H 8.2 Eenheden van lengte

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Wat gaan we deze les doen?

- Terugblik

- Doelen van deze les

- Theorie

- Huiswerk

Terugblik

Ik weet wat eenheden zijn. 

Ik ken de afkortingen van de meest voorkomende eenheden. 

Ik ken de waarden van de woorden: kilo = 1000, hecto = 100, deca = 10, deci = 0.1, centi = 0.01, milli = 0.001. 

Ik weet wat grootheden en eenheden zijn. 

Ik kan grootheden en eenheden aan elkaar koppelen. 

Welke eenheden horen bij de grootheid lengte?
Gebruik afkortingen.

Welke eenheden horen bij de grootheid gewicht?
Gebruik afkortingen.

Welke waarde hoort bij
kilo?

1. 1000
2. 100
3. 10
4. 0,1

Welke waarde hoort bij
hecto?

1. 1000
2. 100
3. 10
4. 0,1

Welke waarde hoort bij
deci?

1. 1000
2. 100
3. 10
4. 0,1

Welke waarde hoort bij
milli?

1. 0,1
2. 0,01
3. 0,001
4. 0,0001

Doelen van deze les

- Ik ken de eenheden van lengte.

- Ik kan de eenheden van lengte omrekenen. 

- Ik kan met de eenheden van lengte, in een contextsom,     

   rekenen. 

- Ik kan omtrek uitrekenen en hier de juiste lengte-eenheid       aan koppelen. 

- Ik ken de Engelse lengte-eenheden mile, yard, foot, inch. 

Eenheden van lengte (blz. 78)

Opdracht 15 (blz. 82)

 

aantal

240

aantal

a. 5 km = ... m

b. 3 m = ... cm

c. 4 dm = ... cm

d. 3000 cm = ... m

e. 7000 m = ... km

f. 8000 mm = ... cm

Opdracht 18 (blz. 83)

Clayton heeft een fietscomputer.

Thuis staat de computer op 247,2 km.

Als hij op school komt, staat de computer op 259,7 km.

18. Hoe ver woont Clayton van school?

 

aantal

240

aantal

Opdracht 19 en 20 (blz. 83)

Clayton maakt een omweg als hij naar huis fietst. 

Hij fietst 4,3 km meer

19. Wat is de afstand die hij nu fietst?

20. Schrijf de nieuwe stand op van de fietscomputer.

 

aantal

240

aantal

Opgaven maken

 

H 8.2

Opdrachten

14, 16, 17, 22, 23, 24

Kopie: 21, 22

Huiswerk

H 8.2

Opdrachten

14, 16, 17, 22, 23, 24

Kopie: 21, 22