Vervolgens voer je de code in (deze staat links onderin beeld)
Gebruik je eigen naam!
Je doet nu mee met de les via LessonUp!
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Meedoen met LessonUp?
Ga naar lessonup.app
Vervolgens voer je de code in (deze staat links onderin beeld)
Gebruik je eigen naam!
Je doet nu mee met de les via LessonUp!
Slide 1 - Diapositive
Het oog
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt de bouw en werking van het oog beschrijven
Je weet wat de blinde vlek & gele vlek zijn
Je weet wanneer iemand een bolle lens en wanneer een holle lens nodig heeft.
Slide 3 - Diapositive
Langs welke onderdelen schijnt het licht als het in het oog valt? Zet ze in de goede volgorde.
glasachtig lichaam
lens
hoornvlies
netvlies
Slide 4 - Question de remorquage
Buitenkant oog
Oogwit
Iris
Pupil
Slide 5 - Diapositive
Waar wordt traanvocht gemaakt?
A
Traankanaaltje
B
Traanzakje
C
Traanklier
D
Traanbuisje
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Blinde vlek
Pupil
Gele vlek
Slide 8 - Question de remorquage
Waarnemen
Licht wordt weerkaatst en licht komt je oog binnen.
De lens in de oog maakt een scherp beeld op het netvlies.
Dit beeld is op de kop!
Lichtprikkels -> zintuigcellen -> impulsen
Impulsen gaan via de oogzenuw naar de hersenen.
Slide 9 - Diapositive
Impulsen
Lichtprikkels
Zintuigcellen
Slide 10 - Question de remorquage
Bijziend of verziend?
Slide 11 - Diapositive
bijziend of verziend?
Slide 12 - Diapositive
Accomodatie: scherp stellen
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Heeft een octopus een blinde vlek?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
Met welke receptoren kunnen wij kleur zien?
A
Met de staafjes
B
Met de blinde vlek
C
Met de iris
D
Met de kegeltjes
Slide 17 - Quiz
Waar in het netvlies kun je de meeste kegeltjes vinden?
Slide 18 - Question ouverte
Op een heldere avond kijkt Stefan naar de sterrenhemel. Hij kijkt naar één ster. Daarna kijkt hij naar de donkere lucht vlak naast die ster. Stefan merkt dat hij de ster nu veel beter ziet. Hoe komt dat?
Slide 19 - Question ouverte
Genoeg licht in je oog
Pupilreflex
Spiertjes in de iris:
Kringspiertjes
lengtespiertjes (straalsgewijs lopende spiertjes)
Slide 20 - Diapositive
Welke spieren zorgen ervoor dat de pupil kleiner wordt?