H 4.2 Eenheden van lengte

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk nakijken

 Uit je boek:

H 8.1
  Opdrachten 
 4, 5, 6 

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
Ik weet wat eenheden zijn. 
Ik ken de afkortingen van de meest voorkomende eenheden. 
Ik ken de waarden van de woorden: kilo = 1000, hecto = 100, deca = 10, deci = 0.1, centi = 0.01, milli = 0.001. 
Ik weet wat grootheden en eenheden zijn. 
Ik kan grootheden en eenheden aan elkaar koppelen. 

Slide 3 - Diapositive

Welke eenheden horen bij de grootheid lengte?

Slide 4 - Question ouverte

Welke eenheden horen bij de grootheid gewicht?

Slide 5 - Question ouverte

Welke waarde hoort bij
kilo?
A
1000
B
100
C
10
D
0,1

Slide 6 - Quiz

Welke waarde hoort bij
hecto?
A
1000
B
100
C
10
D
0,1

Slide 7 - Quiz

Welke waarde hoort bij
deci?
A
1000
B
100
C
10
D
0,1

Slide 8 - Quiz

Welke waarde hoort bij
milli?
A
0,1
B
0,01
C
0,001
D
0,0001

Slide 9 - Quiz

Doelen van deze les
- Ik ken de eenheden van lengte.
- Ik kan de eenheden van lengte omrekenen. 
- Ik kan met de eenheden van lengte, in een contextsom, rekenen. 
- Ik kan omtrek uitrekenen en hier de juiste lengte-eenheid aan koppelen. 

Slide 10 - Diapositive

Eenheden van lengte (blz. 78)

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 15 (blz. 82)


 









aantal
240









aantal







a. 5 km = ... m
b. 3 m = ... cm
c. 4 dm = ... cm
d. 3000 cm = ... m
e. 7000 m = ... km
f. 8000 mm = ... cm

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 18 (blz. 83)
Clayton heeft een fietscomputer.
Thuis staat de computer op 247,2 km.
Als hij op school komt, staat de computer op 259,7 km.

18. Hoe ver woont Clayton van school?

 









aantal
240









aantal







Slide 13 - Diapositive

Opdracht 19 en 20 (blz. 83)
Clayton maakt een omweg als hij naar huis fietst. 
Hij fietst 4,3 km meer


19. Wat is de afstand die hij nu fietst?
20. Schrijf de nieuwe stand op van de fietscomputer.

 









aantal
240









aantal







Slide 14 - Diapositive

Omtrek (kgt blz. 90)

Wil je de omtrek weten?
Tel dan alle zijden bij elkaar op. 
Bij de omtrek hoort altijd een lengte-eenheid, bijvoorbeeld cm of m.
 








aantal
240









aantal







Slide 15 - Diapositive

Opdracht 19 (kgt blz. 91)
Piet maakt schrikdraad om het weiland.

a. Bereken de lengte van de zijden 
   waar een vraagteken bij staat.
b. Hoeveel meter is de lengte van 
   het schrikdraad?

Slide 16 - Diapositive

Doelen van deze les
- Ik ken de eenheden van lengte.
- Ik kan de eenheden van lengte omrekenen. 
- Ik kan met de eenheden van lengte, in een contextsom, rekenen. 
- Ik kan omtrek uitrekenen en hier de juiste lengte-eenheid aan koppelen. 
 

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk

H 8.2
Opdr. 14, 16, 17, 22, 23, 24

Blauwe snelhechter: 21, 22

Slide 18 - Diapositive