Rekenen herhaalles

Boek + hw op tafel --> Blz 124 + 125 af + nagekeken. 
Welke opdrachten vond je lastig? straks ga ik dat vragen
timer
3:00
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Boek + hw op tafel --> Blz 124 + 125 af + nagekeken. 
Welke opdrachten vond je lastig? straks ga ik dat vragen
timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les
- Oefentoets bespreken: 15 + 22                         5 minuten
- Aan de slag met rekenen + nakijken            20 minuten 
- Opdrachten bespreken                                        10 minuten
- Afsluiten met quiz

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga je leren?
- Loon per uur berekenen 
- Rekenen van Brutoloon naar Nettoloon
- Lijndiagram aflezen 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefentoets
5 minuten bespreken  
Opdracht 15 + 22

Geen vragen? 
Maak op blz 128 + 129
23b + 24 + 15 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ga je doen?
- Op blz 128 + 129
maken: 23b + 24  --> Klassikaal bespreken 
- Op blz 134 + 135 
Maken: 1, 2, 11, 12, 22, 23, 24, 25, 29, 30 en 32 
klaar --> nakijken. 
Klaar met nakijken --> Maken overige rekenopdrachten
Laatste 5 minuten = individueel nakijken + verbeteren 

timer
20:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizzz!!

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 1: Loon per uur berekenen 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mijn loon per week is € 208,55.
1 werkweek bestaat uit 40 uur. Hoeveel euro krijg ik als ik 8 uur in 1 week werk?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 2: van brutoloon naar nettoloon rekenen 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Loon wat ik op mijn rekening krijg heet
A
Brutoloon
B
Premie
C
Inhoudingen
D
Nettoloon

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ik op mijn rekening gestort krijg is mijn nettoloon. Heb ik hiermee alle inhoudingen mee betaald?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Loon wat ik met mijn baas heb afgesproken heet
A
Brutoloon
B
nettoloon

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je verdient bruto 867 euro. 170 euro zijn de inhoudingen. Bereken wat het nettoloon is.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je het nettoloon?
A
Brutoloon - loonbelasting + premies
B
Brutoloon - loonbelasting - premies
C
Brutoloon + loonheffing
D
Brutoloon - btw

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Peter verdient €2475,- bruto per maand.
Zijn inhoudingen zijn €485,-.
Wat is het netto salaris van Peter?
A
€2960
B
€1990
C
€1490
D
€2010

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 3: Lijndiagram aflezen 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een voorbeeld van een....
A
staafdiagram
B
lijndiagram
C
cirkeldiagram
D
beelddiagram

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk het lijndiagram hiernaast.
Wanneer was de jeugdwerkloosheid het laagst?

A
In 2006
B
In 2008
C
In 2009
D
In 2011

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk het staafdiagram. In welke maand was de nettowinst het laagst?
A
Januari
B
Februari
C
Maart
D
April

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

17.) Bekijk het lijndiagram hiernaast.
Wanneer steeg de jeugdwerkloosheid het meest?
A
Tussen 2008 en 2009
B
Tussen 2009 en 2010
C
Tussen 2011 en 2012
D
Tussen 2012 en 2013

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Staafdiagram.
Hoeveel leerlingen zitten er in deze klas?
A
8
B
28
C
25
D
30

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Cirkeldiagram. Hoeveel procent hoort bij de sector katten?
A
44
B
8
C
16
D
100

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Yusuf heeft een shoarmazaak.
Bekijk de gegevens van zijn bedrijf over het
afgelopen jaar in het cirkeldiagram.
Bereken de brutowinst in % van de omzet.

Berekening op papier inleveren.

A
30%
B
40%
C
50%
D
60%

Slide 23 - Quiz

brutowinst € 180.000 – € 108.000 = € 72.000; in procenten van de omzet € 72.000 : € 180.000 × 100 = 40%