zintuigen oefenen

zintuigen oefenen
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

zintuigen oefenen

Slide 1 - Diapositive

Welk zintuig ligt er niet in je huid?
A
Koude zintuig
B
Tastzintuig
C
Evenwichtszintuig
D
Drukzintuig

Slide 2 - Quiz

Waarnemen doe je met je ...
A
zenuwstelsel
B
hersenen
C
zintuigen

Slide 3 - Quiz

Hoe heet het buitenste vlies van je oog, die je oog beschermt?
A
Vaatvlies
B
Hoornvlies
C
Netvlies
D
Harde oogvlies

Slide 4 - Quiz

Wat geeft nummer 6 aan?
A
Pijnpunt
B
Drukzintuig
C
Zenuw
D
Tastknopje

Slide 5 - Quiz

Wat is een impuls?
A
een signaal uit de omgeving
B
een elektrisch signaal in de huid
C
een elektrisch signaal dat door zenuwen gaat
D
signaal in de hersenen

Slide 6 - Quiz

het ruggenmerg bestaat uit
A
bloedvaten
B
zenuwcellen
C
kraakbeen
D
beenmerg

Slide 7 - Quiz

Hoe sturen de hersenen je beenspieren aan.
A
Een impuls vanuit de hersenenen naar je beenspier.
B
met je ruggenmerg
C
Met een prikkel
D
je spier trek zich samen.

Slide 8 - Quiz

Gevoelszenuwcellen geleiden impulsen van
naar                             .

De                             uitloper is verbonden met                        ,
de                              uitlopers zijn verbonden met andere                                .
zintuigen
het centrale zenuwstelsel
lange
korte
een zintuig
zenuwcellen
het ruggenmerg of de hersenen
de huid

Slide 9 - Question de remorquage

Wat heeft GEWENNING met het Zintuigenstelsel te maken?
A
Zintuigen worden gevoelloos voor een prikkel
B
Zintuigen ontvangen lange tijd zelfde prikkels
C
Zintuigen ontvangen lange tijd geen prikkels
D
Zintuigen ontvangen verkeerde prikkels

Slide 10 - Quiz

Welke prikkel hoort niet bij het zintuig de huid?
A
kou
B
pijn
C
smaakstoffen
D
warmte

Slide 11 - Quiz

Welk vlies in je oog voert voedingsstoffen naar je oog?
A
het hoornvlies.
B
het netvlies
C
het vaatvlies
D
harde oogvlies

Slide 12 - Quiz

Wat is de prikkel voor je oog?
A
Geluid
B
Omgeving zien
C
Licht
D
Waarnemen

Slide 13 - Quiz


Met welk onderdeel van het oog kun je het oog alle kanten opdraaien?
A
Glasachtig lichaam
B
Vaatvlies
C
Pupil
D
Oogspier

Slide 14 - Quiz

De onderdelen van het oor van de hond hebben dezelfde naam als de onderdelen van het oor van de mens.
Wat is de naam van onderdeel C?
A
Gehoorgang
B
Gehoorbeentjes
C
Oorschelp
D
Trommelvlies

Slide 15 - Quiz

Wat zit er NIET in je oor?
A
slakkenhuis
B
fornuis
C
stijgbeugel
D
gehoorgang

Slide 16 - Quiz

Welk onderdeel van je oog zorgt ervoor dat je oog vochtig wordt?
A
De wenkbrauw
B
Je wimpers
C
De traanklier
D
Je ooglid

Slide 17 - Quiz

Sleep de onderdelen van het oog naar de juiste plek.
Hoornvlies
Netvlies
Ooglens
Iris
pupil
Glasachtig lichaam

Slide 18 - Question de remorquage

Welke uitspraak over de pupilreflex is juist?
Een pupilreflex ontstaat ...
A
alleen als de hoeveel-heid licht afneemt
B
alleen als de hoeveel-heid licht toeneemt
C
als jij dat zelf wilt, je beslist dit met je hersenen
D
zowel bij het afnemen als het toenemen van de hoeveelheid licht

Slide 19 - Quiz


Welk onderdeel van het oog zorgt voor de hoeveelheid lichtinval in het oog? 
A
Netvlies
B
Pupil
C
Hoornvlies
D
Lens

Slide 20 - Quiz

Wanneer is je pupil op
zijn grootst?
A
Als de zon schijnt
B
Als je in het donker wilt kijken
C
Als het bewolkt is
D
Als je tegen het licht in kijkt

Slide 21 - Quiz

Om te zien moet er licht in je oog komen. Via welke onderdelen van het oog komt het licht in je oog?
A
hoornvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam, netvlies
B
lens, pupil, hoornvlies, netvlies, glasachtig lichaam
C
hoornvlies, netvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam
D
netvlies, glasachtig lichaam, pupil, lens, hoornvlies

Slide 22 - Quiz

13. Alle zenuwen, ruggenmerg, en hersenen samen noemen we ...
A
spierenstelsel
B
zenuwstelsel
C
zintuigenstelsel
D
bloedvatenstelsel

Slide 23 - Quiz

Waar bevinden zich de zintuigen in je huid? Sleep het zintuig naar de juiste huidlaag.
Opperhuid
Lederhuid
Onderhuidsbindweefsel
Pijnzintuig
Tastzintuig
Warmte-zintuig
koude-zintuig

Slide 24 - Question de remorquage

Wat is de functie van het netvlies?
A
Levert voedingsstoffen aan het oog
B
Hier gaat het licht als eerst doorheen
C
Zet licht prikkels om in impulsen
D
Geleid de impulsen naar de hersenen

Slide 25 - Quiz

Welk onderdeel van het oog beschermt je oog niet?
A
Wenkbrauw
B
Ooglid
C
Wimper
D
Hoornvlies

Slide 26 - Quiz


De huid
Wat is juist?
A
A: dode cellen B: deze cellen gaan dood C: nieuwe cellen worden gevormd 1 : Hoornlaag - 2. Kiemlaag
B
A: nieuwe cellen worden gevormd B: dode cellen C: deze cellen gaan dood 1. Opperhuid - 2. Hoornlaag

Slide 27 - Quiz

Netvlies
Van welke richting valt het licht op het netvlies ?
A
van boven
B
van onder
C
van links
D
van rechts

Slide 28 - Quiz

Hoe is het beeld van de koe op het netvlies?
A
Koe 1
B
Koe 2
C
Koe 3
D
Koe 4

Slide 29 - Quiz

Waar in het oor worden impulsen gemaakt?
A
in de oorschelp
B
in het trommelvlies
C
in het slakkenhuis
D
in de gehoorszenuw

Slide 30 - Quiz

1: Het is een zintuig dat in de huid ligt en reageert
op kou
2: Een zintuig dat in de huid ligt en reageert op
warmte
A
1: Koude zintuig 2: Warme zintuig
B
1: Warme zintuig 2: Koude zintuig
C
De lederhuid
D
De opperhuid

Slide 31 - Quiz

De huid:

De huid bestaat uit verschillende onderdelen. In welk deel liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
D
Onderhuidse bindweefsel

Slide 32 - Quiz

Wat is het netvlies?
Wat is het vaatvlies?
A
R=Netvlies S=Vaatvlies
B
R=Netvlies Q=Vaatvlies
C
S=Netvlies R=Vaatvlies
D
S=Netvlies Q=Vaatvlies

Slide 33 - Quiz

Welk onderdeel wordt er met nummer 2 aangewezen?

A
Vet onder de huid
B
Spier
C
Huid
D
hoornlaag

Slide 34 - Quiz

Welke klieren vindt je in de gehoorgang?
A
Geluidsklier
B
Oorsmeerkliertje
C
Zintuigklieren.
D
Gehoorklier

Slide 35 - Quiz

Welke loopt via de ruggenmerg?
A
De impuls
B
De prikkel
C
De respons
D
De spier

Slide 36 - Quiz

Tong
Reukzintuig
Neusholte

Slide 37 - Question de remorquage

Het oor heeft als taak prikkels op te vangen.
Wat is de adequate prikkel voor het oor?
A
geur
B
druk
C
licht
D
geluid

Slide 38 - Quiz

geur 
ruiken 
neus 
licht 
smaak 
aanraking
geluid 
voelen
zien
horen 
proeven
huid 
tong 
oog
oor 

Slide 39 - Question de remorquage

Wat is de juiste volgorde van het geluid door het oor?
A
gehoorgang - gehoorbeentjes - trommelvlies
B
gehoorbeentjes - trommelvlies - gehoorgang
C
gehoorgang - trommelvlies - gehoorbeentjes
D
trommelvlies - gehoorgang- gehoorbeentjes

Slide 40 - Quiz

Het oog licht beschermd in de oogkas van de schedel. Hoe wordt het oog vochtig gehouden?
A
alleen door het vocht van de traanklier
B
door al knipperend vocht te verspreiden over het oog
C
door de wenkbrauwen
D
door de wimpers

Slide 41 - Quiz

In het oor worden trillingen uit de lucht versterkt. In welk onderdeel van het oor gebeurt dit?
A
Het slakkenhuis
B
De oorschelp
C
De gehoorbeentjes
D
Het trommelvlies

Slide 42 - Quiz


Welk zintuig van de huid ligt het diepst in de huid?
A
Pijnpunten
B
Drukzintuigen
C
Koudezintuigen
D
Tastzintuigen

Slide 43 - Quiz

Hoe heten de zintuigcellen van het netvlies
A
Kegeltjes en vlekjes
B
Stipjes en staafjes
C
Stipjes en vlekjes
D
Kegeltjes en staafjes

Slide 44 - Quiz