8.3 h/v

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Leg je boeken en schriften open op de tafel

iPad met het scherm naar beneden op de tafel

Ready?

• Is iedereen aanwezig?
  

• Hebben jullie alles mee?
  
  
• Huiswerk af? 8.2 (11, 13, 17 mocht je overslaan)

Planning

LESDOEL: Decimale getallen optellen, aftrekken en vermenigvuldigen

Herhalen 8.2

Vragen?

Uitleg 8.3

Aan de slag

Hoe ging de les?

Herhalen 8.2

Weet je het nog?

Een kwadraat is een vermenigvuldiging van een getal met zichzelf.

Het berekenen van een kwadraat heet kwadrateren.

Een macht is een vermenigvuldiging van gelijke factoren.

Het berekenen van machten heet machtsverheffen.

Bedenk een voorbeeld bij beide begrippen.

Machten

Volgorde bij berekening

Stappenplan

Volgorde bij berekening

Stappenplan

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Volgorde bij berekening

Stappenplan

1. Haakjes 

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Volgorde bij berekening

Stappenplan

1. Haakjes 
2. Machten (dus ook Kwadateren)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Volgorde bij berekening

Stappenplan

1. Haakjes 
2. Machten (dus ook Kwadateren)
3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Volgorde bij berekening

Stappenplan

1. Haakjes 
2. Machten (dus ook Kwadateren)
3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Vragen?

Zijn er nog vragen over het huiswerk van 8.2

Paragraaf 8.3: Decimale getallen

Opdracht 21

Decimale getallen optellen

    

Opdracht 21

Decimale getallen optellen

      a) 0,3 + 0,6 = 

Opdracht 21

Decimale getallen optellen

      a) 0,3 + 0,6 = 0,9

     

Opdracht 21

Decimale getallen optellen

      a) 0,3 + 0,6 = 0,9

      b) 1,9 + 0,5 = 

Opdracht 21

Decimale getallen optellen

      a) 0,3 + 0,6 = 0,9

      b) 1,9 + 0,5 = 2,4

Opdracht 21

Decimale getallen optellen

      a) 0,3 + 0,6 = 0,9

      b) 1,9 + 0,5 = 2,4

Decimale getallen aftrekken

      

Opdracht 21

Decimale getallen optellen

      a) 0,3 + 0,6 = 0,9

      b) 1,9 + 0,5 = 2,4

Decimale getallen aftrekken

      c) 4,6 - 0,8 = 

Opdracht 21

Decimale getallen optellen

      a) 0,3 + 0,6 = 0,9

      b) 1,9 + 0,5 = 2,4

Decimale getallen aftrekken

      c) 4,6 - 0,8 = 3,8

   

Opdracht 21

Decimale getallen optellen

      a) 0,3 + 0,6 = 0,9

      b) 1,9 + 0,5 = 2,4

Decimale getallen aftrekken

      c) 4,6 - 0,8 = 3,8

      d) 2,48 - 0,13 =

Opdracht 21

Decimale getallen optellen

      a) 0,3 + 0,6 = 0,9

      b) 1,9 + 0,5 = 2,4

Decimale getallen aftrekken

      c) 4,6 - 0,8 = 3,8

      d) 2,48 - 0,13 = 2,35

Vermenigvuldigen

Vermenigvuldigen

Vermenigvuldigen met 1: de komma blijft op dezelfde plek (0 nullen).
          5 x 1 = 5

Vermenigvuldigen

Vermenigvuldigen met 1: de komma blijft op dezelfde plek (0 nullen).
          5 x 1 = 5

vermenigvuldigen met 10: de komma gaat één naar rechts (1 nul).

          5 x 10 = 50

Vermenigvuldigen

Vermenigvuldigen met 1: de komma blijft op dezelfde plek (0 nullen).
          5 x 1 = 5

vermenigvuldigen met 10: de komma gaat één naar rechts (1 nul).

          5 x 10 = 50

Vermenigvuligen met 100: de komma gaat twee naar rechts (2 nullen).

          5 x 100 = 500

Vermenigvuldigen met decimalen

Vermenigvuldigen met 0,1: De komma gaat één naar links. (1 getal achter de komma)

Vermenigvuldigen met decimalen

Vermenigvuldigen met 0,1: De komma gaat één naar links. (1 getal achter de komma)

         0,1 x 5 = 0,5

Iets keer 0,1 doen is hetzelfde als iets delen door 10

Vermenigvuldigen met decimalen

Vermenigvuldigen met 0,1: De komma gaat één naar links. (1 getal achter de komma)

         0,1 x 5 = 0,5

Vermenigvuligen met 0,01: de komma gaat twee naar links (2 getallen achter de komma)

         

Iets keer 0,1 doen is hetzelfde als iets delen door 10

Vermenigvuldigen met decimalen

Vermenigvuldigen met 0,1: De komma gaat één naar links. (1 getal achter de komma)

         0,1 x 5 = 0,5

Vermenigvuligen met 0,01: de komma gaat twee naar links (2 getallen achter de komma)

         0,01 x 5 = 0,05

Iets keer 0,1 doen is hetzelfde als iets delen door 10

Iets keer 0,01 doen is hetzelfde als iets delen door 100

Vermenigvuldigen met decimalen

Vermenigvuldigen met 0,1: De komma gaat één naar links. (1 getal achter de komma)

         0,1 x 5 = 0,5

Vermenigvuligen met 0,01: de komma gaat twee naar links (2 getallen achter de komma)

         0,01 x 5 = 0,05

Voorbeeld: 0,4 x 2. 

Iets keer 0,1 doen is hetzelfde als iets delen door 10

Iets keer 0,01 doen is hetzelfde als iets delen door 100

Vermenigvuldigen met decimalen

Vermenigvuldigen met 0,1: De komma gaat één naar links. (1 getal achter de komma)

         0,1 x 5 = 0,5

Vermenigvuligen met 0,01: de komma gaat twee naar links (2 getallen achter de komma)

         0,01 x 5 = 0,05

Voorbeeld: 0,4 x 2. Dit betekend dat je twee keer de 0,4 hebt. 

                      

Iets keer 0,1 doen is hetzelfde als iets delen door 10

Iets keer 0,01 doen is hetzelfde als iets delen door 100

Vermenigvuldigen met decimalen

Vermenigvuldigen met 0,1: De komma gaat één naar links. (1 getal achter de komma)

         0,1 x 5 = 0,5

Vermenigvuligen met 0,01: de komma gaat twee naar links (2 getallen achter de komma)

         0,01 x 5 = 0,05

Voorbeeld: 0,4 x 2. Dit betekend dat je twee keer de 0,4 hebt. 

                      0,4 + 0,4 = 0,8

Iets keer 0,1 doen is hetzelfde als iets delen door 10

Iets keer 0,01 doen is hetzelfde als iets delen door 100

Opdracht 21

Decimale getallen vermenigvuldigen met gehele getallen

      e) 3 x 0,4 =

Opdracht 21

Decimale getallen vermenigvuldigen met gehele getallen

      e) 3 x 0,4 = 1,2

    

Opdracht 21

Decimale getallen vermenigvuldigen met gehele getallen

      e) 3 x 0,4 = 1,2

      f) 5 x 0,3 =

Opdracht 21

Decimale getallen vermenigvuldigen met gehele getallen

      e) 3 x 0,4 = 1,2

      f) 5 x 0,3 = 1,5

     

Opdracht 21

Decimale getallen vermenigvuldigen met gehele getallen

      e) 3 x 0,4 = 1,2

      f) 5 x 0,3 = 1,5

      g) 0,8 x 3 =

Opdracht 21

Decimale getallen vermenigvuldigen met gehele getallen

      e) 3 x 0,4 = 1,2

      f) 5 x 0,3 = 1,5

      g) 0,8 x 3 = 2,4

      

Opdracht 21

Decimale getallen vermenigvuldigen met gehele getallen

      e) 3 x 0,4 = 1,2

      f) 5 x 0,3 = 1,5

      g) 0,8 x 3 = 2,4

      h) 0,1 x 8 = 

Opdracht 21

Decimale getallen vermenigvuldigen met gehele getallen

      e) 3 x 0,4 = 1,2

      f) 5 x 0,3 = 1,5

      g) 0,8 x 3 = 2,4

      h) 0,1 x 8 = 0,8

Aan de slag

Ondersteunende route: O22, 22abc, 23, O24, O25, 26efgh

Doorlopende route: 22abc, 23, 24def, 25, 26 efgh, 28fghij 

Uitdagende route: 22abc, 23, 25, 26efgh, 28fghij, U6, U7 

Kijk je werk goed na met een andere kleur!!

Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, let op dat de muziek niet te hard staat. 

• Oortjes in? Mond op slot! 
  
• Afspeellijst aan, Ipad omgedraaid op tafel!

Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees de blauwe vakjes en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt. 

(Kies je eigen leerroute!)

Tot 10.30 of 13.50

Lesdoel behaalt?

Ik kan nu decimale getallen ...

• Optellen
• Aftrekken
• Vermenigvuldigen

Ik vind het volgende het moeilijkst.

1. Decimale getallen optellen en aftrekken.
2. Decimale getallen vermenigvuldigen.
3. De rekenvolgorde toepassen.
4. Geen van allen.

Laatste les

• Bedankt voor de fijne tijd!
  
• Traktatie