Cursus 7 §4 Meervouden

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

  • Startopdracht + herhaling vorige les 
  • Leerdoelen
  • Uitleg 
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Startopdracht
- In stilte -
Maak de zin af met de passende vorm van het woord tussen haakjes:

- Deze winkel repareert je (kapot) telefoonscherm voor een (redelijk)
prijs.
- Daan en Larissa hebben (serieus) plannen voor een (ver) wereldreis.

Wat valt je op aan de spelling van de woorden?
 





timer
3:00

Slide 3 - Diapositive

  • Je kunt meervouden op -s en -en spellen.
  • Je kunt uitleggen waarom je meervouden op een bepaalde manier spelt.
Lesdoelen

Slide 4 - Diapositive

Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden. 
Aantekeningen
bij spelling

Slide 5 - Diapositive

Meervouden
Als er van iets één is, noem je dat enkelvoud. Als er van iets meer dan één is, noem je dat meervoud.

Zo maak je een meervoud:

Je maakt van een zelfstandig naamwoord meestal een meervoud door
-en of -s achter het woord te zetten: vriend → vrienden; schrift → schriften; kerel → kerels; wielrenner → wielrenners.

Slide 6 - Diapositive

Let op!
Soms moet je daarnaast nog:
Een -f- in een -v- veranderen (de f/v-regel): brief → brieven; hof → hoven.
Een -s- in een -z- veranderen (de s/z-regel): gans → ganzen; paleis → paleizen.
De laatste letter (medeklinker) verdubbelen: jas → jassen; pit → pitten.
Een a, e, o of u (klinker) weghalen: muur → muren; heer → heren.

Gebruik bij twijfel een (online) woordenboek of woordenlijst.

Slide 7 - Diapositive

Meervoud op -en
Meervoud op -s
pepernoot
tennisracket
handschoen
Airpod

Slide 8 - Question de remorquage

Goede meervouden
Foute meervouden
Brieven
gansen
muuren
jassen
boefen
heren

Slide 9 - Question de remorquage

Uitlegvideo 
(staat in de online methode)

Slide 10 - Diapositive

  • Wat: Cursus 7 Spelling paragraaf 4. Maak opdracht 1 t/m 4.
  • Hoe: individueel
  • Hulp: tekstboek en mevrouw de Vries
  • Tijd: timer
  • Klaar: lezen in je leesboek.
timer
15:00

Slide 11 - Diapositive

  • Je kunt meervouden op -s en -en spellen.
  • Je kunt uitleggen waarom je meervouden op een bepaalde manier spelt.
Lesdoelen

Slide 12 - Diapositive

Goede meervouden
Foute meervouden
Brieven
gansen
muuren
jassen
boefen
heren

Slide 13 - Question de remorquage

Meervoud op -en
Meervoud op -'s
Twee meervouden
Bijzonder meervoud
Geen meervoud
rijst
kassa
leeuw
gedachte
zeeman

Slide 14 - Question de remorquage

meervouden

Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën

Slide 15 - Quiz

Meervoud: wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's

Slide 16 - Quiz

Wat is het meervoud van meervoud?

Slide 17 - Question ouverte