16e en 17e eeuw bij Dautzenberg paragraaf 9 en 10

Literatuurgeschiedenis: Renaissance
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Literatuurgeschiedenis: Renaissance

Slide 1 - Diapositive

De renaissance

Slide 2 - Diapositive

Historische achtergrond
Burgerij steeds machtiger en rijker
Kerk verliest gezag:
--> valt uiteen in protestanten en katholieken;
 --> Godsdienstoorlogen in 2e helft 16e eeuw 
In de tweede helft 17e eeuw ontstaat de Absolute Monarchie --> koning volledige macht en is vertegenwoordiger God

Slide 3 - Diapositive

Historische achtergrond: Nederlanden
Nederland viel onder het gezag van Spanje
Tachtigjarige oorlog (1568-1648) 
1587 Republiek der Verenigde Nederlanden wordt uitgeroepen
  • Gewest Holland maakt de dienst uit 
  • Raadpensionaris vs. stadhouder: strijd om de macht


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Historische achtergrond: Nederlanden
  • Noordelijke Nederlanden maakt een bloeiperiode door in kunsten, economie en wetenschap 
  • Veel  (religieuze) vrijheid 
  • Men spreekt van de Gouden Eeuw (nu een beladen term)
  • Economische neergang Zuidelijke Nederlanden

Slide 6 - Diapositive

Kunst en cultuur: Renaissance
Re Naissance = wedergeboorte
Nieuwe cultuurbeweging, ontstaan in 14e eeuw in Italië 
Men zet zich af tegen de middeleeuwse cultuur 
Kijkt terug naar glorierijk verleden (Romeinse tijd/Griekse cultuur) 
Herleven klassieke cultuur 
Humanisten: onderzoekers van de klassieke cultuur

Slide 7 - Diapositive

De Renaissance
Een cultuurbeweging
Paragraaf 10 (blz. 32-33)

Slide 8 - Diapositive

Humanisten
  • De eerste onderzoekers naar de klassieke cultuur;
  • Komen op basis van klassieke teksten tot nieuwe visie over de rol van de mens;
  • Theocentrisch (op God gericht) wereldbeeld werd vervangen door antropocentrisch (op de mens gericht) wereldbeeld. 
  • Wat de mens presteert is geen gave Gods maar aanleg en talent.

  • De eerste onderzoekers naar de klassieke cultuur;
  • Komen op basis van klassieke teksten tot nieuwe visie over de rol van de mens;
  • Theocentrisch (op God gericht) wereldbeeld werd vervangen door antropocentrisch (op de mens gericht) wereldbeeld. 
  • Wat de mens presteert is geen gave Gods maar aanleg en talent.
Humanisten

Slide 9 - Diapositive

Desiderius Erasmus (1466-1536)
Een van de bekendste humanisten. Hij
  • had een afkeer van kerkelijke rituelen;
  • gebruikte de klassieke literatuur als leidraad voor studie (Bijbel);
  • pleitte voor gematigdheid, gewetensvrijheid en tolerantie;
  • kritiseerde de misstanden in de katholieke kerk (sloot zich niet aan bij hervormers);
  • schreef Lof der zotheid (mensen laten zich leiden door domheid, dwaasheid en zelfbedrog).

Slide 10 - Diapositive

Kenmerken Renaissance
  1. Antropocentrisme: leven op aarde net zo belangrijk als het hiernamaals (t.o.v. Theocentrisme) 
  2. Individualisme: mens maakt niet langer deel van een groter geheel (stand, kerk, dorp), ieder mens is uniek. 
  3. Empirisme: zelf onderzoek doen op basis van zintuigelijke ervaringen, niet zomaar overnemen wat autoriteiten zeggen.

Slide 11 - Diapositive

 1. Antropocentrisme
vs. theocentrisme in de middeleeuwen

Menselijke prestaties waren niet langer ingegeven door God, maar kwamen uit de persoon zelf voort.
 Het leven op aarde net zo belangrijk als het hiernamaals.



2

Slide 12 - Diapositive

2. Individualisme
Ieder was een individuele persoonlijkheid die tot grootse dingen in staat was, niet dankzij de gemeenschap waarin hij leefde, maar door zijn eigen verstand en wilskracht.
De mens maakt niet langer deel van een groter geheel (stand, kerk, dorp), ieder mens is uniek. 
3

Slide 13 - Diapositive

Homo universalis
De ideale mens:
- is een uniek individu
- kan alles worden wat hij wil
- het geloof in eigen kunnen is grenzeloos.

Een universeel mens die op alle gebieden van de menselijke cultuur uitblonk.




Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

3. Empirisme
het zelf onderzoeken/willen uitvinden hoe de natuur en de wereld in elkaar zitten
(op basis van zintuigelijke ervaringen, niet zomaar overnemen wat autoriteiten zeggen).

--> Bloei van de wetenschap

Slide 16 - Diapositive

Empirisme 
Kennis opdoen door uit ervaringen te leren;
theorieën bewijzen d.m.v. experimenteren;
zorgt voor wetenschappelijke opbloei:
  • In de natuurwetenschap;
  • In de geesteswetenschappen. 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

  • theorie zwaartekracht
  • grondlegger mechanica
  • medeschepper dfferentiaalrekenen

Slide 19 - Diapositive

(Cartografie)
(Bronnenonderzoek)

Slide 20 - Diapositive

Invloed op Geloof
Door individualisme en het empirisme bestudeerde men de Bijbel opnieuw.

Gevolg:  Hervormingen  met als doel het ware geloof in ere herstellen.

Hervorming/Reformatie/ Protestantisme
Let op: nog steeds veel analfabeten!

Slide 21 - Diapositive

Reformatie (1)
  • Betekent hervorming

  • In dit geval hervorming van de katholieke kerk

  • Begint aan het einde van de middeleeuwen, in de 15e eeuw

  • Protesteren tegen de macht en rijkdom (o.a. door aflaten) van de katholieke kerk

Slide 22 - Diapositive

Reformatie (2)
  • Belangrijkste hervormers: Maarten Luther en Johannes Calvijn

  • In 1517 komt Luther met 95 stellingen (vooral tegen aflaten)

  • Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen

  • Luther wordt echter door de Paus in de ban gedaan

Slide 23 - Diapositive

Waarom heeft Luther succes?
  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 24 - Diapositive

Maarten Luther (1483-1546)
Duitse monnink die grote moeite had met de aflaten en levensstijl van de geestelijken. 
Veel aanhangers in Duitsland.
Johannes Calvijn (1509-1564)
Zwitserse hervormer die vond dat beelden niet in de Kerk thuishoorden. 
Veel aanhangers in Nederland

Slide 25 - Diapositive

Gevolgen van de reformatie
  • Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van de protestantse kerken (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk

  • Protestantse kerk spreekt veel (arme) mensen in West-Europa aan.

  • Vervolging van protestanten (ketters)

Slide 26 - Diapositive

Verschillen middeleeuwen - renaissance

Slide 27 - Diapositive

Huyswerck 3 Februari
Lees paragraaf 11: Beeldende kunst en muziek
Maak een samenvatting van deze paragraaf: wat zijn de kenmerken van renaissance kunst?

Slide 28 - Diapositive