Paragraaf 7.1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom! 

Welkom

Als eerste

Lees paragraaf 1 door. 

Lessonupregel

• Telefoon op de hoek van je tafel als er geen vragen zijn die je moet beantwoorden! 

Verenigde Staten

Vandaag

 Klimaat en Relief

 in de VS

Wat gaan we doen: 

• Introductie 
• Lesdoelen 
• Instructie
• Opdracht 

Lesdoelen 

Aan het einde van deze les kennen/weten jullie: 

• De verschillende landschappen in de VS en de kenmerken ervan.
• Wat de invloed van bergen is op de temperatuur en de neerslag in de VS. 

Reliëf in de VS

Sterk verstedelijktgebied. Het is er laag dus makkelijk om te wonen. 

Appalachen: middelgebergte tussen 500 tot 1500 meter. 

Centrale laagvlakte: oostelijk deel. Is tussen de 200 een 500 meter hoog (Laagvlakte). 

Great Plains: Hoogvlakte (glooiend gebied hoger dan 500 meter). Vooral irrigtatielandbouw. 

Hooggebergte, hoger dan 1500 meter.

Great Basin: hoogvlakte Heel erg droog. Ligt in de regenschaduw. 

Jong of oud gebergte?
Het oosten of westen van de VS?

Jong of oud gebergte?

Het oosten of westen van de VS?

Noem een voorbeeld van een jong en oud gebergte in Europa.

Bergen, zee en wind

• Grote temperatuur verschillen
• Breedteligging
• Grote gebergteketens houden de oceaanwinden tegen

De afstand van een plaats tot de evenaar

Bergen, zee en wind

• Invloed koude poolwinden
• 's Zomers warme vochtige winden uit Mexico
• Grote temperatuur verschillen Northerns en Southerns

Stuwingsregen

Aanlandige wind= Wind vanaf zee. 

Er wordt weleens gezegd

dat de kant van de lijzijde ook weleens in de regenschaduw ligt. 

Wat betekent dit??

Opdracht 
Wat: Schrijf deze landschappen over op een blaadje.

1. Kustvlakte
   
2. Appalachen
   
3. Centrale laagvlakte
   
4. Great plains
   
5. Rocky Mountains
   
6. Great Basin
   
7. Seirra Nevada
   
8. Central Valley
   
9. Coast Ranges 

Schrijf bij elk gebied alle kenmerken op. Probeer dit zo veel mogelijk uit je hoofd te doen. 

Hoe: In duo's 

Hulp: Docent

Tijd: 10 minuten

Resultaat: Je hebt de landschappen in de VS duidelijk voor je en kent de kenmerken. 

Klaar: Ga aan de slag met opgave 4 en 6 (H7 §1)