W16 EN 2B U5.4 Les B

Present perfect
- filmpje
- oefenen
 woorden
- oefeningen maken
- je gebruikt de nieuwe woorden
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Present perfect
- filmpje
- oefenen
 woorden
- oefeningen maken
- je gebruikt de nieuwe woorden

Slide 1 - Diapositive

Hoe maak je de present perfect?
  • Have / has + voltooid deelwoord

  • I have lived here for ten years.

  • She has known him since 2011.

Slide 2 - Diapositive

Bekijk het filmpje op de volgende slide.

Let goed op wanneer je de present perfect hoort.


Have/has.   +   voltooid deelwoord

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord van regelmatige werkwoorden maak je door er -ed achter te zetten.
walk - walked
look - looked
kiss - kissed

Slide 5 - Diapositive

Welke zin staat in de present perfect?
A
I walked to school.
B
I have walked to school.

Slide 6 - Quiz

Het voltooid deelwoord
Let op! Als het werkwoord einidgt op een e zet je er alleen een -d achter:
dance - danced


Slide 7 - Diapositive

Welke zin staat in de present perfect?
A
I lived in Amsterdam.
B
I have lived in Amsterdam since I was 18.

Slide 8 - Quiz

Het voltooid deelwoord
Sommige werkwoorden zijn onregelmatig. Leer deze goed op bladzijde 162 van je boek!
A few examples:


hele w. w.
to have
to drive
to throw
V.T.
had
drove
threw
volt. dl.w.
had
driven
thrown

Slide 9 - Diapositive

Welke zin staat in de present perfect?
A
I've never been to America.
B
I went to America last year.

Slide 10 - Quiz

Welke zin staat in de present perfect?
A
She has a cat.
B
She has had her cat for 9 years.

Slide 11 - Quiz

?
-

Slide 12 - Diapositive

?
-
Present perfect vraag
Bij een vraag komt have/has voor aan de zin.
+
Present perfect:  
gewone zin: have/has  + volt dl. w.
Present perfect ontkenning
Bij een ontkenning :  have/has + not + volt dl. w.
I have talked to my friend.
Have I talked to my friend ?
I have not talked to my friend ?

Slide 13 - Diapositive

John and Rachel have ..... all over France and will return to Paris.

John en Rachel hebben niet heel Frankrijk over gereisd.
A
started
B
not travelled
C
travelled
D
travel not

Slide 14 - Quiz

....... Carole ....... all day and she feels tired.

Heeft Carole de hele dag gewerkt en voelt zich moe?
A
Have Carole started
B
Has Carole worked
C
Carol e has worked
D
Have Carole worked

Slide 15 - Quiz

It .... all morning and now we can't go for a picnic.

Het regent al de hele ochtend, nu kunnen we niet gaan picknicken.
A
has started
B
has worked
C
has rained
D
have rained

Slide 16 - Quiz

I have .... the house and now I would like a cup of coffee.

Ik heb het huis schoongemaakt en heb zin in koffie.
A
started
B
worked
C
travelled
D
cleaned

Slide 17 - Quiz

Hey dear, ...... you ..... your homework?

Hey lieverd, heb jij jouw huiswerk af?
A
have finished dear
B
has you finished
C
have you finished

Slide 18 - Quiz

Marcia and Paul ...... in Brazil for 10 years.

Marcia en Paul wonen niet al 10 jaar in Brazilië.
A
has lived not
B
Not have lived
C
have not lived
D
has lived

Slide 19 - Quiz

Someone has .... my laptop from my locker.

Iemand heeft mijn laptop uit mijn kluisje gestolen.
A
cleaned
B
picked
C
stolen
D
done

Slide 20 - Quiz

Maak op bladzijde 35 oefening 40.
Up load hier een foto van opdracht 40.

Slide 21 - Question ouverte

Zet de volgende zin in de present perfect:
Mary ______(live) in New York since 2005.

Slide 22 - Question ouverte

John _______(eat) too much, he has a stomach ache.

Slide 23 - Question ouverte

I _________(know) him all my life.

Slide 24 - Question ouverte

Ik snap het:
A
Helemaal
B
Helemaal niet
C
Een beetje
D
Bijna

Slide 25 - Quiz