ak les

migratie
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

migratie

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je al over bevolking en ruimte?

Slide 2 - Carte mentale

- bevolkingsdichtheid 
- bevolkingsgroei
- platteland gebieden
- stedelijke gebieden 
- geboorte overschot
- sterfte overschot 

 
Dit zijn begrippen over bevolking en ruimte.

Slide 3 - Diapositive

Hoeveel begrippen herkende jij?
Ik ken er een paar.
Ik ken de helft
Ik ken er meer dan de helft
Ik ken ze allemaal.

Slide 4 - Sondage

Bevolkingsdichtheid
bevolking-dichtheid
Hoeveel mensen er zijn op een vierkante kilometer.
Nederland is over algemeen dichtbevolkt,
maar er zijn ook dunbevolkte delen in Nederland


Slide 5 - Diapositive

Waar in Nederland wonen de meeste mensen per vierkante kilometer?
A
In het noorden.
B
In het oosten.
C
In het zuiden.
D
In het westen.

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Is Assen dichtbevolkt of dunbevolkt?
Assen is dichtbevolkt
Assen is dunbevolkt

Slide 8 - Sondage

Assen is dichtbevolkt.
- De huizen staan dicht op elkaar
- Assen heeft veel inwoners (67.760)
- Assen is een stad
 

Slide 9 - Diapositive

dunbevolkt
dichtbevolkt
Zwolle
Loon
Assen
Amsterdam
Utrecht
Vries
Schiermonnikoog
Rotterdam

Slide 10 - Question de remorquage

Push en pull factoren van de stad.
pull factoren=
-  In steden is veel werk.
- In de stad zijn meer voorzieningen (winkels, theater, ...).
- Jongeren vertrekken naar de steden voor levendigheid.
- Migranten komen naar steden toe.
push factoren=
- het is heel druk in de stad.
- Veel in de stad is duurder 


Slide 11 - Diapositive

Waar zou je zelf het liefst willen wonen? In een stad of in een dorp?

Slide 12 - Question ouverte

Platteland
Doordat veel jongeren naar steden gaan blijven  de ouderen mensen op het platteland over.
De jongeren starten een gezinnetje in de stad en die kinderen blijven ook weer in de stad wonen.
Op het plattland wonen meer ouderen dan jongenren. Dat noem je vergrijzing.

Slide 13 - Diapositive

Hier zie je hoe men denkt dat het zal gaan met de vergrijzing.

Slide 14 - Diapositive

Wat denk jij wat geboorteoverschot betekent?

Slide 15 - Question ouverte

geboorteoverschot
Geboorteoverschot is als er meer mensen worden geboren dan er mensen sterven.

Slide 16 - Diapositive

Nu weet je wat een geboorteoverschot is. Wat is dan sterfte overschot denk je?

Slide 17 - Question ouverte

Sterfteoverschot
Als er meer mensen sterven dan er mensen worden geboren. 

Slide 18 - Diapositive

Quiz

Slide 19 - Diapositive

Wat is bevolkingsdichtheid?
A
Hoeveel mensen er wonen in de steden.
B
Hoeveel mensen er wonen op 1 vierkante kilometer.
C
Hoeveel mensen er in Nederland wonen.
D
Hoeveel mensen er in het noorden wonen.

Slide 20 - Quiz

Waarom wonen de meeste mensen in steden?
A
Daar zijn grote huizen.
B
Daar zijn veel voorzieningen.
C
Daar zijn veel dieren.
D
Daar zijn goede voetbalclubs.

Slide 21 - Quiz

Waarom is er vergrijzing op het platteland?
A
Ouderen wonen het liefst op plattenland.
B
Ouderen zijn het liefst op zichzelf.
C
Omdat het daar zo groen is.
D
Veel jongeren vertrekken naar steden.

Slide 22 - Quiz

Wat is migratie?
A
Er worden meer kinderen geboren.
B
Er gaan veel mensen dood.
C
mensen trekken van de ene naar de andere plek.
D
mensen gaan ergens op bezoek.

Slide 23 - Quiz