Noord Amerika

Noord-Amerika
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Noord-Amerika

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kleur
heeft Europa?
A
Blauw
B
Lichtgroen
C
Oranje
D
Rood

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we leren:
  1. Ik weet welke landen er liggen in Noord-Amerika
  2. Ik weet hoe de natuur er uit ziet in Noord-Amerika

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reliëf in de VS
Sterk verstedelijktgebied. Het is er laag dus makkelijk om te wonen. 
Appalachen: middelgebergte tussen 500 tot 1500 meter. 
Centrale laagvlakte: oostelijk deel. Is tussen de 200 een 500 meter hoog (Laagvlakte). 
Great Plains: Hoogvlakte (glooiend gebied hoger dan 500 meter). Vooral irrigtatielandbouw. 
Hooggebergte, hoger dan 1500 meter.
Great Basin: hoogvlakte Heel erg droog. Ligt in de regenschaduw

Slide 4 - Diapositive

De reis begint bij de Kustvlakte aan de Atlantische Oceaan. Dit is het dichtstbevolkte deel van Amerika, waar grote steden als New York en Washington liggen. Ga je naar het westen, dan doorkruis je twee gebergten: de Appalachen aan de oostkust en de Rocky Mountains in het westen. De twee gebergten verschillen veel van elkaar. De Appalachen zijn een middelgebergte van zo’n 500 tot 1.500 m hoog. Het is een oud gebergte met afgeronde bergtoppen. De Rocky Mountains zijn een hooggebergte . De bergtoppen zijn vaak hoger dan 4.000 m en bedekt met eeuwige sneeuw . Het is een jong gebergte met veel spitse toppen. Op één punt lijken de Appalachen en de Rocky Mountains op elkaar: ze liggen allebei in een noord-zuidrichting.

● Tussen de Appalachen en de Rocky Mountains ligt een groot, uitgestrekt gebied met weinig reliëf. Het oostelijke deel heet de Centrale Laagvlakte en ligt op een hoogte van 200 tot 500 m (laagvlakte ). Hier zijn veel boerderijen met enorme akkers, waar veel boeren mais verbouwen. Het westelijke deel van het vlakke gebied ligt hoger dan 500 m. Het is een hoogvlakte die de Great Plains wordt genoemd. Dit gebied is droger. Akkerbouw is alleen mogelijk met behulp van irrigatie . Veel boeren verbouwen tarwe. Er zijn ook uitgestrekte grasvlakten (prairies) waar boeren vee laten grazen. Dat is extensieve veeteelt , omdat er weinig vee per hectare rondloopt.
● Ten westen van de Rocky Mountains ligt het Great Basin (Grote Bekken). Dat is een gebied met kale, rotsachtige bergen, vlakten met dor gras, en woestijnen. Er zijn ook veel ravijnen, zoals de Grand Canyon.
● Langs de westkust van de V.S. liggen de Sierra Nevada en de Coast Ranges. Tussen deze twee gebergten ligt Central Valley. Dat is een vallei waar boeren citrusfruit, perziken, rijst en groenten verbouwen met behulp van irrigatie.
Appalachen en Rocky Mountains
Op reis in Noord-Amerika zie je grote verschillen in landschappen en reliëf.

Twee grote berggebieden

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Appalachen
Appalachen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rocky Mountains
  • hooggebergte
  • eeuwige sneeuw

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het hooggebergte in het westen van
Noord Amerika?
A
Alpen
B
Andes
C
Rocky Mountains
D
Appalachen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Van noord naar zuid 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Centrale laagvlakte
- vruchtbaar gebied
- lekker plat
- wordt veel mais gegroeid

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Great Plains
- droog
- hoogvlakte
- prairiegrassen
- wordt veel graan gegroeid

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Great Basin

- droog
- graspollen en cactussen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noord- en Zuid-Amerika zitten niet meer aan elkaar vast. Hoe heet het kanaal dat er tussen zit?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan je nu vertellen over Noord-Amerika?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke land is F ?
A
Verenigde Staten
B
Canada
C
Mexico
D
Cuba

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke plaats is
4 ?
A
Los Angeles
B
Denver
C
Ottawa
D
Mexico Stad

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke letter ligt Canada ?
A
bij letter F
B
bij letter C
C
bij letter D
D
bij letter A

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke land is 6 ?
A
California
B
Mexico
C
Toronto
D
Mexico-Stad

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions