Literatuur vs. film V4D - Les 5

V4D
Periode 1
21'-22'






Les 5

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

V4D
Periode 1
21'-22'






Les 5

Slide 1 - Diapositive

Programma
1. Lezen                                                                                                                                                                   - 15 min
Controle. Boek of e-boek vergeten? Lezen op Nu.nl. --> 2e keer = kort verhaal schrijven en inleveren volgende les.
2. Fragment: Poep+ enkele antwoorden bespreken (rest thuis nakijken)                               - 10 min
3. Verdieping theorie: focalisatie en quizvragen in LessonUp                                                      -20 min

Leerdoelen:
  • Je kunt het verschil herkennen tussen een auctoriale vertelinstantie  (alwetende verteller), ik-perspectief, personaal perspectief.
  • Je kunt aangeven wat focalisatie is en je kunt het effect uitleggen (aan de hand van een fragment).


Slide 2 - Diapositive

Planning
Periode 1
2021-2022

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Rubric
Staat vanaf vandaag 20/09/2021 in de Studiewijzer.

Slide 5 - Diapositive

Lezen
timer
15:00

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Vertelinstanties (Laagland, blz. 27-29).
Vertelinstanties:
Auctoriale vertelinstantie:
de vertelinstantie is merkbaar aanwezig, bijvoorbeeld door commentaar of door jou als lezer uitleg over een situatie of gebeurtenis te geven. Een auctoriale verteller staat buiten de verhaalgebeurtenissen en weet wat de personages denken of voelen.
Ik-vertelinstantie:
de vertelinstantie is een personage, de ik-figuur.
Personale vertelinstantie:
de vertelinstantie is niet merkbaar aanwezig. Er wordt in de hij-vorm (of zij-vorm) verteld wat het personage doet, ziet, voelt, denkt of ervaart.

Focalisatie:
vanuit wie kijk je? Let op, dit is iets anders dan de vertelinstantie.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag!
Wat? Pak jullie antwoorden van het verhaal 'Poep' (zie Studiewijzer Literatuur vs. film) erbij. In groepje van 4 personen enkele antwoorden presenteren. Antwoorden van vragen: 5, 7, 8, 10, 11, 13, 14.


*De rest van de vragen kun je zelf thuis nakijken
(antwoorden komen in de Studiewijzer).

Slide 10 - Diapositive

Focalisatie (blz. 31 Laagland)
Bij focaliteit gaat het om de vraag wie neemt waar?

  • Focalisatie verwijst naar vertelinstanties of personages in het verhaal die waarnemen en/of een standpunt (mening, oordeel, visie) innemen.
  • Zowel de (merkbare) verteller als een personage kan als focalisator optreden.

  • Focalisators zijn vertellers en/of personages die in het verhaal zien, denken, voelen, horen, denken, beoordelen en zich iets veronderstellen of inbeelden.

  • Focalisatie kan op verschillende manieren gebeuren: door de vertellers, één of meerdere personages of in een combinatie van die twee.

Slide 11 - Diapositive

Een vertelinstantie is niet altijd focalisator, personages kunnen ook focalisator zijn.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 12 - Quiz

"Eenzelfde vermoeidheid als die welke de man had getroffen kwam nu over haar, en ze leunde achterover in het gras.
Het huis leek haar nu kleiner, veel kleiner en onbeduidender dan het ooit geweest was. " (Poep, Uphoff).

Wat gebeurt in deze passage met de focalisatie?

A
De alwetende verteller legt de focalisatie bij zichzelf
B
De auctoriale vertelinstantie legt de focalisatie in de tweede zin bij de vrouw.
C
Er is geen sprake van focalisatie
D
De auctoriale vertelinstantie legt de focalisatie in de eerste zin bij de vrouw

Slide 13 - Quiz

Wie is de focalisator in dit fragment?

"Toch rilde de vrouw. En het rillen werd sterker en sterker, totdat ze het glas cognac dat ze juist had opgepakt om er een slok uit te nemen, weer terug moest zetten op tafel."
A
De vrouw
B
De alwetende verteller
C
Er is geen sprake van focalisatie
D
De auctoriale vertelinstantie

Slide 14 - Quiz

Wie is (zijn) de focalisator(s) in dit fragment?
"De dingen die mensen proberen, dacht ze, met de rustige kalmte van de rijken. Als ik dit vanavond aan Lidy, Cécile en Margaret vertel. Ze zullen niet geloven wat er hier buiten rondloopt, in de wijken van deze stad.
Ze was zo druk met haar eigen gedachten, dat ze niet zag hoe de man bezig was zich de tweede helft van de eerste bolus toe te dienen."
A
Eerst de alwetende verteller, daarna de vrouw
B
De alwetende verteller
C
Eerst de vrouw, daarna de alwetende verteller
D
De vrouw

Slide 15 - Quiz

Waarom wordt focalisatie gebruikt in verhalen denk je?

Slide 16 - Question ouverte

Einde les
Tot vrijdag!

Let op: Belofte van Pisa staat nog tot begin oktober op Netflix!

Slide 17 - Diapositive