2OK Zelftoets T3T4

Ik beheers de leerstof van thema 3 en 4
😒🙁😐🙂😃
1 / 35
suivant
Slide 1: Sondage
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ik beheers de leerstof van thema 3 en 4
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Sondage

Ik beheers de leerstof van thema 3 en 4
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
olievatten
B
olievaten

Slide 3 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
avonturen
B
avontuuren

Slide 4 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
toestelen
B
toestellen

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
makelijk
B
makkelijk

Slide 6 - Quiz

Om het meervoud van 'vuilblik' te vormen, moet je ...
A
verenkelen
B
verdubbelen

Slide 7 - Quiz

Om het meervoud van 'maat' te vormen, moet je ...
A
verenkelen
B
verdubbelen

Slide 8 - Quiz

bureau
streep
pizza
ei
menu
kind
bad
gewonde
zeemvel
+s
+en
+'s
+eren
douche

Slide 9 - Question de remorquage

Wist je dat ...  je zweet altijd al fout bestreden hebt?
Haast iedereen gebruikt antitranspiranten op de foute manier. Bijna iedereen gebruikt deze middelen tegen zweten net als deodorant. Zo'n middel tegen zweetgeur is namelijk iets heel anders. Dat beweren dermatologen. De producten moet je daarom ook anders gebruiken, zeggen de huidartsen.

Slide 10 - Diapositive

Geef de verklaring van 'haast'.

Slide 11 - Question ouverte

Wist je dat ...  je zweet altijd al fout bestreden hebt?
Haast iedereen gebruikt antitranspiranten op de foute manier. Bijna iedereen gebruikt deze middelen tegen zweten net als deodorant. Zo'n middel tegen zweetgeur is namelijk iets heel anders. Dat beweren dermatologen. De producten moet je daarom ook anders gebruiken, zeggen de huidartsen.

Slide 12 - Diapositive

Geef de verklaring van 'antitranspiranten'.

Slide 13 - Question ouverte

Wist je dat ...  je zweet altijd al fout bestreden hebt?
Haast iedereen gebruikt antitranspiranten op de foute manier. Bijna iedereen gebruikt deze middelen tegen zweten net als deodorant. Zo'n middel tegen zweetgeur is namelijk iets heel anders. Dat beweren dermatologen. De producten moet je daarom ook anders gebruiken, zeggen de huidartsen.

Slide 14 - Diapositive

Geef de verklaring van 'deodorant'.

Slide 15 - Question ouverte

Wist je dat ...  je zweet altijd al fout bestreden hebt?
Haast iedereen gebruikt antitranspiranten op de foute manier. Bijna iedereen gebruikt deze middelen tegen zweten net als deodorant. Zo'n middel tegen zweetgeur is namelijk iets heel anders. Dat beweren dermatologen. De producten moet je daarom ook anders gebruiken, zeggen de huidartsen.

Slide 16 - Diapositive

Geef de verklaring van 'dermatologen'.

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Waaraan is het onderwerp gelijk?
A
de inleiding
B
de titel
C
de tussentitels
D
de bron

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Waar kan je de hoofdgedachte vinden?
A
de titel
B
de tussentitel
C
de eerste zin van het tekstdeel
D
de laatste zin van het tekstdeel

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

De hoofdgedachte van tekstdeel 1 is:
A
Plankton zweeft in het water.
B
De grote blauwe vinvis eet plankton.
C
De meeste vissen, schildpadden en grote zeedieren leven in de bovenste 200 meter.

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

De hoofdgedachte bij tekstdeel 2 is:
A
Het schemergebied is het gebied tot 1000 meter diepte.
B
Potvissen bewegen zich vlot door het water.
C
's Nachts komen de vissen omhoog om zich te voeden.

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

De hoofdgedachte bij tekstdeel 3 is:
A
In de diepzee is het koud, zout en pikkedonker.
B
De vissen in de diepzee produceren een soort licht om hun prooi te lokken.
C
Op de zeebodem liggen dode dieren of etensresten.

Slide 29 - Quiz

Schrijf het woord dat je leerkracht dicteert correct.

Slide 30 - Question ouverte

Schrijf het woord dat je leerkracht dicteert correct.

Slide 31 - Question ouverte

Schrijf het woord dat je leerkracht dicteert correct.

Slide 32 - Question ouverte

Schrijf het woord dat je leerkracht dicteert correct.

Slide 33 - Question ouverte

Schrijf het woord dat je leerkracht dicteert correct.

Slide 34 - Question ouverte

toelichten
verklaring
wellicht
bewijzen
eigenlijk
uitleggen
uitleg
misschien
aantonen
in feite

Slide 35 - Question de remorquage