Engels grammatica

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Engels

Bote, Dyon, Iris

Subjects

making questions

negative sentences

Making questions

to be + verb + subject 

Mark is reading a book

Is Mark reading a book?

Is Mark een boek aan het lezen?

To be:

I am

You are

He/She/It  is

We are

They are

Hulpwerkwoorden

werken hetzelfde als to be

vooraan in de zin zetten

Vertaal: Is Mark aan het tv kijken?

Moet ik deze wedstrijd winnen?

Making questions

Do / Does + subject + verb

Mark is listening to music.

Does Mark listen to music?

Is Mark naar muziek aan het luisteren?

Making questions

Vertaal en maak vragend: Het duurt een uur. (duren=takes)

Vertaal en maak vragend: Mark is Bote’s icoon (icon)

Vertaal en maak vragend: Hun zijn in Griekenland

Negative sentences

een vorm van to be:

achter to be (of hulpww) not

Mark is reading a book.

Mark is not reading a book.

Mark leest geen boek.

To be:

I am

You are

He/She/It  is

We are

They are

hulpwerkwoorden

Vertaal en ontken: Mark leert het boek.

Vertaal en ontken: Ze kunnen nu naar huis

Mark doesn’t learn the book.

Geen vorm van to be.

Does, Mark is hij

does not or doesn’t

Quiz

Blauw = vertaal en maak vragend

Rood = vertaal en ontken

De kleur van de wolken is wit

Zij gaan de nieuwe film kijken

Jannes heeft een groene auto

De bomen buiten zijn groen en willen graag water

Mark heeft een mooie fiets

Dit spel is leuk(funny)

De hond poept in de tuin

De auto raakte een hek. (Fence)