Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les 37 + 38
1 / 54
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
54 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Persoonlijk voornaamwoord
A
hij
B
die
C
welke
D
hem
Slide 4 - Quiz
Kies het bezittelijk voornaamwoord:
A
huis
B
jouw
Slide 5 - Quiz
Kies het bezittelijk voornaamwoord:
A
jullie
B
schuur
Slide 6 - Quiz
Kies het bezittelijk voornaamwoord:
A
de
B
onze
Slide 7 - Quiz
Mijn =
Mijn
fiets is gestolen.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 8 - Quiz
Zijn dat
jouw
buren?
Jouw =
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 9 - Quiz
wij =
Wij
hebben ons vergist.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 10 - Quiz
Kan je nu met deze uitleg zelfstandig aan de slag?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 11 - Sondage
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Les 37:
- vraag 1 t/m 11
timer
15:00
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Les 38:
- vraag 1 t/m 10
Tara:
- 46: alle vragen
Klaar?
- Economie verslag afmaken
- Stageverslag afmaken
Slide 26 - Diapositive
Herhalen les 38 + oefenen
Afmaken les 38
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Sterke werkwoorden...
A
veranderen in de verleden tijd.
B
krijgen in de verleden tijd een d.
C
krijgen in de verleden tijd een t.
D
veranderen niet in de verleden tijd.
Slide 35 - Quiz
Wat zijn zwakke werkwoorden?
A
Werkwoorden die van klank veranderen in de verleden tijd
B
Werkwoorden waarbij je 't kofschip gebruikt in de verleden tijd
Slide 36 - Quiz
Bij welke werkwoorden kun je iets aan 't kofschip hebben?
A
zwak tegenwoordige tijd
B
sterk verleden tijd
C
zwak verleden tijd
D
sterk tegenwoordige tijd
Slide 37 - Quiz
Wat zie je op de afbeelding?
A
hele werkwoorden in de verleden tijd
B
werkwoorden in de ik-vorm en hij-vorm
C
werkwoorden die je niet kunt vervoegen
D
hele werkwoorden en hun stam
Slide 38 - Quiz
Onregelmatig werkwoorden. Wat is de verleden tijd van 'roepen'.
A
Roepten
B
Riepen
C
Repten
D
Riepten
Slide 39 - Quiz
Onregelmatig werkwoorden. Wat is de verleden tijd van 'fluiten'.
A
Fluitten
B
Fuitden
C
Fleuten
D
Floten
Slide 40 - Quiz
Werkwoorden in de verleden tijd met een andere klank
(zingen) Zij ... samen een lied.
A
zingen
B
zongen
C
zingt
D
zong
Slide 41 - Quiz
Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd meervoud
- komen -
A
kwammen
B
kwamen
C
komden
D
reden
Slide 42 - Quiz
De persoonsvorm in verleden tijd enkelvoud.
-blijken-
A
bleken
B
blijkten
C
blijkte
D
bleek
Slide 43 - Quiz
De persoonsvorm in verleden tijd enkelvoud.
-krabben-
A
krab
B
krabte
C
krabde
D
krabtde
Slide 44 - Quiz
De persoonsvorm in verleden tijd enkelvoud.
-hebben-
A
had
B
hadden
C
hebde
D
hebden
Slide 45 - Quiz
De persoonsvorm in verleden tijd enkelvoud.
-rusten-
A
rust
B
ruste
C
rustten
D
rustte
Slide 46 - Quiz
De persoonsvorm in verleden tijd enkelvoud.
-proberen-
A
probeerden
B
probeerte
C
probeerdden
D
probeerde
Slide 47 - Quiz
De persoonsvorm in de verleden tijd meervoud.
- verslinden -
A
verslondden
B
verslinden
C
verslindden
D
verslonden
Slide 48 - Quiz
De persoonsvorm in verleden tijd enkelvoud.
RUSTEN
A
rust
B
ruste
C
rustten
D
rustte
Slide 49 - Quiz
De persoonsvorm in verleden tijd meervoud.
-praten-
A
praten
B
praatten
C
praatte
D
prieten
Slide 50 - Quiz
De persoonsvorm in de verleden tijd meervoud
- haasten -
A
hiesten
B
haasten
C
haastte
D
haastten
Slide 51 - Quiz
De persoonsvorm in verleden tijd enkelvoud.
- drinken -
A
drinkte
B
drinkten
C
dronk
D
dronken
Slide 52 - Quiz
De persoonsvorm in verleden tijd enkelvoud.
-vieren-
A
voeren
B
voerde
C
vierde
D
voerden
Slide 53 - Quiz
Kan je nu met deze uitleg zelfstandig aan de slag?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 54 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
Les 37 & 38
Mars 2022
- Leçon avec
43 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Les 37 + 38 herhaling
Avril 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Les 37 en 38
Avril 2021
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Herhaling les 37 + 38
Mai 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Spelling persoonsvorm in de vt
Juin 2019
- Leçon avec
25 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Onregelmatige en regelmatige werkwoorden
Mai 2020
- Leçon avec
12 diapositives
par
Numo
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
Slimmer Schrijven: Pas de persoonsvorm aan!
Avril 2023
- Leçon avec
15 diapositives
A Oefenen les 37 38 45 46 53 54
Février 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2