2.2 Een etentje thuis

Klas 2 H2 Thuis en buitenhuis
Par 2 Een etentje thuis
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Klas 2 H2 Thuis en buitenhuis
Par 2 Een etentje thuis

Slide 1 - Diapositive

programma
Huiswerk was 2.1
Nakijken en vragen stellen over 2.1
Uitleg 2.2
maken 2.2

Slide 2 - Diapositive

leerdoelen
wat zijn behoeftes en hoe worden ze beperkt
wat is consumeren
wat is produceren
wat is schaarste

Slide 3 - Diapositive

Behoefte bevredigen door.
- iets wat je mist zelf te produceren
- iets wat je mist te kopen

Dit heet consumeren

Slide 4 - Diapositive

Begrip: behoefte
Behoefte: alles wat je nodig hebt of waar je naar verlangt.

Slide 5 - Diapositive

Uit eten gaan is een?
A
Basis behoefte
B
Luxe behoefte

Slide 6 - Quiz

Wat is een primaire behoefte?
A
kleding
B
laptop
C
nieuwe iphone

Slide 7 - Quiz

Is Shazam een goed of een dienst?
A
Goed
B
Dienst

Slide 8 - Quiz

Je gaat naar de schoonheidsspecialist is hier sprake van een goed of dienst?
A
Goed
B
Dienst

Slide 9 - Quiz

Juist of onjuist:
Consumeren is een manier om je behoeften te vervullen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Wat is de beste omschrijving van schaarste
A
Schaarse producten zijn zeldzaam
B
Door schaarste kunnen mensen bijna niks kopen
C
Door oneindige behoeften mensen en beperkte middelen ontstaat schaarste
D
Schaarste ontstaat doordat mensen te weinig willen kopen met de vele middelen die zij hebben.

Slide 11 - Quiz

Je koopt een nieuwe iPhone, wat doe je nu?
A
Behoefte
B
Consumeren
C
Produceren

Slide 12 - Quiz

huiswerk
paragraaf 1 en rekentrainer paragraaf 1

Slide 13 - Diapositive

leerdoelen
wat heb je nodig bij onbetaalde productie
waarom besteden consumenten 
productie uit

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Onbetaalde productie
productie thuis zoals:

- eten koken
- de was doen
- kinderen verzorgen
- fiets repareren

Je produceert voor je eigen behoefte of voor elkaars (gezin) behoefte

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

consumenten besteden productie uit
- als ze het werk zelf niet kunnen
- als ze er geen zin in hebben
- als ze er geen tijd voor hebben

Slide 19 - Diapositive

waarde productie thuis
zelf nasi maken € 4,- 


nasi ophalen bij de chinees 
€ 8,50

Slide 20 - Diapositive

waarde productie thuis

€ 2500,-


€ 350,-




Slide 21 - Diapositive

arbeid en gereedschap
arbeid: iemand moet het werk doen

gereedschap: hulpmiddelen voor productie van eigen behoeften

- broodmes voor broodsnijden
- strijkplank en strijkbout voor strijken

Slide 22 - Diapositive

de natuur
bijdrage van de natuur nodig om te kunnen produceren

- water en zon zijn nodig om voedsel te laten groeien

Slide 23 - Diapositive

zelf produceren of uitbesteden
produceren we zelf?

gratis


uitbesteden?

betaalt

De productie wordt uitbesteed als mensen daar zelf geen zin/tijd voor hebben.

Slide 24 - Diapositive

Huiswerk volgende les
maken paragraaf 2 en rekentrainer paragraaf 2

Slide 25 - Diapositive

De waarde van eigen productie
besparen op productie bij een bedrijf

hoe?

Je rekent uit wat de eigen productie kost en wat je betaalt voor dezelfde productie bij een bedrijf. Het verschil tussen beide bedragen is de waarde van de productie thuis.

Slide 26 - Diapositive

opdracht 5 alleen maken
zelf koken: 7,98 + 2,79 + 2,51 + 0,82 =

afhaalcentrum: 24 + 6 + 12 + 8 =

verschil: 50,00 - 14,10 =

Slide 27 - Diapositive

opdracht 5 alleen maken
zelf koken: 7,98 + 2,79 + 2,51 + 0,82 = 14,10

afhaalcentrum: 24 + 6 + 12 + 8 = 50,00

verschil: 50,00 - 14,10 = 35,90

Slide 28 - Diapositive

opdracht 10
schilder: 700

4 x 15,95 =
2 x 9,36 =
2 x 3,56 =
4,20 : 4 =
5,20 : 2 =
5
totaalbedrag: 98,29

700 - 98,29 = 601,71 besparing

Slide 29 - Diapositive

opdracht 10
schilder: 700

4 x 15,95 = 63,80
2 x 9,36 = 18,72
2 x 3,56 =7,12
4,20 : 4 =1,05
5,20 : 2 = 2,60
5
totaalbedrag: 98,29

700 - 98,29 = 601,71 besparing

Slide 30 - Diapositive

Frank wil een oud nummer gaan spelen, maar hij heeft de bladmuziek niet. Hoe kan hij in deze behoefte voorzien?
A
de juiste bladmuziek
B
iemand om muziek mee te maken
C
een gitaar

Slide 31 - Quiz

Een behoefte verdwijnt door te consumeren. Op welke manier kan Frank zijn behoefte vervullen?
A
door bladmuziek te kopen
B
door te wachten tot hij bladmuziek krijgt
C
door een hamburger te eten

Slide 32 - Quiz

Eva heeft behoefte aan een pauze. Ze wil graag iets eten. Ze neemt geen patat. Het is duur en is te heet om snel op te eten. Ze kiest een bruin bolletje kaas.
A
door alleen gebrek aan geld
B
door alleen gebrek aan tijd
C
door gebrek aan tijd en aan geld
D
door gebrek aan productie

Slide 33 - Quiz

Je wilt graag een eigen huis bouwen dat is:
A
consumeren
B
een behoefte
C
produceren

Slide 34 - Quiz

Je gaat met vrienden aan de slag om dat huis te bouwen, dat is:
A
consumeren
B
produceren
C
een behoefte

Slide 35 - Quiz

Tussendoor wil iedereen wat eten, dat is
A
consumeren
B
een behoefte
C
produceren

Slide 36 - Quiz

Je haalt voor iedereen een patatje, kipburger en een sinas, dat is:
A
consumeren
B
produceren
C
een behoefte

Slide 37 - Quiz

Wanneer je de bestelling doet zie je iemand de hamburgers bakken. Dat is
A
consumeren
B
produceren
C
een behoefte

Slide 38 - Quiz