Het schrijven van een verslag

Het schrijven van een verslag
1 / 25
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Het schrijven van een verslag

Slide 1 - Carte mentale

Doel
Aan het einde van deze les: 
- Weet je waar je op moet letten bij het schrijven van een verslag en kun je ook de inhoudsopgave in Word maken.
- Kun je zelfstandig aan de slag met het schrijven van je verslag

Slide 2 - Diapositive

Wat weten jullie al over het schrijven van
een verslag?

Slide 3 - Carte mentale

Wat beschrijf je in een verslag?
A
Achtergrond informatie over een bepaald onderwerp.
B
Je mening om anderen te overtuigen.
C
Een activiteit of gebeurtenis.
D
Een opsomming van een paar belangrijke punten.

Slide 4 - Quiz

Uit welke onderdelen bestaat een verslag volgens jullie?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Samenvattend
  • Opbouw
  • Informeren
  • Logische/chronologische volgorde
  • Interessant of leuk om te lezen

Slide 8 - Diapositive

Opbouw van een verslag
  • Titelpagina
  • Voorwoord
  • Inhoudsopgave
  • Inleiding
  • Kern
  • Conclusie
  • Bronvermelding
  • Bijlagen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een titelblad en voorblad?
Met het voorblad hoop je de lezers te prikkelen en enthousiasmeren om je verslag te lezen. Op het titelblad kun je naast de titel ook aanvullende informatie vermelden, zoals je naam en studentnummer, type document, opleiding, afdeling en onderwijsinstelling, naam van je begeleider(s) en inleverdatum

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

12

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Uit welke onderdelen bestaat een verslag?
A
Titel, inleiding en kern
B
Titel en de kern
C
Inleiding, kern en slot
D
Titel, inleiding, kern en slot

Slide 22 - Quiz

In de inleiding van een verslag staat waar het verslag over gaat. Het onderwerp benoem je pas in de kern.
A
Dat klopt.
B
In de inleiding benoem je het onderwerp, dus ook waar het verslag over gaat.
C
In de inleiding noem je alleen het onderwerp. Waar het verslag over gaat, staat in de kern.

Slide 23 - Quiz

Waarmee begint een verslag?
A
aanhef
B
titel

Slide 24 - Quiz

Wat is het DOEL van een verslag?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 25 - Quiz