les 4 hormonen en menstruatiecyclus klas 3 DEF

Dinsdag 11 januari 2022 
  • Instaptoets vrouwelijk en mannelijk voortplantingsorgaan
  • start met basisstof 5 
  • afspraken herkansingen Toets 1 of Toets 2
  • Daarna aan de slag met huiswerk 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Dinsdag 11 januari 2022 
  • Instaptoets vrouwelijk en mannelijk voortplantingsorgaan
  • start met basisstof 5 
  • afspraken herkansingen Toets 1 of Toets 2
  • Daarna aan de slag met huiswerk 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Primaire en
secundaire geslachtskenmerken





Primair = het is er al bij de geboorte. Zoals?
Secundair = het ontstaat in de puberteit. Zoals?

Slide 3 - Diapositive

Primaire geslachtskenmerken
  • is zichtbaar
  • kenmerken waar je het geslacht aan herkent
  • jongens> balzak, penis
  • meisjes> vagina en schaamlippen

Slide 4 - Diapositive

leerdoel primaire en secundaire geslachtkenmerken
 Je kunt omschrijven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn en daarbij voorbeelden voor jongens en meisjes noemen

Slide 5 - Diapositive

Secundaire geslachtskenmerken
  • geslachtskenmerken  onstaan door hormonen.
  • vanaf het 10e levensjaar ongeveer
  • meisjes komen eerder in de puberteit

Slide 6 - Diapositive

Primaire en secundaire geslachtskenmerken vrouw
primaire
geslachts-kenmerken
secundaire  geslachts-kenmerken

Slide 7 - Diapositive

Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundaire geslachtskenmerken
D
Geen van beide

Slide 8 - Quiz

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken
D
hormoonklieren

Slide 9 - Quiz

Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundaire geslachtskenmerken
D
Geen van beide

Slide 10 - Quiz

Vrouwen met het syndroom van MRK hebben geen baarmoeder en geen vagina. Hun eierstokken zijn goed ontwikkeld en functioneren normaal. De vrouwen hebben wel een clitoris en schaamlippen en in de puberteit ontwikkelen de borsten zich normaal.
Heeft een vrouw met het syndroom van MRK primaire geslachtskenmerken? En heeft ze secundaire geslachtskenmerken?
A
geen primaire en geen secundaire geslachtskenmerken
B
alleen primaire geslachtskenmerken
C
alleen secundaire geslachtskenmerken
D
primaire en secundaire geslachtskenmerken

Slide 11 - Quiz

De borsten van de vrouw zijn
A
primaire geslachtskenmerken
B
secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
primaire en secundaire geslachtskenmerken

Slide 12 - Quiz

menstruatiecyclus
leerdoel:
Je kunt de processen tijdens de menstruatiecyclus beschrijven

Slide 13 - Diapositive

Wat weet je allemaal over menstruatie

Slide 14 - Carte mentale

0

Slide 15 - Vidéo

Menstruatiecyclus

1. Er rijpt een eicel in één van de eierstokken
2. Het baarmoederslijmvlies wordt dikker
3. Ovulatie
4. Menstruatie

Slide 16 - Diapositive

Menstruatie
Menstruatiecyclus

Slide 17 - Diapositive

Een eitje komt vrij uit de eierstok en het baarmoederslijmvlies wordt dikker.  Indien het eitje bevrucht wordt door een zaadcel, zal deze zich kunnen innestelen in het baarmoederslijmvlies. Indien er geen bevruchting plaatsvindt, wordt het baarmoederslijmvlies met het onbevruchte eitje bij de menstruatie verwijderd.

Slide 18 - Diapositive

Menstruatiecyclus
Bijna geen enkele vrouw menstrueert precies om de 4 weken. Vooral in de puberteit kan de menstruatie zeer onregelmatig plaatsvinden. Soms zit er veel tijd tussen de menstruaties.

Slide 19 - Diapositive

In de menstruatiecyclus is dag 1
A
De eisprong
B
Het begin van de menstruatie
C
Het eind van de menstruatie

Slide 20 - Quiz

Een menstruatiecyclus duurt.....
A
21 dagen
B
3 tot 5 dagen
C
28 dagen
D
7 dagen

Slide 21 - Quiz

Wat gebeurt er op dag 14 van de menstruatiecyclus?
A
Je bent vruchtbaar
B
Je bent ongesteld
C
Je hebt de eisprong
D
Er gebeurt niks bijzonders op dag 14

Slide 22 - Quiz

De eisprong is het vrijkomen van een eicel uit de eierstok, wat is een ander woord voor eisprong?

Slide 23 - Question ouverte

Waar komt de eicel na de eisprong terecht?

Slide 24 - Question ouverte

Aan de slag
  • Kader  maken opdracht 19 t/m 25
  • GT maken opdracht 17 t/m 23 
  • B maken opdracht 25 t/m 32
  • Vul je antwoorden zorgvuldig in en maak de rode opdrachten opnieuw 

Slide 25 - Diapositive