Kijken en Luisteren H.1 Interview

Kijken en luisteren H. 1 Interview
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Kijken en luisteren H. 1 Interview

Slide 1 - Diapositive

Verbale communicatie
Dat wat er wordt gezegd....

Slide 2 - Diapositive

Non-verbale communicatie
Lichaamstaal

Slide 3 - Diapositive

Informatie die je krijgt tijdens een interview is:
A
verbale communicatie
B
non-verbale communicatie
C
arbitrale communicatie
D
non-arbitrale communicatie

Slide 4 - Quiz

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 5 - Quiz

Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken

Slide 6 - Quiz


A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 7 - Quiz

Verbale
 communicatie
Non-verbale communicatie

Slide 8 - Question de remorquage

Vandaag
H1 Kijken en luisteren 
een interview beoordelen

Slide 9 - Diapositive

Lesdoelen

  • Ik kan een interview beoordelen.

Slide 10 - Diapositive

Een interview beoordelen
Als je kijkt en/of luistert naar een interview, krijg je veel informatie. 
  • Let op:
  • formuleert hij zelf zijn antwoord of antwoordt hij alleen met ‘ja’ of ‘nee’?
  • Wordt de geïnterviewde aangemoedigd om verder te vertellen
  • Geeft de geïnterviewde wel antwoord op alle vragen?
  • Geeft de geïnterviewde uitgebreid of heel kort antwoord op de vragen?
  • via verbale communicatie
De informatie die je krijgt door wat er precies gezegd wordt.
Informatie door te kijken naar de lichaamstaal van mensen.
  • via non-verbale communicatie
Let op:
  • hun gezicht: kijken ze elkaar aan, glimlachen ze naar elkaar of knikken ze als ze elkaar begrepen hebben
  • de rest van hun lichaam: zitten ze naar elkaar toe gedraaid, rechtop of juist onderuit gezakt?
  • hun gevoel: zijn de personen ontspannen of lijken ze gestrest?
signalen:
Hebben invloed op gevoel van gesprekspartner.

Slide 11 - Diapositive

Begrepen?

Slide 12 - Diapositive

Oefenen

Slide 13 - Diapositive

Maak opdracht 1
timer
2:00

Slide 14 - Diapositive

Maak opdracht 2
Bekijk de beide fragmenten uit Basta. Lees de vragen door voordat je het fragment bekijkt, zodat je weet waarop je moet letten tijdens het kijken.


Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

Opdracht 2

1 Meisjes praten veel en willen alles delen; jongens houden meer van avontuur en zijn competitiever.
2 Jongens praten over voetbal en over meisjes en ze shoppen niet; meisjes praten over jongens.
3 Ze zijn daar niet bang voor, omdat ze niet van dezelfde jongens houden.
4 Meisjes kunnen wel tien tot twintig hartsvriendinnen hebben; jongens hebben er maar een, soms twee of drie, maar niet meer dan vijf. 
Meisjes praten over meidendingen, zoals make-up; jongens praten over jongensdingen, zoals games.
5 De interviewer is er niet op uit om een bepaald antwoord te krijgen; hij is geïnteresseerd in de mening van de geïnterviewde jongens en meisjes.
6 ja – toelichting: Hij zit er ontspannen bij en komt heel natuurlijk over. 
7 ja en nee – toelichting: Ze zijn redelijk ontspannen, maar je kunt wel aan hen zien dat het geen makkelijk onderwerp is om over te praten. Ze komen wat aarzelend over en kijken veel naar elkaar, alsof ze willen checken of de ander het er mee eens is. 
8 Niet de hele tijd; dat komt vooral doordat de interviewer tussen de geïnterviewden in zit. 
9 Hij knikt, zegt ‘ja’ en hij checkt of zijn conclusie klopt (dus jullie zijn echt best friends forever?).


Slide 17 - Diapositive

Maak opdracht 3
Je gaat kijken naar een fragment uit Pauw en Witteman. Zij interviewen Laura Dekker, die in haar eentje de wereld rondgezeild heeft. Lees de vragen door voordat je het fragment bekijkt, zodat je weet waarop je moet letten tijdens het kijken.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Opdracht 3 

1 Laura zeilde in haar eentje de wereld over. 
2 drie van de volgende vier: (1) Ze durft de interviewer nauwelijks aan te kijken en als ze het wel doet, kijkt ze een beetje wantrouwend. (2) Ze kijkt niet naar de beelden van zichzelf. (3) Ze praat zachtjes, met weinig intonatie. (4) Ze lacht een beetje verlegen.
3 Ze lijkt iets meer op haar gemak te zijn, want ze geeft uitgebreid antwoord op de vragen. Maar ze spreekt nog steeds vrij vlak en als Paul Witteman zegt dat ze een bijzondere prestatie heeft geleverd, kijkt ze alsof ze niet gelooft dat hij dat meent. 
4 Die stonden daar omdat Sint Maarten het eindpunt van haar reis was. 
5 Ze had het veel te druk met zeilen en navigeren. 
6 Nee, want je kunt de situatie op zee niet oefenen. De boot beweegt en op zee word je wakker en kijk je om je heen en ga je weer verder slapen als het kan. Dit kun je niet 
7 Witteman noemt haar ‘een nationale trots’; hij zegt dat ze trots op haar zijn en dat ze niet bang hoeft te zijn dat ze gefileerd (= streng en kritisch ondervraagd) wordt. 
8 Ze zijn heel open en ontspannen, ze kijken haar geïnteresseerd aan en stellen op een vriendelijke manier vragen. Ze lachen met haar mee als ze het heeft over de slaaptraining die ze moest volgen.
9 Ze beweegt meer, ze lacht veel meer en ze laat haar gezicht meer spreken. 
10 Ze praat op normale toon, met meer intonatie, en ze vertelt open over haar avontuur. Je kunt horen dat ze weet waar ze het over heeft. 

Slide 20 - Diapositive

Evaluatie Lesdoelen
Ik weet:
  • vragen over de inhoud van interviews beantwoorden.
  • de verbale en non-verbale communicatie van interviewer en geïnterviewde beoordelen.

Slide 21 - Diapositive

Ik vond deze les:
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage