3 Mens en activiteit examentraining

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

mens en activiteit examentraining

Onderdeel C

• Activiteit beoordelen
  
• Zinnen beoordelen
• Kostenoverzicht maken
• Rooster maken

Leeftijden in fases

• baby 0 - 1 jaar
• dreumes 1 - 2 jaar
• peuter 2 - 4 jaar
• kleuter 4 - 6 jaar
• schoolkind 6 -12 jaar
• puber 12 -18 jaar
• Adolescent 16 - 21 jaar 
• Volwassene 21 - 67 jaar
• Oudere / bejaarde 67+ jaar 

Sociaal, educatief of creatief

Sociaal:

Activiteit waarbij je samenwerkt met andere

Educatief:

Activiteit waarbij je iets leert of waarbij je een vaardigheid ontwikkelt.

Creatief:

Activiteit waarbij je nieuwe dingen bedenkt en maakt.

 Homogene en heterogene groepen

Homogene groepen zijn groepen met de zelfde eigenschappen, interesse, leeftijd of geslacht.

Heterogene groepen zijn groepen met verschillende eigenschappen, interesse, leeftijd of geslacht.

 Verticale groep

 Verschillende leeftijden. Een groep in een kinderdagverblijf bijvoorbeeld met kinderen van 0 t/m 4 jaar in dezelfde groep.

 Horizontale groep

 Dezelfde leeftijden. 

Sociaal/emotionele ontwikkeling

Sociaal emotionele ontwikkeling is de ontwikkeling in de omgang met andere mensen en hoe je met gevoel en emoties omgaat

Voorbeeld: 

• Je kunt omgaan met boosheid
• Je kunt begrip opbrengen voor anderen

Geestelijke ontwikkeling

Ontwikkeling in denken, geheugen, taal en spraak

Voorbeelden: 

• Praten
• Lezen

Lichamelijke/Fysieke ontwikkeling

Ontwikkelingen van lichaam en motoriek

Voorbeelden: 

• Leren lopen
• Groeispurt
• Overgang

Grove motoriek

Motoriek is het vermogen om te bewegen.

Je kunt motoriek onderverdelen in twee delen (grove en fijne motoriek)

Grote bewegingen die je met je hele lichaam maakt

Voorbeeld: 

• Lopen, zwemmen, hinkelen, 
• stappen en springen

Fijne motoriek

Deel van het lichaam maakt de beweging (vingers of handen)

Kleine bewegingen met aandacht en concentratie

Voorbeelden: 

• Kleien, puzzelen, schrijven en knippen

Dagbesteding is een zinvolle invulling van tijd:

Arbeidsgerichte dagbesteding = gericht op arbeid, uitvoeren van eenvoudige werkzaamheden. 

Belevingsgerichte dagbesteding  = vooral gericht op zintuiglijke beleving. 

Opdracht: Zinnen beoordelen

Objectief

Zwarte tafel

Subjectief 

Mooie tafel

Opdracht: Rooster maken

Opdracht: Kostenoverzicht