2H oefentoets 1ABCD
1 / 19
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Traduisez:
in Duitsland
in Duitsland
Slide 2 - Question ouverte
Traduisez:
hij legt uit
hij legt uit
Slide 3 - Question ouverte
Traduisez:
het zwembad
het zwembad
Slide 4 - Question ouverte
traduisez:
de landen
de landen
Slide 5 - Question ouverte
traduisez:
de vriendin
de vriendin
Slide 6 - Question ouverte
traduisez:
het is mooi weer
het is mooi weer
Slide 7 - Question ouverte
traduisez:
hij heeft ontmoet
hij heeft ontmoet
Slide 8 - Question ouverte
Zet in de passé composé:
Il rencontre
Il rencontre
Slide 9 - Question ouverte
Zet in de passé composé:
Nous expliquons
Nous expliquons
Slide 10 - Question ouverte
Zet in de passé composé:
vous rencontrez
vous rencontrez
Slide 11 - Question ouverte
Zet in de passé composé:
il fait froid
il fait froid
Slide 12 - Question ouverte
Zet in de passé composé:
Il est important
Il est important
Slide 13 - Question ouverte
Répondez (=antwoord in een hele zin)
Il a fait mauvais?
Il a fait mauvais?
Slide 14 - Question ouverte
Répondez (=antwoord in een hele zin)
Tu as été où? (naar Luxemburg)
Tu as été où? (naar Luxemburg)
Slide 15 - Question ouverte
Répondez (=antwoord in een hele zin)
Tu as passé de bonnes vacances?
Tu as passé de bonnes vacances?
Slide 16 - Question ouverte
Wat ging er al goed?
Slide 17 - Question ouverte
Wat moet/kan er qua leren nog verbeteren?
Slide 18 - Question ouverte
Hoe ga je dat aanpakken?
Wees zo concreet mogelijk.
Wees zo concreet mogelijk.
