T1C week 45

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Nederlands

6 november

Programma

- Lezen blok 1: wat hebben we gedaan?

- Uitleg tekstsoorten en tekstvormen

- Opdrachten maken

Wat hebben we gedaan bij lezen blok 1?

Uitleg

Hoofddoel: de tekst heeft misschien meerdere hoofddoelen, maar het hoofddoel is het belangrijkste doel.

Leesdoel: informeren, uitleggen, overtuigen, overhalen, amuseren, mening laten vormen

Tekstdoel: wat wil de schrijver vooral met de tekst?

Uitleg

Tekstsoorten: informerende tekst, uiteenzettende tekst, beschouwende tekst, betogende tekst, activerende tekst, amuserende tekst.

Horen bij de tekstdoelen: informeren, uitleg geven, mening laten vormen, overtuigen, overhalen, amuseren

Tekstdoel

Tekstsoort

Tekstvorm

Nieuwsbericht

Amuserende tekst

Overtuigen

Overtuigen

Reclame

Informerende tekst

Opdracht (20 minuten)

Maak samen met degene naast je opdracht 47.

- Welke tekstsoorten zijn teksten 6 tot en met 11?

- Welke tekstvormen herken je bij teksten 6 tot en met 11?

- Welke tekstdoelen hebben tekst 6 en 9?

Wat is het publiek van een tekst?

Opdracht (10 minuten)

Maak opdracht 48 bij dezelfde teksten als de vorige opdracht. 

Nederlands

7 november

Programma

- Nieuwe manier van lezen

- Samenwerkingsopdracht

- Opdrachten van Op Niveau

Opdracht (20 minuten)

Jullie gaan in tweetallen een nieuw soort lezen proberen.

1. Bekijk de titel, de tussenkopjes en het slot.

2. Weet je nu waar de tekst over gaat? Bespreek dat samen.

3. Maak een stappenplan over hoe je deze "tekst" hebt gelezen.

Waar heb je naar gekeken?

Orienterend lezen

Bij de nieuwe soort lezen, orienterend lezen, lees je:

1. de titel

2. de eerste zinnen

3. de tussenkopjes

4. de laatste zinnen

5. anders gedrukte woorden (dikgedrukt of schuin)

6. illustraties

7. de bronvermelding

Uitleg

Je weet nu het onderwerp van de tekst en de deelonderwerpen.

Alinea: een stukje tekst over een deelonderwerp.

Vioolspelen

Bespeel jij ook een muziekinstrument? Let dan goed op! Mensen die goed viool kunnen spelen, hebben veel geoefend. Dat kun je terugzien op de afbeelding van het brein van een goede vioolspeler. De plek in het brein die de vingers bij het vioolspelen bestuurt, is sterker.

Opdracht (10 minuten)

Maak opdracht 39 over tekst 7. Dit is huiswerk.

Nederlands

8 november

Programma

- Boekenpitch: wat is het?

- Boek uitzoeken

- Pitch voorbereiden

Wat is een pitch?

- Iets of jezelf aanprijzen

- Je hebt maar kort de tijd

- Je geeft zowel de inhoud als je mening over iets

Opdracht (10 minuten)

Zoek een boek uit dat je al gelezen hebt en dat je heel leuk of juist helemaal niet leuk vond om te lezen.

Schrijf de kenmerken op: titel, schrijver, uitgever, korte samenvatting

Pitch voorbereiden (20 minuten)

Je mag de pitch voorbereiden en houden samen met iemand anders. Je moet dan wel allebei het boek hebben gelezen.

Bekijk de opdracht op classroom (schoolwerk, literatuur, boekenpitch).

Bereid de inhoud voor, alleen of samen met iemand anders.