Oefenen voor de toets chap 2

Oefenen voor de toets
-woorden
-grammatica
-zinnen maken
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Oefenen voor de toets
-woorden
-grammatica
-zinnen maken

Slide 1 - Diapositive

Vertaal:
un tir

Slide 2 - Question ouverte

Vertaal:
je me rappelle

Slide 3 - Question ouverte

Vertaal:
s´imaginer

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal:
captivant

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal:
uitleggen

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal:
de spullen

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal:
toevoegen

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal:
gelukkig

Slide 9 - Question ouverte

Vervoeg:
aller (je)

Slide 10 - Question ouverte

Vervoeg:
aller (vous)

Slide 11 - Question ouverte

Vervoeg:
aller (ils)

Slide 12 - Question ouverte

Vervoeg:
danser (nous)

Slide 13 - Question ouverte

Vervoeg:
regarder (tu)

Slide 14 - Question ouverte

Vervoeg:
jouer (on)

Slide 15 - Question ouverte

Vervoeg:
choisir (elles)

Slide 16 - Question ouverte

Vervoeg:
finir (elle)

Slide 17 - Question ouverte

Vervoeg:
réussir (je)

Slide 18 - Question ouverte

Vervoeg:
descendre (tu)

Slide 19 - Question ouverte

Vervoeg:
perdre (il)

Slide 20 - Question ouverte

Vervoeg:
attendre (nous)

Slide 21 - Question ouverte

De plaats van het bn:
Noem minimaal 5 bn in het Frans die altijd VOOR staan

Slide 22 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de vrouwelijk vorm van: beau

Slide 23 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de vrouwelijk vorm van: nouveau

Slide 24 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de vrouwelijk vorm van: vieux

Slide 25 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de mmv vorm van: long

Slide 26 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de mmv vorm van: gros

Slide 27 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de vmv vorm van: blanc

Slide 28 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de vmv vorm van: bon

Slide 29 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de vrouwelijke vorm van: petit

Slide 30 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de vrouwelijke vorm van: gris

Slide 31 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de vrouwelijke vorm van: triste

Slide 32 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de vrouwelijke vorm van: heureux

Slide 33 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de mmv vorm van: heureux

Slide 34 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de mmv vorm van: autre

Slide 35 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de mmv vorm van: gris

Slide 36 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de vmv vorm van: grand

Slide 37 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de vmv vorm van: gris

Slide 38 - Question ouverte

De vorm van het bn:
Wat is de vmv vorm van: moderne

Slide 39 - Question ouverte

Vertaal deze zin:
Hij scoort zonder twijfel.

Slide 40 - Question ouverte

Vertaal deze zin:
Zij (vmv) zijn sterk en jong.

Slide 41 - Question ouverte

Vertaal deze zin:
Hij kiest de witte auto.

Slide 42 - Question ouverte

Vertaal deze zin:
Jij onderzoekt de grijze ogen.

Slide 43 - Question ouverte