G2mha - 10-4-2025 H4 F- verwijswoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

Todo:

• liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?
  

Op tafel heb je liggen:

• lesboek
  
• schrift
• pen

Wat gaan we deze les doen

• Bespreken (en controle) huiswerk.
• Uitleg H4 Schrijven (blz. 96): je mening geven en beargumenteren.
• Opdrachten maken.

Je kunt

• verwijswoorden op de goede manier gebruiken. 

Doel

Huiswerk bespreken

H4 S (blz. 96)

Opdracht 1 t/m 3

(gedeeltelijk)

TV F Verwijswoorden

H4 TV F (blz. 108)

Verwijswoorden

Verwijswoorden samengevat

Kies het juiste verwijswoord:

mannelijk/vrouwelijk? Kijk in het woordenboek.

het-woorden (onzijdig)	het, zijn	dat, dit
de-woorden (mannelijk)	hij, hem, zijn	die, deze
de-woorden (vrouwelijk)	zij/ze, haar	die, deze
meervoud	zij/ze, hen, hun	die, deze

Je gebruikt verwijswoorden om...

1. ... het moeilijker te maken voor de lezer.
2. ... de tekst korter te maken.
3. ... meer afwisseling in de tekst te krijgen.
4. ...de tekst leuker te maken.

Verwijswoorden...

1. geven een verband aan in de tekst.
2. geven een eigenschap aan.
3. geven aan dat iets van iemand is.
4. verwijzen naar iets in de tekst.

Een verwijswoord kan verwijzen naar:

1. één woord
2. een paar woorden
3. antwoord A en B zijn goed

Welk verwijswoord kun je gebruiken om naar het woord 'kat' te verwijzen?

1. die, deze
2. dat, dit

Wat is geen verwijswoord?

1. ze
2. deze
3. zeker
4. zij

Welk verwijswoord kun je gebruiken om naar het woord 'katje' te verwijzen?

1. die, deze
2. dat, dit

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 

Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.

Er kunnen meerdere verwijswoorden goed zijn als antwoord. 

Vera doet het trucje voor.    ________  zegt:

‘Zo moet je ________ doen.’

deze

die

dit

dat

hij

zij

het

Mijn vriendin, waarmee ik zou gaan shoppen, is ziek

1. juist
2. fout

Fifa20 is een PS4-spel die net uitgekomen is

1. juist
2. fout

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 

Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.

Het drumstel is van Davids vader, 

maar ________ gebruikt ________ niet meer.

deze

die

dit

dat

hij

zij

het

ze

Wij krijgen een hond, ... ik erg leuk vind.

1. dat
2. wat

Het paard .... ik naar de wedstrijd ga, is bruin

1. met wie
2. waarmee

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 

Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.

Onno krijgt een vreemd mailtje binnen.

_________ denkt dat  ________ spam is.

deze

die

dit

dat

hij

zij

het

ze

Lucas kreeg een handtekening van de zanger .... hij fan is

1. van wie
2. waarvan

Mijn buurjongen is iemand ... ik graag voetbal op straat

1. waarmee
2. met wie

Ik eet het liefst melkchocola, ... vind ik lekkerder dan pure.

1. dat
2. die

Ken jij mijn buurjongen?.... komt volgend jaar bij ons op school.

1. Dat
2. Die

Ik heb zin in de pauze, dan ga ik een croissant kopen.
Wat is hier het verwijswoord?

1. ik
2. dan
3. pauze
4. zin

Wat:

Maken: 

H4 TV F (blz. 108): opdracht 1.

Hoe:

Je mag samenwerken met je buurman/buurvrouw.

Klaar?

Ga verder met opdrachten 2 t/m 4.

Dit is ook het huiswerk voor vrijdag.

Hulp nodig?

Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 

Vraag het de docent als

je het echt niet meer weet.

geel: fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je

groen:  fluisterniveau 

Overleg met diegene naast je of vraag het

de docent  

Aan het werk!

Denk een momentje

Laat even bezinken of alles duidelijk is.

Heb je nog vragen? Die kun je invullen bij de volgende dia.

Welke vraag heb je nog over dit onderwerp?

Je kunt

• verwijswoorden op de goede manier gebruiken.

Doel

Huiswerk

Vrijdag 11 april:

Maken: 

H4 TV F (v.a. blz. 96): opdrachten 1 t/m 4