Hfd 8: Kwaliteitszorg

Kwaliteitszorg
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
OpslagMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Kwaliteitszorg

Slide 1 - Diapositive

Kwaliteit leveren

Daardoor blijven de klanten klant.

Afspraken over de kwaliteit kunnen gaan over de kwaliteit van het materiaal van het product, over de levering, aantallen en de plaats van aflevering. 

Waarom is het kijken naar  alleen het factuuradres niet genoeg?


Slide 2 - Diapositive

Kwaliteit bestaat ook uit het op tijd en in de juiste hoeveelheid leveren.
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar

Slide 3 - Quiz

Kwaliteitszorg kunnen bedrijven aantonen met certificaten. Twee belangrijke certificaten zijn:
A
HACCP en ISO
B
5S en NEN
C
ISO en NEN
D
Makigami en 5S methode

Slide 4 - Quiz

0

Slide 5 - Vidéo

Wat zijn verliezen in het bedrijfsproces volgens de makigami-methode?
A
Fouten maken Wachten, extra controleren
B
Aanpassen Te veel/weinig voorraad
C
Overbewerking Beweging / transport
D
Alle voorbeelden bij A,B en C zijn verliezen.

Slide 6 - Quiz

Volgens welke regels moeten bedrijven die voedsel maken, verwerken, vervoeren of opslaan werken?
A
HACCP regels
B
NEN regels
C
Eetregels
D
Versregels

Slide 7 - Quiz

Wie is voetbalfan?
Ik ben voetbalfan!
Ik ben geen voetbalfan

Slide 8 - Sondage

Speciaal voor de voetbalkenners een ezelsbrug! (Een hulpmiddel om iets te onthouden)

Hoe heet deze Belgische voetballer?
A
Memphis Depay
B
Lionel Messi
C
Cristiano Ronaldo
D
Eden Hazard

Slide 9 - Quiz

Vertel mij dan nu maar waar de afkorting HACCP voor staat!
A
Hygiene Analysis Critical Control Points
B
Hygiene And Conflicting Control Points
C
Hazard Analysis Critical Control Points
D
High Acceptance Chronological Control Points

Slide 10 - Quiz

Conserveren
Conserveren is een manier om voedsel langer houdbaar te maken. Ongewenste micro-organismen (bacteriën, schimmels, gisten, virussen) worden gedood of er wordt voor gezorgd dat ze niet groeien. 

Voorbeelden zijn: Koelen of invriezen, Drogen, 
Toevoegen van zout, suiker of zuur 
of een product in een verpakking doen.

Slide 11 - Diapositive

Gekoelde producten moeten steeds op dezelfde lage temperatuur worden gehouden om bederf te voorkomen. Van producent tot klant, moet de temperatuur laag blijven. We spreken dan van een:
A
Een koelkast
B
Gesloten Koelketen
C
Een vriezen
D
O.G. Coolio

Slide 12 - Quiz

Dat was 'm weer!

Slide 13 - Diapositive