KuBV - Modern - Jazz

De Cultuur van het Moderne
Jazz
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Kunst AlgemeenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte et 11 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De Cultuur van het Moderne
Jazz

Slide 1 - Diapositive

Ontstaan
Jazz ontstond in New Orleans in de jaren 30. Het waren vooral de Afro-Amerikanen die jazz maakten. Jazz ontstond uit een combinatie van meerdere muziekstijlen die al bestonden; de ragtime uit de cafés, blues en gospels uit de kerk . 

Slide 2 - Diapositive

USA: smeltkroes
Door de slavernij in en kolonisatie van de Verenigde Staten in combinatie met de komst van gevluchte kunstenaars onstaat er in de Verenigde Staten een smeltkroes van culturen.

Slide 3 - Diapositive

Blues
  • Ontstaan tussen 1860-1900
  • Vindt oorsprong in slavenmuziek → zuiden van VS, vooral in Mississippidelta, tussen Memphis en New Orleans
  • Geïnspireerd door religieuze liederen (bv gospels en spirituals) worksongs en field hollers
  • Jazz sterk beïnvloed door blues
  • Toevoeging van elektrisch versterkte instrumenten leidde tot rhythm & blues en rock-’n-roll

Slide 4 - Diapositive

Blues
Blues wordt met name gemaakt/gezongen door de Afro-Amerikanen. Het komt voort uit de liederen die de slaven zongen op de plantages. De slaven bezongen hun extreem slechte omstandigheden om door de dag heen te komen. 
In de 20e eeuw is er geen slavernij meer, maar hun leven is nog steeds ellendig en dat bezingen ze.  

Slide 5 - Diapositive

Blues kenmerken 1/2
  • Inhoud: neerslachtige karakter → afspiegeling van toenmalige zorgelijke situatie van dagelijks leven → na afschaffing van slavernij is de neger vrij, maar heeft geen rechten
  • Slepend tempo → langzame swing-beweging (subtiel uit de maat, spannende timing) met uitroepen (‘call and response’)

Slide 6 - Diapositive

Blues kenmerken 2/2
Uitvoering:
  • ‘Blue notes’ → noten die in combinatie met de begeleidingsakkoorden een spanning oproepen
  • ‘Dirty intonation’ → rauw, schrapend stemgeluid
  • ‘Glissando’ → glijdende uithalen
  • Waarom worden deze wijzen van uitvoeren gehanteerd?

Slide 7 - Diapositive

Call and Response

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

St. Louis Blues

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Ragtime: andere voorloper 
van jazz
Ragtime is een muziekvorm waar in de Afro-Amerikaanse muziek en de Europese klassiek samenkomen. Ragtime is oorspronkelijk gemaakt voor piano. De kern van het genre is “Hit the note twice”. De baspartij (op piano dus) wordt heel strak gespeeld, terwijl de hoofdmelodie daar juist ritmisch tegenin gaat. In elk geval klinkt het een beetje alsof er niet in de maat gespeeld wordt. Een voorbeeld maakt het duidelijker!

Slide 12 - Diapositive

Ragtime: kenmerken
  • De eerste vorm van vermenging →  eerste genoteerde zwarte muziek
  • Marsachtige pianomuziek met een swingende melodie 
  • Vaak gespeeld in “honky tonks”
  • Kenmerken:
  • Strakke baspartij, melodie gaat hier tegenin
  • ‘Ragged time’ → gescheurde maat (klinkt als: melodie loopt voor begeleiding uit of er juist achteraan)
  • Improvisatie

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

New Orleans: waarom daar?
  • Smeltkroes aan culturen, rassen en volkeren
  • Havenstad
  • Kroegen en pianobars: Storyville-district
  • Storyville → orkesten spelen vooral ragtime en blues
  • 1900: ‘zwarte jazz’ doet zijn intrede met collectieve improvisaties van ‘de blazers’
  • 1915: blanke orkesten imiteren deze stijl → Dixieland

Slide 16 - Diapositive

Jazz
Afrikaanse en westerse invloeden vermengen:
  • Afrikaans: ingewikkelde ritmes, improvisatie, responsoriaal
  • Europees: harmonie, melodie, vaste structuur, intrumentarium
Europese invloed komt door:
  • Franse harmoniekapellen (“fanfare”) → de koperblazers.
  • Bestuderen van: marsmuziek, musicalwijsjes, opera, klassieke muziek
Kenmerken van jazz:
  • Improvisatie
  • Swing (gebruik van de syncoop → verlegging van accenten in muziek)
  • Emotie
  • Ingewikkelde ritmische structuren

Slide 17 - Diapositive

Bekende voorbeelden:
New Orleans Rhythm Kings

George Lewis New Orleans Jazz Band

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo

Chicago

Slide 21 - Diapositive

Waarom weg uit New Orleans?
Een mislukte katoenoogst
Opheffing van Storyville

Waarom naar Chicago?
Veel opnamestudio’s, radiozenders 
Ballrooms met ‘swingfeesten’

Vanaf dit moment → makkelijk bereikbaar voor de blanke bevolking
De media 
Notatie
New Orleans-stijl blijft bestaan, maar solistische prestaties (Louis Armstrong!) worden belangrijker als onderdeel van ‘bigbands’ → Chicago-stijl

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

Porgy & Bess
George Gershwin
1935

Slide 25 - Diapositive

George Gershwin:
Wie is Gershwin? 
Joods-Russische componist
Studeerde piano
Populaire melodieën, films en Broadway-producties


Porgy & Bess 
Libretto: roman van DuBose Heyward
De eerste opvoering geen succes 

Bijzonder omdat:
Door zwarte acteurs en actrices
Onderwerp: het gewone leven in een zwarte wijk

Een verhaal van liefde, passie, moord, doodslag, eenzaamheid en wanhoop

Slide 26 - Diapositive

Muzikale kenmerken Porgy & Bess:
Doel: klassieke symfonische muziek en Amerikaanse jazz mixen
Een enorme bezetting nodig om het goed uit te kunnen voeren
Afrikaanse invloed: 
  • Andere dans
  • Bluesachtige karakter
  • Swing
Europese invloed:
  • Veel blazers
  • De vorm (opera)
  • Symfonieorkest
  • Klassiek geschoolde zang

Porgy & Bess, Summertime

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Igor Stravinsky haalt Jazz naar Europa
Stravinsky is dol op verandering 
Zijn fascinatie voor ritme bleek al in 
 ´Le Sacre du Printemps´

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Stravinsky
1940: naar Amerika → Ragtime
New Orleans jazz als uitgangspunt:
Een compositie voor elf instrumentalisten
Compositie op basis van: CIMBAAL: ‘het doet denken aan een tingeltangelpiano’.

Hij experimenteert hier duidelijk met het jazz-idioom. Wat is er nu zo Jazzy aan dit stuk?
‘Ragtime’ voor 11 instrumenten 
cimbaal
https://www.youtube.com/watch?v=0RYRAvoVlm0

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo