Deviant op weg naar 1F thema 7 spelling en grammatica deel 1

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Nederlands

Thema 7 hoofdstuk 2

Spelling en grammatica

Het zou best kunnen dat je langer over deze les doet dan 1 lesuur. 

Doel:

Aan het einde van deze les:

Kun je een werkwoord in de tegenwoordige en verleden tijd vervoegen en schrijven. 

Start

Blz 237 en 238:

We lezen samen de theorie.

Samenvatten

Stam = het hele werkwoord -en (werken --> werk)

Ik loop                      --> stam

Hij/ zij/ het loopt --> stam + t   

Wij lopen             --> hele werkwoord   

Eindigt de stam op een D, dan komt er een T achter. (wordt)

Samen oefenen

We starten samen met opdracht 2a. het werkwoord krijgen. 

Je vervoegt naar de tegenwoordige tijd. Dat doe je zo:

ik krijg

hij krijgt

wij krijgen

Daarna zelfstandig 2b, c en d. Extra ww: FIETSEN.

geven

rennen

worden

De verleden tijd

blz 240 en 241

We lezen samen de theorie.

Samen oefenen

Je krijgt een heel werk werkwoord te zien.

Vervoeg het werkwoord in de verleden tijd

Geven

Dit doe je zo:

Ik gaf

Hij gaf

wij gaven

Verleden tijd:
werken

Verleden tijd:
vallen

Verleden tijd:
ruiken

Maken

Blz 240 opdracht 3:

Schrijf het werkwoord in de tegenwoordige tijd in de je schrift.

Blz 242 en 243:

Schrijf het werkwoord in de verleden tijd in je schrift.

Nakijken

We kijken opdracht 3 en opdracht 5 samen na.