mens en activiteit 2

Mens & activiteit 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 135 min

Éléments de cette leçon

Mens & activiteit 

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • terugkijken vorige week
  • begrippen maken
  • ehbo

Slide 2 - Diapositive

Bij welk profieldeel komt het onderdeel activiteiten begeleiden aan bod?

A
Mens en zorg
B
Mens en omgeving
C
Mens en activiteit
D
Mens en gezondheid

Slide 3 - Quiz

Waarom wordt de theorie grove- en fijne motoriek opnieuw herhaald bij Mens en Activiteit?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is een doelgroep

Slide 5 - Carte mentale

 Homogene en heterogene groepen
Homogene groepen zijn groepen met de zelfde eigenschappen, interesse, leeftijd of geslacht.

Heterogene groepen zijn groepen met verschillende eigenschappen, interesse, leeftijd of geslacht.

Slide 6 - Diapositive

 Verticale groep

 Verschillende leeftijden. Een groep in een kinderdagverblijf bijvoorbeeld met kinderen van 0 t/m 4 jaar in dezelfde groep.
 Horizontale groep

 Dezelfde leeftijden. 

Slide 7 - Diapositive

Soorten activiteit
Sociale activiteit = samen zijn met mensen en in contact zijn.
Recreatieve activiteit = om te kunnen ontspannen. 
Sportieve activiteit = lichamelijk in beweging zijn.
Educatieve activiteit = waar je van leert.
Individuele activiteit = wat je alleen kunt doen

Slide 8 - Diapositive

Dagbesteding 

Slide 9 - Diapositive

Dagbesteding is een zinvolle invulling van tijd:


Arbeidsgerichte dagbesteding =eenvoudige werkzaamheden

Belevingsgerichte dagbesteding  = vooral gericht op zintuiglijke beleving. 

Slide 10 - Diapositive

Groeps- of individuele activiteit

Groepsactiviteit = met meerdere

Individuele activiteit = alleen

Soms kan het ook beide zijn.

Slide 11 - Diapositive

RECREATIEVE ACTIVITEIT
1.
2.
3
SPORTIEVE ACTIVITEIT
1.
2.
3.
EDUCATIEVE ACTIVITEIT
1.
2.
3.
SOCIALE ACTIVITEIT
1.
2.
3.
OPDRACHT: NEEM HET ONDERSTAANDE TABEL OVER IN JE SCHRIFT EN
VERZIN BIJ ELKE SOORT ACTIVITEIT ÉÉN PASSENDE ACTIVITEIT VOOR DE VOLGENDE DOELGROEPEN:

1. KINDEREN UIT GROEP 8
2. TIENERS VAN 15
3. 65 PLUSSERS

timer
15:00

Slide 12 - Diapositive

Is dit een fijne motoriek?
A
Waar
B
Niet waar
C
Dit behoort niet tot een motoriek
D
Dit is een grove motoriek

Slide 13 - Quiz

Fijne motoriek is?
A
Grote bewegingen
B
fijne bewegingen

Slide 14 - Quiz

Wat is de fijne motoriek?
A
Kleine bewegingen met bijvoorbeeld je handen
B
Grote bewegingen met de armen en benen
C
Scooters
D
Vriendelijk met elkaar omgaan

Slide 15 - Quiz

Wat is een voorbeeld van grove motoriek?
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz

Grove motoriek is
A
Rennen, fietsen, lopen
B
Voetballen, zwemmen en breien
C
Schilderen, breien en lopen
D
Breien, typen, snijden

Slide 17 - Quiz