Lezen Argumentatie 1 hfst 3

Argumentatie deel 1
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Argumentatie deel 1

Slide 1 - Diapositive

Lees de startopdracht op blz. 78.
Geef je antwoord hieronder.

Slide 2 - Question ouverte

Standpunt of mening
Wat iemand vindt

Let op: dit wordt soms beschreven als een vaststaand feit.
'Windmolens verpesten het uitzicht!'

Slide 3 - Diapositive

Argument(en)
Waarom iemand iets vindt

Argumenten vormen de onderbouwing van het standpunt of de mening.

Slide 4 - Diapositive

Argumentatie
  • standpunt of mening
  • argumenten

  • feitelijke argumenten (kun je controleren)
  • waarderende argumenten
      (kun je niet controleren, heeft te maken met
       persoonlijke smaak en emotie)

Slide 5 - Diapositive

Wat is het standpunt in deze zin?
Ik ga liever niet mee naar Parijs, want dat is een dichtbevolkte stad.

Slide 6 - Question ouverte

Is het argument in deze zin feitelijk of waarderend?

Ik ga liever niet mee naar Parijs, want dat is een dichtbevolkte stad.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 7 - Quiz

Wat is het standpunt in deze zin?

De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen, dus we kunnen beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.

Slide 8 - Question ouverte

Is het argument in deze zin feitelijk of waarderend?

De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen, dus we kunnen beter stoppen met het Eurovisie Songfestival.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 9 - Quiz

De volgorde van standpunt en argument
in een tekst of zin staat dus niet vast!

Slide 10 - Diapositive

Maak opdracht 1 op blz. 78
Ben je klaar? Begin aan opdracht 2.
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 1

 1 Je moet je warm kleden als je de deur uitgaat, (S)
    want de temperatuur komt vandaag niet boven nul. (A – feitelijk)
2 Amsterdam is een geweldige stad met veel bezienswaardigheden. (A –waarderend)
    Het is dus logisch dat er zoveel toeristen op afkomen. (S)
3 Die documentaire over het Amazonegebied lijkt me echt iets voor jou. (S)
    Jij bent immers dol op natuurfilms. (A – feitelijk)
4 De meeste inzendingen zijn niet om aan te horen; (A – waarderend)
    daarom kunnen we beter stoppen met het Eurovisie Songfestival. (S)
5 Omdat jongeren vaak nog niet goed weten wat ze willen, (A – feitelijk)
    moet de leeftijdsgrens voor het laten plaatsen van tatoeages naar achttien jaar. (S)
6 De gemeente moet hier bomen planten. (S)
    Daar zou de buurt namelijk enorm van opknappen. (A – waarderend)

Slide 12 - Diapositive

Enkelvoudige argumentatie


Meervoudige argumentatie

 


De schrijver geeft één argument bij zijn standpunt.
De schrijver geeft meerdere argumenten bij zijn standpunt.

Slide 13 - Diapositive

Enkelvoudige argumentatie
Bij het standpunt wordt maar één argument gegeven
want
dus
Argumentatieschema

Slide 14 - Diapositive

Nevenschikkende argumentatie
Vorm van meervoudige argumentatie.
Bij een standpunt worden meerdere argumenten gegeven.
Elk argument staat op zichzelf.

Slide 15 - Diapositive

Onderschikkende argumentatie
Vorm van meervoudige argumentatie
Een argument wordt ondersteund door een ander argument.
dus
want

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk voor morgen
Leer de theorie van blz. 78-79.
Je kunt ook deze LessonUp gebruiken bij het leren.

Maak opdracht 3 op blz. 78-79.
Werk aan je stifgedicht.

Slide 17 - Diapositive