Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
verzekeren
Slide 1 - Carte mentale
terug naar pwp
Slide 2 - Diapositive
Paul wil een brandverzekering afsluiten van € 1.000.000 voor zijn bedrijfspand. Volgens zijn polis bedraagt de premie 2 ‰ van de verzekerde som. De administratie- en poliskosten bedragen € 100. De assurantiebelasting bedraagt 21%. Hoeveel betaalt Paul aan de verzekering?
A
€ 2.520
B
€ 24.321
C
€ 2001,21
D
€ 2.541
Slide 3 - Quiz
terug naar pwp
Slide 4 - Diapositive
De verzekerde waarde is € 150.000. De gezonde waarde is € 100.000. Hier is sprake van:
A
Onderverzekering
B
Oververzekering
Slide 5 - Quiz
De verzekerde waarde is € 150.000. De gezonde waarde is € 100.000. De schade bedraagt € 20.000. De schade-uitkering bedraagt:
A
€ 20.000
B
€ 30.000
C
€ 150.000
D
€ 13.333,33
Slide 6 - Quiz
De verzekerde waarde is € 75.000. De gezonde waarde is € 100.000. De schade bedraagt € 60.000. De schade-uitkering bedraagt:
A
€ 60.000
B
€ 45.000
C
€ 75.000
Slide 7 - Quiz
De schade bedraagt € 60.000 en je bent onderverzekerd. Welke verzekering had je kunnen afsluiten opdat je de schade van € 60.000 volledig vergoed zou krijgen?.
A
premier risqueverzekering
B
imaginaire winst
C
bedrijfsschade-verzekering
Slide 8 - Quiz
Stelling: wanneer je je ook verzekert voor 'imaginaire' winst dan vergoedt de verzekering de winst die je misloopt wanneer je bedrijf door schade stilligt
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
De verzekeringsbreuk bedraagt 1,2. Hier is sprake van