1.2 De bouw van een organisme

1.2 De bouw van een organisme
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.2 De bouw van een organisme

Slide 1 - Diapositive

Opdracht 1

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 2

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 4

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 5

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 6

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 7

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 8

Slide 8 - Diapositive

Opdracht 9

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 10

Slide 10 - Diapositive

Thema 1 - Organen en cellen
1.1 - Organismen


1.3 - Werken met een microscoop
1.4 - Cellen van planten en dieren
1.5 - Biologisch onderzoek
1.2 - De bouw van een organisme

Slide 11 - Diapositive

ToDo
  • 1.2.1 Je kunt de organisatieniveaus binnen een organisme benoemen en beschrijven.

Slide 12 - Diapositive

Let op!

De volgorde van deze les komt niet overeen met de volgorde waarin het boek het uitlegt. 

Slide 13 - Diapositive

Organisatieniveaus

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Cellen

Een cel is heel erg klein. Je kunt ze met een microscoop zien. De cellen zijn de bouwstenen van je organen.

Door een microscoop kun je cellen bekijken. Ze lijken plat maar dat zijn ze in werkelijkheid niet. Er zijn verschillenden vormen, het lijken net zakje die gevuld zijn met water. 



Slide 16 - Diapositive

Soorten cellen

De vorm van de cel heeft te maken met de functie van de cel

Slide 17 - Diapositive

Weefsels
Een weefsel wordt gevormd door meerdere cellen bij elkaar (meestal met dezelfde vorm en functie). Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels. 


Slide 18 - Diapositive

Tussencelstof
Tussen cellen ligt tussencelstof deze kan hard zijn (zoals bij bot) tot vloeibaar (zoals bij bloed). En alles er tussen in, bij kraakbeen is het bv. elastisch. 
Welk type tussencelstof is afhankelijk van de functie van het weefsel. 

Slide 19 - Diapositive

Orgaan
Een orgaan is een deel van een organisme met een eigen taak. 
Bijvoorbeeld:

Slide 20 - Diapositive

Organen
Tekst
Hersenen
1
Hart
2
Maag
3
Nieren
4
Blaas
5
Darmen
6
Lever
7
Longen
8
Schildklier
9

Slide 21 - Diapositive

Borstholte en buikholte
Borstholte en buikholte worden gescheiden door het middenrif. Dit is stevig vlies. Boven het middenrif ligt de borstholte, in de borstholte liggen de longen en het hart. Onder het middenrif ligt de buikholte. 
Borstholte
Buikholte
Middenrif

Slide 22 - Diapositive

Orgaanstelsel
Een groep organen die samenwerken aan een taak, heet een orgaanstelsel. 
  •  het verteringsstelsel
  •  het bloedvatenstelsel
  •  het ademhalingsstelsel
  • het zenuwstelsel
  • het bottenstelsel 
  • het spierstelsel enz. 

Slide 23 - Diapositive

Orgaanstelsel
Organen werken vaak samen. Bijvoorbeeld om je eten te verteren heb je een maag, een dunne darm, een dikke darm, en ook een lever. Deze werken allemaal samen.

Mond
Slokdarm
Lever
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
     Dikke darm

Slide 24 - Diapositive

Verteringstelsel
Verteert je voedsel
mond
slokdarm
lever
maag
dikke darm
dunne darm

Slide 25 - Diapositive

Bloedvatenstelsel
Vervoert bloed door je lichaam
hart
aorta
holle ader

Slide 26 - Diapositive

Ademhalingstelsel
Hiermee haal je adem en krijg je zuurstof
luchtpijp
bronchië
long

Slide 27 - Diapositive

TADAAA
Kan ik de kenmerken van chromosomen beschrijven?

Ja, makkie
Ja, maar ik moet er wel over nadenken
Nee, ik raak nog erg in de war
Ik snap dit niet goed
Ik snap er helemaal niets van

Slide 28 - Sondage

Aan het werk! 
Wat? 1.2 De bouw van een organisme - opdrachten 1 t/m 9.

Waar? In BvJ online
Begin daarna aan de samenvatting van dit hoofdstuk. 


Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

timer
1:00

Slide 29 - Diapositive

Waar ligt het hart?
A
In de borstholte
B
In de buikholte

Slide 30 - Quiz

Waar ligt de dikke darm?
A
In de borstholte
B
In de buikholte

Slide 31 - Quiz

Met welke letter is de maag aangegeven?
A
Letter A
B
Letter B
C
Letter C
D
Letter D

Slide 32 - Quiz

Welk orgaanstelsel zorgt dat je eten wordt afgebroken en opgenomen?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Spierenstelsel

Slide 33 - Quiz

Welk orgaanstelsel zorgt dat er heel snelle berichten door je lichaam worden verzonden?
A
Zenuwstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Hormoonstelsel
D
Spierstelsel

Slide 34 - Quiz

Een weefsel uit de hersenen ziet er net zo uit als een weefsel uit de darmen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz