Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
dag 9
Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Wonen.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
Basisschool
Groep 1
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
120 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Wonen.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 1 - Diapositive
de poster
een groot stuk papier met een afbeelding om aan de muur te hangen
meervoud: posters
Zin: Op de muur in mijn slaapkamer hangt een poster van Ronaldo
Zin: Wij hebben geen posters aan de muur in de klas.
Slide 2 - Diapositive
prutsen
iets niet goed en op een rommelige manier doen
iets op een onhandige manier doen = knoeien
prutste, heeft geprutst
Zin: Ze zat eerst een hele tijd te prutsen, voor het eindelijk lukte.
Zin: Hij heeft heel erg geprutst, het ziet er niet goed uit.
Slide 3 - Diapositive
terugvinden
iets weer vinden nadat je het kwijt was
vond terug, heeft teruggevonden
iemand vindt iets terug
Zin: Mevrouw Femke heeft haar sleutels weer teruggevonden.
Zin: De hond vond zijn huis weer terug.
Slide 4 - Diapositive
het uitzicht
dat wat je kunt zien vanaf een bepaalde plaats
de kans om in de toekomst iets te krijgen = het perspectief
Zin: Hij kocht het huis vanwege het mooie uitzicht op de bergen.
Zin: Zij heeft uitzicht op een vaste baan bij het bedrijf.
Slide 5 - Diapositive
verspreiden
zorgen dat iets op verschillende plaatsen komt
verspreidde, heeft verspreid
zich over een bepaald gebied verdelen
Zin: Het dode dier verspreidde een vieze lucht.
Zin: De agenten verspreidden zich over het park om het kind te zoeken.
Slide 6 - Diapositive
..... ................. boven op de berg is heel erg mooi
Slide 7 - Question ouverte
In welke zin wordt het woord
verspreiden
goed gebruikt?
A
overal iets
B
overal niets
C
bij elkaar
D
op 1 plaats
Slide 8 - Quiz
Waar wordt het woord "prutsen" goed gebruikt?
A
iets rommelig doen
B
iets netjes doen
C
iets goed doen
D
iets niet goed doen
Slide 9 - Quiz
Waar wordt het woord "terugvinden" goed gebruikt?
A
iets vinden wat je al had
B
iets hebben wat je kwijt bent
C
iets vinden wat je kwijt was
Slide 10 - Quiz
Zoek een foto van een mooie poster.
Slide 11 - Question ouverte
Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!
Slide 12 - Diapositive
Vanuit mijn slaapkamer heb ik .............. over het weiland.
Slide 13 - Question ouverte
Wij moeten ons ......................, anders staan we te dicht bij elkaar.
Slide 14 - Question ouverte
Ik was mijn portemonnee kwijt, maar ik heb hem weer .........................
Slide 15 - Question ouverte
Op .... ................. die in de klas hangt, staan allemaal bomen.
Slide 16 - Question ouverte
Je bent aan het ..................... , het ziet er niet netjes uit.
Slide 17 - Question ouverte
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.
De woorden: de poster, prutsen, terugvinden, het uitzicht en verspreiden
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Maandag 19 september 2022
Septembre 2022
- Leçon avec
42 diapositives
ANT2+
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Hebben en zijn
Juillet 2024
- Leçon avec
29 diapositives
NT2
Secundair onderwijs
Thema 3 wonen taak 1
Octobre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
NT2
ISK
les 7
Mars 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Inversie
Octobre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Hoger onderwijs
Donderdag
Juillet 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
S1 Inleiding (deel 2)
Septembre 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Gedragswetenschappen
Secundair onderwijs
Herhalingstoets Nederlands
Décembre 2020
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs