KWT e-mail schrijven en woordsoorten 2 bb/kb

E-mail schrijven 
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

E-mail schrijven 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind je moeilijk bij het schrijven van een zakelijke e-mail?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke indeling gebruik je voor het schrijven van een e-mail?
A
Aan, onderwerp, aanhef, inleiding, kern, slot en slotgroet
B
Titel, inleiding, kern en slot
C
Adresseringen, plaats, datum, onderwerp, aanhef, inleiding, kern, slot, slotgroet

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening
Een bijlage toevoegenEen bijlage toevoegen
E-mailadres van de ontvanger
Het onderwerp van de e-mail
Beste (naam ontvanger)
Met vriendelijke groet, (eigen naam)
Het verhaal of de tekst die je in de e-mail wilt schrijven

Slide 4 - Question de remorquage

Sleep opdracht
Vraag 1.
Je stuurt een e-mail naar Max Blijham, filiaalmanager bij Jumbo. Welke aanhef zet je boven je e-mail?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord 1
Geachte meneer Blijham,


minder goed (tenzij je hem (al een beetje) kent): 

Beste meneer Blijham,

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 2.
Welke aanhef zet je boven je e-mail die je stuurt naar de technische dienst van de MediaMarkt?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord 2
Geachte meneer/ mevrouw,

of: 

Geachte heer/ mevrouw,

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 3.
Je hebt online een game besteld en het hoesje is beschadigd. Wat zet je in de onderwerpregel van je e-mail?

- waardeloze bezorging game
- beschadiging gamehoesje

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord 3
- beschadiging gamehoesje 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de eerste zin van je inleiding bij het schrijven van een zakelijke e-mail?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 4 
De volgende twee zinnen passen niet in een beleefde e-mail. Herschrijf ze, zodat ze wel geschikt zijn.
 
a. Ik wil dat je me mailt als mijn telefoon niet gerepareerd kan worden.

b. Kan ik de informatie een beetje snel krijgen?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord 4
a. Zou u mij willen mailen als de telefoon niet gerepareerd kan worden?

 
b. Het zou fijn zijn als u mij de informatie zo snel mogelijk stuurt.
of: Kunt u mij de informatie zo snel mogelijk sturen?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


15. Lees de e-mail hiernaast. Een aantal woorden kun je beter niet in een e-mail aan een leraar schrijven. 
Herschrijf de e-mail en vervang deze woorden. 

aanzoek – afkeuren – wrijving


Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht e-mail schrijven
Vorige week heb je bij de Mediamarkt nieuwe Airpods gekocht voor de volledige prijs.
Bij thuiskomst bleek de doos al eens geopend te zijn. Je vertrouwde het niet en belde
de Mediamarkt. Je legde je verhaal uit waarop de medewerker zei: ‘Wanneer wij zien
dat de Airpods nog in goede staat zijn, verkopen wij ze gewoon voor de nieuwprijs’.
Jij bent het daar uiteraard niet mee eens en stuurt een mail naar de Mediamarkt. Je
vraagt voor een oplossing en dreigt er anders verder mee te gaan.

Opdracht: Schrijf een zakelijke e-mail aan klantenservice@mediamarkt.nl.
Besteed aandacht aan de volgende punten: 
  • jezelf voorstellen met naam, klas en school;
  • een korte omschrijving van het probleem;
  • een korte omschrijving van het antwoord van de medewerker;
  • een vraag voor een oplossing;
  • een verzoek om snel te antwoorden.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig naamwoord

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig naamwoord

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Voorbeeld: De groene appel. "Groene" zegt iets over "de appel" en is dus een bijvoeglijk naamwoord.

Een bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo kort mogelijk!
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord schrijf je met -en

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
A
zonnige
B
dag
C
zonnige , leren
D
leren

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord?
A
grote
B
brede
C
fietsten
D
gekke

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
aardappel
B
het
C
geweldige
D
gescoord

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een
bijvoeglijk naamwoord?
A
Dat zijn namen van mensen, dieren of dingen.
B
Dat zegt iets over zelfstandige naamwoorden.
C
Dat is een werkwoord.
D
Dat zegt iets over het onderwerp.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorzetsels 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN voorzetsel?
A
Links
B
Uit
C
Op
D
Boven

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorzetsel?
A
de
B
naast
C
fietsen
D
fles

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn voorzetsels?
A
de, het, een
B
in, voor, achter
C
raam, deur, wand
D
voorlezen, voorspelen, voorzeggen

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ben jij klaar voor de toets 'e-mail schrijven'?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

ADRES E-MAIL

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ONDERWERP & AANHEF E-MAIL

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

INLEIDING VAN E-MAIL

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

MIDDENSTUK E-MAIL

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SLOT    E-MAIL

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wel een voorzetsel
geen voorzetsel
op
met
tussen
over
tijdens
buiten
werk
onder
binnen

Slide 38 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

WOORDSOORTEN
lidwoorden, werkwoorden,  zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsels

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 ZELFSTANDIG NAAMWOORD

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandige naamwoorden
  • Zelfstandige naamwoorden (znw) zijn mensen dieren, planten en dingen. 
  • Eigennamen (voornamen en plaatsnamen) zijn ook zelfstandige naamwoorden 
  • Je kunt altijd lidwoorden (de, het of een) voor een zelfstandig naamwoord zetten.

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordsoorten BB/KB 
 3 x lidwoorden:


5 x zelfstandige naamwoorden:


1 x bijvoeglijke naamwoorden:


2 x voorzetsels:


5 x werkwoorden:

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordsoorten en zinsdelen TL
Woordsoorten = soort woord benoemen
3 x lidwoorden:


5 x zelfstandige naamwoorden:
1 x bijvoeglijke naamwoorden:
2 x voorzetsels:
5 x werkwoorden: (is het een zww? of hww?)

Zinsdelen= functie van woorden in de zin (wat gebeurt er? wie /wat doet of ondergaat het? 
Benoem de persoonsvorm (is altijd een werkwoord! ) en het onderwerp van 3 zinnen aangeven: 









Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions