct benoemen van een groot deel van de aangeboden letters;
semi-fonetische spelling met de aangeboden letters;
interesse voor boeken;
correct decoderen van nieuwe mkm-woorden (klankzuiver).

Eerste doel: goed tot decoderen komen, nog geen nadruk op tempo. 

Leerkracht doet daarnaast:
Veel voorlezen (doorgaande lijn prentenboekentaal);
dagelijks voorlezen kinderboeken met rijke taal: ook voor ontwikkeling leesbegrip. 

Oefenen met letters
  • bied letters, klanken en woorden altijd samen aan en oefen minimaal 2 x 10 minuten per dag;
  • multisensorieel aanbieden van letters, bijv. dmv het klankgebarenalfabet
  • Betrek emoties en humor (breinleren) mbv Spreekbeeld (Vonk, 2004) of alfabetboeken
  • lezen van zoveel mogelijk mkm- woorden
  • letters als b en d niet los aanbieden, zeg tijdig voor. Lees deze letters in woorden en zinnen
  • letters oefenen in werkboekjes en flitsen van losse letters en woorden heeft geen zin
  • eigen productie laten maken rondom de geleerde letters 
  • letters schrijven
  • werkboekjes leiden niet tot leren lezen
  • zuinig omgaan met materialen

Slide 10 - Diapositive

Flitsen is een toetsende activiteit. Zwakke leerlingen gaan niet leren door het flitsen. 
Fase 2 of de niet-klankzuivere fase
Tot leerlingen teksten met een- en tweelettergrepige woorden kunnen lezen (E3)
Doel: zelfstandig en enthousiast boeken lezen
Door middel van (naast de methode):
2 keer per dag voorlezen (oefenen begrijpend luisteren)
Zelfstandig lezen
Hardop lezen (duolezen, koorlezen, theaterlezen, etc...)
Nieuwe boeken presenteren
Leerlingen helpen kiezen uit boeken
Tijd inplannen voor vrij lezen
Boekreclames laten houden

Slide 11 - Diapositive

Steeds sneller lezen van steeds langere woorden in betekenisvolle teksten. 

Niet meer losse letters oefenen in deze fase. 

Met zwakke lezers: teksten lezen. 

Oefenen op woordniveau kan, maar in traag tempo met nadruk op decoderen + het laten schrijven van deze woorden. 

Tempo problemen: ondersteund lezen inzetten.
Kort iets over DMT en AVI:
AVI teksten lezen: altijd doortoetsen tot het hoogste instructieniveau. 

DMT: signaleringsinstrument.

Tips voor SBO:
Hanteer aangepaste instructieniveaus met minder strenge normen. 
Ondersteunen in fase 2
Leerlingen vallen uit op tempo: oefenen op tekstniveau
Aanpak: ondersteund lezen

Slide 12 - Diapositive

Ondersteund lezen is koorlezen (simultaan lezen leerkracht en leerlingen) en voorlezen door leerkracht, nalezen door de leerlingen.
Maar wij hebben een (goede) methode
Centraal staat het lezen van zo veel mogelijk letters, woorden, zinnen en teksten. 
De leerkracht bepaalt het leessucces!

Slide 13 - Diapositive

Aandachtspunten gelden vooral voor leerkrachten; hieronder wat aandachtspunten voor ondersteuners:
  • Oefen met zwakke lezers altijd letters, klanken en woorden samen, minimaal 2 x 10 minuten per dag. 
  • Multisensoreel aanbieden van letters, bijv. klankgebaren alfabet
Leesvormen in groep 3
Ondersteund lezen
Zelfstandig vrij lezen
Schrijven ter ondersteuning van het lezen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ondersteund lezen
  1. voorlezen/nalezen/papegaai lezen
  2. koorlezen
  3. duolezen

Aandachtspunten:
  • nieuw te leren letter een kleur geven (scaffolding)
  • Let op beleven en begrijpen van de tekst

Slide 15 - Diapositive

1: leerkracht leest de tekst voor, leerlingen lezen daarna klassisaal in koor. 
Leerkracht wijst leerlingen aan, leerling leest 2 zinnen, volgende leerling leest de laatstgelezen zin opnieuw (vloeiend nazeggen) en dan een nieuwe zin. 

2: leerlingen lezen tegelijk met leerkracht hardop dezelfde tekst. Iedereen oefent en zwakke lln hebben steun aan de groep. Leerkracht observeert. 

3: 2 lln van ongeveer gelijk niveau lezen om de beurt uit hetzelfde boek. Zelf leespartner kiezen werkt motiverend. 
Als het niet lukt: zelfstandig fluisterlezen.
Zelfstandig vrij lezen
Tijd inroosteren voor zelfstandig vrij lezen en
Praten over zelfgekozen boeken

Doel: leren om zelfstandig tijd te besteden met een boek

Eisen: voldoende veelzijdige en inspirerende boeken 
Rol ondersteuner: 
Rondlopen, ondersteunen door evt. zacht stukje voor te lezen

Eindig met paar minuten praten over de gelezen boeken.


Slide 16 - Diapositive

Boekencollectie bestaat uit fictie en non- fictie, prentenboeken.

Minimaal 7 boeken per leerling in de klassenbieb.
Boeken reiken verder dan AVI E3. 

Vanaf fase 2 wordt ontwikkeling van vloeiend lezen belangrijk. Gaat samen met begrijpend lezen. 

Voordeel stillezen: vergt minder tijd dan hardop lezen en er worden meer woorden gelezen. 
Schrijven ondersteunt lezen
Tip vanaf tweede helft gr. 3
schrift
titel opschrijven
zelfstandig een zin opschrijven over het gelezen boek

andere mogelijkheden:
brieven, dagboek, etc. 

Slide 17 - Diapositive

Het gaat hier niet over correcte spelling, maar over begrijpelijkheid.

Hoe kan ik het beste ondersteunen bij het oefenen van letters?
A
Ik maak een werkblad en laat dezelfde letters omcirkelen
B
Ik oefen de letters in woorden en zinnen en ondersteun met gebaren
C
Ik laat leerlingen zelf woorden maken met de geleerde letters
D
Ik ga de letters flitsen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leesaanpakken in fase 1
Connect klanken en letters (A. Smits)
BOUW! Tutorlezen (Lexima)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht: connectrijtje maken
maak een rijtje van 6 woorden
oefenen van de letter oe
doelwoorden zijn hoes en koe
oefenletter komt 3 keer in het rijtje voor
het rijtje bestaat uit bestaande woorden

Slide 21 - Diapositive

Connectrijtjes zijn bedoeld om langzaam en zorgvuldig de leeshandeling te oefenen.

Er wordt steeds 1 letter veranderd op een wisselende positie. 
Leesaanpakken in fase 2
Connect Vloeiend lezen (Smits & Braams, 2019)
  • zet in op herhaald ondersteund lezen. 
  • kan met klein groepje, en met een tutor.

Slide 22 - Diapositive

bedoeld voor leerlingen die traag decoderen, wat het automatiseren belemmert. 
Meertalige leerlingen
  • kunnen de leestechniek leren
  • hebben vaak meer en intensievere begeleiding nodig door gebrek aan woordenschat en begrip
  • veel voorlezen 
  • praten over boeken en gelezen teksten
  • rekening houden met culturele verschillen

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Naar Vloeiend lezen
Didactiek van LisT (Lezen is Top), (Houtveen et al., 2013)
  1. Aantrekkelijk boekaanbod
  2. Hardopleesaanpak tussen AVI E3 en AVI M4 in duo's 20 min./dag
  3. Stilleesaanpak vanaf AVI M4/E4 dagelijks
  4. Boekpromotie en interactie
  5. Ondersteuning

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

RALFI
voor leerlingen die na groep 4 AVI M4 nog niet hebben behaald. 
Motiverende, betekenisvolle stukken tekst (fictie) op min AVI E5/M6 niveau

Meerdere weken 100-400 woorden oefenen
Overige bladzijden worden voorgelezen of geluisterd
Leesplezier en interactie zijn belangrijk!
Opdoen succeservaringen
Niet meer inzetten wanneer AVI E4 is behaald

Slide 25 - Diapositive

RALFI staat voor
Repeated
Assisted
Level
Feedback
Interaction
RALFI-light (Smits & Braams, 2019)
Voor leerlingen in de bovenbouw met AVI M4 beheersing, met motivatieproblemen

Doel: ondersteunen van het vloeiend lezen en leerlingen te 'lanceren' in een boek
Minimaal 3 x per week 20 min. per dag
  • Serieboek dat wordt gelezen tijdens vrij lezen
  • Aandacht voor voorlezen, nalezen en praten over de tekst

Verschil: teksten worden niet herhaald. 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meer lezen?

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heeft deze workshop jou geïnspireerd?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions