MAVO 2 Will + hele ww / bezittelijk voornaamwoorden

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

English

21-9-2022

Planning:

- huiswerk controle

- grammatica uitleg

- grammatica oefenen

- huiswerk

Huiswerk controle

Unit 1 lesson 2: ex. 10, 11, 12, 13 and 14 (blz. 15-17)

Terwijl jullie bezig zijn, kom ik het huiswerk controleren bij 3 random leerlingen.

Regels boek/online

Maak je het online? Zorg er dan voor dat je je boeken in je kluisje hebt, voor als de methode niet werkt.

Grammatica uitleg

- will / shall + hele werkwoord (toekomstige tijd)

- my / mine / of mine

Will / shall + hele werkwoord

WANNEER:

Je gebruikt will + hele werkwoord bij:

- het maken van een beslissing

vb. Don't worry, I will bring the equipment. (intentie dat je het meeneemt)

- het doen van een voorspelling zonder bewijs.

vb. I think, it will rain tomorrow. (geen bewijs dat het gaat regenen)

VORM:

Will + hele werkwoord (+)

Won't + hele werkwoord (-)

Will + onderwerp + hele werkwoord (?)

Uitzondering! 

Vraagzinnen met I of we = shall + onderwerp + hele werkwoord.

________ we meet in August?

1. Will
2. Shall

________ I come with you then?

1. Will
2. Shall

They ________ visit the Empire State building in New York

1. Will
2. Shall

Don't worry! Everything ______ be fine.

1. Will
2. Shall

Don't get up! I ______ pick up the phone.

1. will
2. won't

I think she _____ pass her exams, she is very good.

1. will
2. won't

My neighbours are on holiday, so they _____ be on my party tomorrow.

1. will
2. won't

If the weather is ok, the plane _____ leave on time.

1. will
2. won't

Me / mine / of mine 

Extra uitleg video

Look! There is _______________(mijn) new bike!

It’s great. What was wrong with ______________ (jouw) old one?

Well, nothing really, but I was jealous of _____________ (jullie) bikes, so I asked Dad to sell _____________ (zijn) bike and buy me a new one.

Hey, there’s Jessie. ______________ (haar) friends have new bikes, too.

Yeah, I know! _____________ (hun) bikes are even fancier than ours.

we
he
you
you
she
they
I
it

my

their

your

its

his

your

her

our

Huiswerk voor volgende les

Opdracht 15, t/m 18 (blz. 17 - 19).

Klaar? Ga de woordjes (idioom 1) leren -> staan op teams.