Les 2

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Sportleider als Begeleider

• Herhaling vorige les 
• 2.3 Theorieën over leidinggeven
• 2.4 Leiderschapsstijlen

In welke 2 groepen kan je de kwaliteiten van een leider indelen

1. persoonlijke kenmerken
2. Kwalitatieve vaardigheden
3. Beroepshouding
4. sociaal-communicatieve vaardigheden

Hoeveel eigenschappen heeft Covey voor effectief leiderschap?

1. 3
2. 6
3. 5
4. 7

Bij het geven van leiding is er altijd sprake van een doelstelling.

1. Waar
2. Niet waar

Goed leidinggeven kan alleen maar gebeuren als degene aan wie je leidinggeeft dit accepteert.

1. Waar
2. Niet waar

Noem 3 persoonlijke kenmerken die je als leidinggevende zou moeten hebben.

Bij welke van die 4 past de volgende stelling:

Als leider moet je het goede voorbeeld geven.

1. 1. Openheid/eerlijkheid/ duidelijkheid
2. Bereidheid om te veranderen
3. Invoelend vermogen
4. Geloofwaardigheid

Bij welke van die 4 past de volgende stelling:

Leren van je fouten en om kunnen gaan met feedback.

1. 1. Openheid/eerlijkheid/ duidelijkheid
2. Bereidheid om te veranderen
3. Invoelend vermogen
4. Geloofwaardigheid

Welke van de onderstaande vaardigheden hoort niet bij leidinggeven volgens Boomonline?

1. Coachen
2. Evalueren
3. Dwingen
4. Grenzen stellen

Schrijf de eigenschappen op die je nog weet

In groepje van 4 

1: Leg van alle 7 eigenschappen uit wat het betekent

2. Zoek het uit op google (zoekterm: Stephen Covey)

3. Schrijf ze op papier op.

4. Maximaal 10 minuten. 

Bij proactiviteit gaat het om het nemen van verantwoordelijkheid, het nemen van initiatief, zelf handelen vanuit vaste waarden en niet de dingen maar laten gebeuren.

Doelgerichtheid is beginnen met het einde voor ogen.

Wanneer je prioriteiten stelt, doe je dringende en tevens belangrijke zaken eerst en niet-dringende, onbelangrijke zaken het laatst.

Wie denkt in termen van win-win streeft voortdurend naar wederzijds voordeel bij alle contacten, onderhandelingen en conflicten. Op de lange termijn levert deze houding het meeste op.

Met empathisch zijn bedoelt Covey dat je eerst moet proberen de ander te begrijpen en dan pas energie moet steken in het begrepen worden door de ander.

In de meeste gevallen geldt dat je samen sterk staat. Als goed leider maak je daar systematisch gebruik van.

Covey doelt hier op het feit dat vernieuwing en veranderingen de mensen scherp en gemotiveerd houden.

Douglas McGregor

theorie X

De meeste mensen zijn lui, hebben een hekel aan werk en verantwoordelijkheid, en hebben strakke leiding nodig.

theorie Y

Mensen willen wél werken, prestaties leveren en verantwoordelijkheid aanvaarden en moeten meer gelegenheid krijgen hun eigen werkgedrag te sturen.

Theorie X en Theorie Y

Leiderschapsstijlen

• Situatief leiderschap
  
• Stijlen van leidinggeven
  
• Traditionele leiderschapsstijlen
  
• Model van Hersey en Blanchard

Situatief leiderschap

1. Sporter
2. Beweeg/sport situatie
3. De sportleider

Situatief leiderschap

• 1. De sporter

- motivatie (bereidheid)  gemotiveerd = meer sturing, ongemotiveerd = meer sturing

- zelfstandigheid/verantwoordelijkheidsgevoel  kleuters vs jongvolwassenen

- ervaring/bekwaamheid  weinig ervaring = meer sturing, minder ervaring = strakkere aanpak

Situatief leiderschap

• 2. De sport- en bewegingssituatie
  

- veiligheid  risicovolle sporten (speerwerpen) = meer sturing maar ook bij sporten met veel lichamelijk contact (rugby, vechtsport)

Situatief leiderschap

• 3. De sportleider

- visie op sporters (theorie X of Y)
- persoonskenmerken/vaardigheden  veel of weinig ervaring, samen of liever alleen, resultaat of relatie ect. Al deze eigenschappen geven kleur aan jouw lesgeven.

Stijlen van leidinggeven

• Autoritaire leiderschapsstijl
• Laisser faire leiderschapsstijl
• Democratische leiderschapsstijl

Opdrachten les 1 + 2

Maak opdracht

10 / 11 /12/13/14

+ Openstaande opdrachten 

(4,5,6,7,8)

Opdrachten

Volgende week niet af, dan sta je op half aanwezig!

Hoe heb je de les ervaren?

😒🙁😐🙂😃