2mhd - 06-06-2024 H4 verwijswoorden

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen
  • laptop (dicht!)
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek
  • schrift
  • pen
  • laptop (dicht!)

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen
  • Huiswerk bespreken
  • Huiswerk maken

Slide 2 - Diapositive



Na deze lessen kun je
  • verwijswoorden op de goede manier gebruiken.
Doel

Slide 3 - Diapositive

Bespreken huiswerk
H4 Formuleren opdrachten 1 t/m 3

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Een verwijswoord
Een verwijswoord wordt gebruikt om saaie herhalingen te voorkomen. 

Een verwijswoord verwijst altijd naar iets wat eerder al genoemd is.

Slide 6 - Diapositive

Aantekeningen H4 F (blz. 108)
Welk verwijswoord moet je gebruiken?
  • onzijdig zelfstandig naamwoord (lidwoord het) => dit, dat
  • overige zelfstandige naamwoorden => die

Slide 7 - Diapositive

Verwijswoorden
Als je twijfelt tussen wie en waarmee
  • met wie verwijst naar een persoon
  • waarmee verwijst naar een dier of een ding

Dat is de vriendin met wie ik altijd bel.
Daar is de klasgenoot met wie ik een opdracht samen deed.
Daar ligt het schip waarmee we naar Newcastle varen.
Dat is de hond waarmee ze gaat lopen. 

Slide 8 - Diapositive

waarmee en met wie
  • Verwijswoorden zoals waarmee, waaronder en waardoor verwijzen naar dingen en dieren.  
  • Verwijswoorden zoals met wie, door wie, voor wie en tegen wie verwijzen naar personen. 

Slide 9 - Diapositive

Wat:
Maken: 
H4 F: Opdracht 4

Hoe:
Je mag samenwerken met je buurman/buurvrouw als je naast iemand zit. Anders werk je alleen.

Klaar?
Maak opdrachten 5 en verder
(online)





Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je
groen:  fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent  


Aan het werk!
timer
10:00

Slide 10 - Diapositive



Na deze lessen kun je
  • een zakelijke e-mail schrijven.
Doel

Slide 11 - Diapositive

Huiswerk
Maandag 10 juni:
Maken:
H4 Formuleren (blz. 108): opdrachten 4 en 5 




Slide 12 - Diapositive