2. Bloedband

Relaties



2. Bloedband
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Relaties



2. Bloedband

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen






  • Je kunt in eigen woorden aangeven wat er bijzonder is aan een bloedband.
  • Je kunt vertellen wat jouw familie voor je betekent.
  • Je kunt uitleggen wat een ‘familiemythe’ is.
  • Je kunt vertellen welke gewoonten en waarden jij van je familie mee krijgt.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat is eigenlijk familie?
  • Familie is iedereen die een 'bloedband' met je heeft: 
  1. ouders, broers en zussen. Zij zijn familie van de 'Eerste graad'.
  2. Ooms, tantes, nichten/neven zijn behoren tot de ' Tweede graad'.
  • Toch kan de familie van je partner ( getrouwd of geregistreerd burgerschap) ook tot je familie behoren. in de volksmond noemen ze dat : familie van de 'koude kant'. 


 

 

Je alleen en ellendig voelen 

 

Why magazine Relaties blz 12 t/m 15 

Slide 4 - Diapositive

Bloedband
  • De familieband is een band waar je altijd aan vastzit: ook als je geen warme relatie met elkaar hebt, deel je genen, herinneringen en ervaringen.
  • Je familie is je eerste ervaring met andere mensen: dit heeft veel invloed op je.

Slide 5 - Diapositive

Genen
Een stukje DNA dat de code voor een  erfelijke eigenschap draagt noemen we een GEN.
Allel = invulling van gen
Voorbeeld van erfelijke eigenschappen:
  • haarkleur (blond, zwart, rood)
  • haarstijl (krullend of steil)
  • oogkleur (blauw, bruin, groen)

Slide 6 - Diapositive

Welke genen heb jij zeker overgenomen van je ouders?

Slide 7 - Question ouverte

Familie mythe
  • In families leven bepaalde mythes: verhalen met een bepaalde betekenis/eigenschap van de familie, bijvoorbeeld  “wij van de familie Bakker zijn geen aanstellers” of 'wij van de familie De Boer zijn erg koppig'. 
  • In de puberteit ben je (on)bewust met deze mythes bezig: door je juist wel of juist niet zo te gedragen als in de mythe wordt beweerd. 
  • Van sommige dingen besluit je om het later zelf heel anders te doen of juist zelf ook te doen
  • In sommige families zijn deze verhalen verdrietige verhalen door narigheid uit het verleden. 

Slide 8 - Diapositive

Gezinssamenstelling

  • Tegenwoordig leven mensen op verschillende manier samen of alleen.
  • Bijvoorbeeld omdat je bent geadopteerd of in een pleeggezin woont.
  • Of...maar door één van je ouders wordt opgevoed (eenoudergezin).
  • Of...een samengesteld gezin: een gezin waarbij minimaal 1 ouder een kind heeft uit een eerdere relatie.
  • Of...een LAT-relatie (Living Apart Together).








Slide 9 - Diapositive

Wat is een samengesteld gezin?
A
Een vader en een moeder
B
twee vaders of twee moeders
C
gescheiden ouders
D
een gezin waarbij minimaal 1 ouder een kind heeft uit een eerdere relatie.

Slide 10 - Quiz