H4 leefomgeving herhalen

H4 leefomgeving herhalen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H4 leefomgeving herhalen

Slide 1 - Diapositive

Welk verschil tussen de Maas en de
Schelde kun je uit de afbeelding
opmaken?
A
De Maas heeft een groter verhang
B
De Maas heeft een grotere vertragingstijd
C
De Schelde heeft een groter debiet
D
De Schelde heeft een regelmatiger regiem

Slide 2 - Quiz

Waar is het verhang van een rivier het grootst?
A
In de bovenloop
B
In de middenloop
C
In de benedenloop
D
Over de hele rivier hetzelfde

Slide 3 - Quiz

Verbind de begrippen met de omschrijving
Dwarsdoorsnede van een rivier op een bepaalde plek.
Het gedeelte van een rivier dicht bij de monding.
Het gedeelte van een rivier tussen de bovenloop en de benedenloop.
Het verval van een rivier, gemeten in meters per kilometer.
Het hoogteverschil tussen twee punten langs een rivier.
Doorsnede in de lengterichting van de rivier.
Gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier met zijn zijrivieren.
Het stelsel van de hoofdrivier en zijn zijrivieren.
De grens tussen twee stroomgebieden.
lengteprofiel
verval

verhang

middenloop

benedenloop

dwarsprofiel


Stroomgebied
Stroomstelsel
Waterscheiding

Slide 4 - Question de remorquage

Welk gevolg heeft klimaatverandering voor overstroming van rivieren?
A
Het gaat meer regenen waardoor er een grotere kans is dat rivieren overstromen.
B
Door de zeespiegelstijging kunnen rivieren hun water slecht kwijt in de zee.
C
Door de temperatuursverandering vindt er minder verdamping plaats en zit er meer water in de rivieren.
D
Het neerslagregiem wordt regelmatiger waardoor er meer water in de rivieren komt.

Slide 5 - Quiz

Wat zijn de drie onderdelen van de drietrapsstrategie?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is geen reden voor een gebied om een relatief lage veiligheidsnorm te hebben?
A
Economische waarde
B
Maximale waterhoogte bij overstroming
C
Aantal inwoners
D
Overstromingskans

Slide 7 - Quiz

Wat is geen maatregel van Ruimte voor de Rivier?
A
Dijken verleggen
B
Uiterwaarden verdiepen
C
Nevengeul verplaatsen
D
Kribben verlagen

Slide 8 - Quiz

Noem een oplossing voor verzilting.

Slide 9 - Question ouverte

Welke maatregel
van Ruimte voor
de Rivier zie je hier?
A
Nevengeul
B
Hoogwatergeul
C
Verbreding uiterwaarden
D
Noodoverloopgebied

Slide 10 - Quiz

Welke maatregel
van Ruimte voor
de Rivier zie je hier?
A
Uiterwaardvergraving
B
Obstakelverwijdering
C
Kribverlaging
D
Langsdam

Slide 11 - Quiz

Probleem
Oplossing
Verzilting
Verdroging
Te veel algen in water
Wateroverlast in steden
Zoutminnende gewassen planten.
In natte periodes water opslaan.
Gebruik kunstmest beperken.
Aanplanten van groen.

Slide 12 - Question de remorquage

Geef een voorbeeld van nieuwe voorzieningen die vaak opkomen in een wijk na gentrification.

Slide 13 - Question ouverte

Overige kenmerken
Typische kenmerken van een aandachtswijk
Woning uit de jaren 60
Woning uit de jaren 30
Meer koopwoningen dan huurwoningen
Hier heeft gentrification plaatsgevonden
Zeer lage bevolkingsdichtheid
Veel mensen in de bijstand
Veel diefstal
Veel inwoners die geen Nederlands spreken
Weinig variatie in type woningen

Slide 14 - Question de remorquage

Noem een manier om de fysieke leefbaarheid in een wijk te verbeteren.

Slide 15 - Question ouverte

Beredeneer waarom steden graag gezien worden als creatieve stad.

Slide 16 - Question ouverte

Wat is een goed voorbeeld van een duale arbeidsmarkt?
A
Een stratenmaker kan bijna geen promotie maken, maar een marketer kan steeds verder groeien in zijn carrière.
B
Er zijn veel meer banen in de primaire en secundaire sector dan in de tertiaire sector.
C
Ambtenaren krijgen veel minder betaald dan mensen die in het bedrijfsleven werken.
D
Een docent kan veel makkelijker parttime werken dan een automonteur.

Slide 17 - Quiz

Oudst
Nieuwst

Slide 18 - Question de remorquage

Over wat voor veiligheid gaat dit?
Objectief
Subjectief
Het aantal auto-inbraken in een wijk.
Slecht verlichte straten
Percentage inwoners met niet-westerse migratie-achtergrond
Snelheid waarmee auto's rijden in de wijk
Hoeveelheid hangjongeren op de straat
Aantal geweldsincidenten
Nare sfeer in de wijk.
Aanwezigheid van een kruispunt waarbij vaak ongelukken gebeuren.

Slide 19 - Question de remorquage

Beredeneer hoe een gebrek aan sociale cohesie in een wijk zichzelf kan versterken. Betrek in je antwoord hoe vaak mensen verhuizen.

Slide 20 - Question ouverte