Tony chocoloniles

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

welke intro (1 punt)?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Benoem de volgende woorden (woordsoorten).
Je kan je misschien niet voostellen hoe je moeder zal reageren.

Slide 4 - Diapositive

Ontleed de volgende zin:
Over een week zal je het einde van de vakantie gaan zien.
pv:
ww.gez:
ow:
lv:
mv:
bwb:

Slide 5 - Diapositive

Vul in (vernielen):
Ik wil dat je met kerst niet de coniferen van de buren verniel... door het gebruik van vuurwerk.



(intro)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Vul in (betekenen, verwachten)
Het beteken..... vooral dat de verwach....e resultaten van Twente tegenvallen.

Slide 8 - Diapositive

Noem zoveel mogelijk:
tekstdoelen!

Slide 9 - Diapositive

Geef haar direct een nieuwe Iphone!
haar=

pv, ww.gez, ow, lv, mv, bwb, bvb

Slide 10 - Diapositive

Wat is het verschil tussen objectief en subjectief?
Let op: gebruik ook een voorbeeld om het uit te leggen.


Intro

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Noem zoveel mogelijk:


Tekstsoorten!

Slide 13 - Diapositive

Leg met een voorbeeldzin uit.
Wat het woord 'vermogen'  betekent

en ook wat het woord 'gelanceerd' betekent.

Slide 14 - Diapositive

Noem zoveel mogelijk tekstsoorten van 'instrueren'


(intro)

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo




Wat is het belangrijkste tekstdoel bij een krantenbericht?

Slide 17 - Diapositive

Schrijf op dicteewoorden.
meneer dicteert ze.

Slide 18 - Diapositive

welke zin is juist?
Ik ben minstens zo snel als/ dan jij/ jou.

Slide 19 - Diapositive

ww.spelling
Wat wordt er vertel...... over dit onderwerp in het journaal?

Slide 20 - Diapositive

Leg uit:
Wat een alineaverband is met een tegenstelling. Noem ook 2 signaalwoorden.

Slide 21 - Diapositive

Ontleed volledig:
Kun je de nieuwe vrouw van je vader misschien aan me voorstellen vanavond?
pv
ww.gez:
ow:
lv:
mv:
bwb:
bvb:

Slide 22 - Diapositive

Als iemand overlijdt, dan zegt iemand bv: 'Hij is heengegaan.' 
Noem zoveel mogelijk zinnen die beeldspraak zijn voor overlijden/ doodgaan.

Slide 23 - Diapositive