ademhaling (H11)

ademhaling (H11)
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuur en techniekMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

ademhaling (H11)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Snelle check in: Hoe voel jij je vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
Ontspanningsoefening
Uitleg over ademhaling bij mens en dier


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhaling/ gaswisseling
Elk organisme heeft zuurstof nodig om in leven te blijven. Zuurstof is nodig bij de verbranding, beweging, groei en soms ook bij het warm houden van het lichaam.
Afvalproducten die ontstaan bij de verbranding zijn koolstofdioxide en water. Dit wordt gaswisseling genoemd.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

gaswisseling
  • Bij eencelligen door het
celmembraan.
  • Osmotische waarde: 
balans watermoleculen 
door een semipermeabel 
membraan.
  • Diffusie: deeltjes verplaatsen
van hoge naar lage concentratie
  • passieve processen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

osmose bij plantencel






In zout water              gelijke concentratie     hoge druk/ vers water 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaswisseling bij planten (H2)






 fotosynthese/ verbranding

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhaling insecten
  • Insecten ademen via stigma (opening) en tracheeën (buisjes)
  • Gaswisseling vindt aan het einde plaats in de cellen via diffusie
  • Insect in je drinken gevallen? Stigma en tracheeën lopen vol vloeistof en insect stikt.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vissen
In de kieuwholten liggen de kieuwen. De kieuwen bestaat uit kieuwbogen met kieuwplaatjes. Hier vindt de gaswisseling plaats.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vissen: ademhaling
  • Koudbloedig --> minder O2 nodig
  • Gaswisseling door kieuwen d.m.v. diffusie
  • O2 uit  water --> in  bloedvat 
  • CO2 uit bloed --> in water
  • Tegenstroomprincipe zorgt voor optimale gaswisseling

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vissen
Kieuwen = ademhalingsorganen om zuurstof uit het water kunnen halen.
  • Kieuwboog
  • Kieuwplaatjes 
  • Kieuwlamellen = kleine plooien op kieuwplaatjes voor de gaswisseling


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kieuwen

  • Vissen gebruiken hun kieuwen om zuurstof uit het water te filteren

  • Ze gebruiken hun bek en de kieuwdeksel om water langs de kieuwlamellen te krijgen

  • Net als longen een groot oppervlakte voor gaswisseling

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De axolotl
  • De axolotl is een amfibie die zijn hele leven eigenschappen van een larve (jonge amfibie) houdt.
  • Hij heeft uitwendige kieuwen en een staartvin, waardoor hij goed aangepast is aan het leven in water. Bij droogte kan het ook op het land leven en haalt adem via zijn longen en de huid.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Axolotl
  • Een axolotl is een watersalamander. In het water heeft hij franjeachtige kieuwen, waarmee hij ademhaalt. Het is een amfibie.
  • Alleen als er minder water is en het meer op sommige plaatsen droogvalt, verandert de axolotl in een landdier. Hij haalt dan adem met zijn longen.
  • De Mexicanen vangen de axolotl en eten hem als vis. Het is een dier dat met uitsterven wordt bedreigd. 
  • Een axolotl kan vanuit zijn stamcellen weer onderdelen laten aangroeien.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kikkers
  • Bij een kikker vindt ook een totale gedaanteverwisseling plaats
  • De manier van ademhaling verandert bijvoorbeeld compleet
  • Jonge amfibieën ademen door hun kieuwen en huid, als ze volwassen zijn ademen ze via hun longen en via hun huid.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhaling bij dieren
zoogdieren > longen

amfibieën > jonge dieren  via de kieuwen en de huid. later via de longen en de huid.

reptielen> via de longen

Vissen> via de kieuwen > kieuwplaatjes

insecten > tracheeën> stigma's

eencelligen>celmembraan

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhaling bij vogels
longen (zonder longblaasjes) en luchtzakken

Slide 19 - Diapositive

2 neusopeningen boven snavel
neuskamer
longen klein en kunnen niet groter of kleiner worden
vogel heeft luchtzakken die wel uitzetten
In- en uitademen
Via neus: voordeel lucht wordt enigszins gezuiverd, vochtig gemaakt en verwarmd. Je kunt schadelijke gassen ruiken.
Via mond: grotere hoeveelheid lucht in één keer (bij inspanning)

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inademen via je neus
  • Neusharen houden grove stofdeeltjes tegen

  • Neusslijmvlies (afb) 
    -  slijm: Kleine stofdeeltjes / ziekteverwekkers kleven
    - Vochtig
    - Bloed verwarmt het slijmvlies: lucht warm

  • Reukzintuig waarschuwt je voor gevaar!

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ademhaling via de longen
De neusholte is bedekt met slijmvlies. Haartjes filteren al wat stofdeeltjes uit de lucht en micro organismen plakken aan het slijm. Die raak je kwijt door te snuiten (snot) of niezen (met een snelheid van ca. 150 km/uur, ongeveer 42 m/s).
Huis en strottenklepje houden de ademweg open.
Alleen als je slikt sluit de huig de neusholte af en het 
strotklepje de luchtpijp.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

longen en longblaasjes
de weg van de in- en uitgeademde lucht



https://www.longfonds.nl/alles-over-longen/longblaasjes

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ademhaling
  • Luchtpijp is gemaakt van kraakbeenringen, die voorkomen dat de luchtpijp dichtgedrukt wordt.
  • Binnenkant luchtpijp bedekt met slijmvlies en trilharen. Bij een verkoudheid gaat een deel van het slijm via de keelholte en de slokdarm naar de maag, deel wordt door hoesten verwijderd.
  • De luchtpijp splitst zich in 2 bronchiën, die vertakken zich weer in kleinere buisjes en eindigen bij de longblaasjes met een groot oppervlak van 100 m2 . Achter de luchtpijp loopt de slokdarm, deze heeft geen kraakbeen.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Luchtwegen
  • Neus
  • Neusholte
  • Neuskeelholte
  • Keelholte
  • Strottenhoofd (larynx)
  • Luchtpijp (trachea)
  • Luchtpijptakken (bronchiën / bronchioli)
  • Longen
  • Longblaasjes (alveoli)

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaswisseling
Gaswisseling

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

borst vs buik ademhaling
  • borst: borstbeen & rib omhoog - tussenribspieren 
  • Buik: middenrif + buik naar voren
  • Inademing: middenrif naar beneden, borstholte groter
  • Uitademing: middenrif naar boven, borstholte kleiner.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met middenrif, buikspieren, tussenribspieren en de sleutelbeenspieren
2 manieren van 
ademhalen. Borst &
Buik.


Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenstelling lucht

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CO2 aantonen
Kalkwater is een heldere oplossing. Met koolstofdioxide kan je het kalkwater laten veranderen in een troebele vloeistof.

Kalkwater is een indicator voor het aantonen van de aanwezigheid van CO2

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhalen bij dieren. Welke stelling is juist?
A
Vogels met tracheeën en vissen met kieuwen
B
Vissen met kieuwen en eencelligen met stigma's
C
Eencelligen met celmembraan en vogels met longen
D
Vogels met longen en eencelligen met stigma's

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ademhaling dankzij het samentrekken van het middenrif en de buikspieren.
Ademhaling dankzij het bewegen van de ribben en het borstbeen.
Spieren waarmee het midden-rif kan worden bewogen.
Spieren tussen de ribben waarmee de ribben en het borstbeen kunnen worden bewogen.
Tussenribspieren
Middenrifspieren
Buik-ademhaling
Borst-ademhaling

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hiernaast is een deel van de
longen weergegeven.
Welke letter is een longblaasje?
A
P
B
Q
C
R
D
Geen van deze letters

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Exit ticket: Leg uit waarom je bij iemand mond op mond beademing kunt geven met jouw uitgeademde lucht.

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Exit-ticket: Leg uit hoe de heimlich greep er
voor zorgt dat een blokkade in de luchtpijp
kan worden opgeheven.

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik vond de uitleg duidelijk
010

Slide 37 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions