Trachea en zuurstof

Trachea en medicatie
ademhalingsstelsel W3BOC
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Trachea en medicatie
ademhalingsstelsel W3BOC

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Check in:

Hoe sta je vandaag in de lesdag?

Waar heb je zin in, wat wil je leren, wat wil je doen, waar ben je nieuwsgierig naar?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe sta je vandaag in de lesdag?


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?

Terugblik vorige week

Trachea 

Vilans

Medicatie 

Integratieve opdracht 


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wil je vandaag leren over medicartie of trachea?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Trachea

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je al eens een tracheostoma /tracheacanule gezien en/of verzorgd?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Termen tracheastoma en tracheotomie (Vilans):
 

Een tracheotomie is een niet-eindstandige stoma. Er wordt een sneetje in de trachea gemaakt. De verbinding die de trachea vormt tussen de onderste en bovenste luchtwegen (mond-, neus- en keelholte) blijft intact.

Een tracheostoma is een eindstandige stoma. De luchtpijp eindigt in de hals. Er is geen verbinding tussen de onderste en bovenste luchtwegen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tracheotomie

Operatie met als doel luchtweg (vaak tijdelijk) vrij te maken.
> zwelling van de luchtweg na bestraling, operatie, ongeluk of infectie
> tumorgroei in en om het strottenhoofd, de mond en/of in de keelholte
> onvoldoende functioneren van de stembanden
> langdurige beademing

Zorgvrager heeft wel stembanden, maar kan ze niet gebruiken.



Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tracheostoma (opening in de hals)

Operatie waarbij strottenhoofd (deels) wordt verwijderd.
 >Ademen en hoesten gaat volledig via stoma.
 >Ademweg en voedselweg volledig van elkaar gescheiden.

Gebruik tracheacanule:
-stoma wordt te nauw
-fistelvorming (luchtpijp en slokdarm)
-als stomapleister niet kan of mag

Zorgvrager heeft geen stembanden meer.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tracheostoma, eindstandig

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Een tracheostoma is altijd tijdelijk
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met een tracheostoma heeft een zorgvrager geen stembanden meer?
A
juist
B
niet juist

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een tracheostoma?
A
een stoma in de slokdarm
B
een stoma in de luchtpijp
C
een stoma in de luchtpijp en slokdarm

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is de oorzaak van taai slijm bij een tracheostoma?
A
lucht wordt niet verwarmd door de neus / mond
B
lucht wordt niet bevochtigd door neus / mond
C
allebei juist

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is een indicatie voor een tracheostoma?
A
tumor
B
hoge dwarsleasie
C
vreemd voorwerp in luchtpijp
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kan iemand met een tracheostoma of tracheotomie douchen?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tracheotomie is eindstandig en dus blijvend
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippenlijst ademhalingsstelsel 


wie weet ze nog??? 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

learnbeat

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ademhalingsstelsel 
medicatie 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

noem een indicatie voor het toedienden van medicatie via de luchtwegen:

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

noem een contra indactie bij inhalatietechnieken

Slide 26 - Question ouverte

Enkele contra-indicaties
Toepassing van de inhalatietechniek is niet mogelijk.
De zorgvrager is bekend met:
epilepsie;
ernstige hypertensie;
manifeste diabetes mellitus.
Complicaties bij inhalatie
Het te inhaleren medicijn moet een plaatselijke werking uitoefenen in de bronchiën, maar een deel komt via absorptie toch in de bloedbaan terecht. Dit kan bijwerkingen veroorzaken, zoals:
- hartritmestoornissen bij een overdosis (salbutamol mag daarom maximaal zes maal per dag worden gebruikt)
- heesheid
- schimmelinfecties in de mond- en/of keelholte (in het bijzonder bij gebruik van corticosteroïden)


Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

De combinatie bronchusverwijders (zoals Ventolin®) en ontstekingsremmers (zoals Flixotide®) wordt veel gebruikt. De volgorde van toediening van de verschillende soorten medicijnen is van belang. Je begint altijd met een luchtwegverwijder. Na twee tot vijf minuten is de werking van deze medicijnen effectief en kun je de andere medicijnen toedienen.
Medicatie luchtwegen
Medicatie voor de luchtwegen komen direct op de plek waar zij moeten werken, in de longen. Hierdoor komen er zelden bijwerkingen voor. Wel kan het zo zijn dat de voorgeschreven medicatie niet het gewenste effect heeft, in dat geval is het altijd verstandig de arts te raadplegen.

Slide 29 - Diapositive

Na het gebruik van medicatie via de luchtwegen is het belangrijk dat:

De cliënt de mond spoelt. Het eerste slokje uitspugen, tweede slokje doorslikken. (Dit is vooral belangrijk bij het vernevelen met corticosteroïden). Wanneer dit lastig is voor de cliënt kun je de cliënt ook wat laten eten.
Laat de cliënt de huid rond de mond en neus reinigen met water, help hier zo nodig bij.

Complicaties bij inhalatie
Het te inhaleren medicijn moet een plaatselijke werking uitoefenen in de bronchiën, maar een deel komt via absorptie toch in de bloedbaan terecht. Dit kan bijwerkingen veroorzaken, zoals:
hartritmestoornissen bij een overdosis (salbutamol mag daarom maximaal zes maal per dag worden gebruikt);
heesheid;
schimmelinfecties in de mond- en/of keelholte (in het bijzonder bij gebruik van corticosteroïden).

Inhalatiemedicijnen

Slide 30 - Diapositive

Inhaleren aanleren aan de zorgvrager:

Stap 1 Vertel de belangrijke punten van de inhalator, de lichaamshouding (ontspannen zitten, rechtop met de schouders naar achteren, het hoofd iets schuin naar boven).
Stap 2 Laat de zorgvrager een paar maal bewust in- en uitademen en bij een diepe inademing met de inhalator de medicijnen langzaam naar binnen zuigen en vasthouden.
Stap 3 Laat de zorgvrager dan rustig uitademen door de neus, met de mond dicht. Laat hem dit een paar keer herhalen.

Begeleiding van de zorgvrager bij de inhalatie
Je kunt de zorgvrager helpen door:

  • Een goede ademhalingstechniek aan te leren
  • Te vertellen waarop hij moet letten tijdens het medicijngebruik
  • Mee te denken over een passend toedieningssysteem
  • Een rustige omgeving te creëren
  • Ruim de tijd nemen voor instructie en regelmatig controleren of de zorgvrager de juiste ademtechniek nog toepast

Slide 31 - Diapositive

De zorgvrager moet goed voorgelicht worden over de techniek, zodat de medicijnen optimaal kunnen werken. Er zijn verschillende technieken om medicijnen te inhaleren en ook verschillende materialen die de zorgvrager daarbij kan gebruiken. Als verpleegkundige ben je daarvan op de hoogte. Je past de juiste techniek toe, met het juiste materiaal en volgens protocol.

Inhalatoren

Slide 32 - Diapositive



De Turbuhaler
is buisvormig en bevat tweehonderd afgepaste poederhoeveelheden. Door een draai aan de geribbelde draaiknop aan de onderzijde van het apparaat is een afgepaste dosering beschikbaar. Als er in het venster een rood streepje zichtbaar wordt, zitten er nog ongeveer twintig doses in de Turbuhaler. Dan moet je een nieuwe Turbuhaler bestellen.

De Diskhaler of poederinhalator is een plat doosje, voorzien van een mondstuk. In het doosje bevindt zich een schuiflade. Daarin passen schijfjes die vier of acht aparte vakjes met inhalatiepoeder bevatten. Om het poeder te inhaleren moet een poedervakje (dosis) worden geopend. Dat gebeurt door het dekseltje van de Diskhaler omhoog te trekken, waardoor de boven- en onderkant van het vakje worden doorgeprikt. Na het sluiten van het deksel is de Diskhaler klaar voor gebruik. Een telmechanisme geeft aan hoeveel poedervakjes nog vol zijn. Door de speciale verpakking is het poeder niet gevoelig voor vocht.

Dosisaerosol

Een dosisaerosol (pufje) is een soort spuitbusje in een houder. Bij een dosisaerosol komt er op het moment dat er op de knop gedrukt wordt een wolkje/pufje (dosis) van het medicijn vrij. Een zorgvrager moet de inhalator aan de mond zetten, op de knop drukken en vervolgens het medicijn diep inademen. Bij kinderen wordt vaak een voorzetkamer gebruikt, waardoor het medicijn beter ingeademd kan worden.
Voorzetkamer en vernevelaar

Slide 33 - Diapositive

Een voorzetkamer kun je aan een dosisaerosol vastkoppelen. Voor veel cliënten kan het inhaleren met een dosisaerosol een moeilijke handeling zijn, om I.v.m. kortademigheid een diepe ademteug te nemen. Daarom is een voorzetkamer te adviseren.

Vernevelaar
Een vernevelaar is een apparaat dat een medicijn omzet in damp. Op deze manier kunnen medicijnen door de zorgvrager gemakkelijker en rustiger ingeademd worden, vooral door zorgvragers die ernstig benauwd zijn.

De stappen van het schoonmaken direct na de verneveling:
Spoel de medicijnbeker af met lauwwarm water, geen heet water, want dan kan er eiwit aankoeken.
Na het afspoelen de medicijnbeker afwassen in een handwarm sopje met afwasmiddel.
Afspoelen zodat het schuim weg is
De medicijnbeker drogen met een schone, niet pluizende doek.
Bewaar het vernevelapparaat op een afgesloten, droge, stof arme plaats, bijvoorbeeld een kast.

 

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De keuze voor een bepaalde inhalatiemethode is afhankelijk van:



A
De leeftijd en het geslacht van de zorgvrager
B
De auditieve en gehoorcapaciteiten
C
Voormalig beroep, vooropleiding van de zorgvrager
D
De medische indicatie, de ademhalingscapaciteit, de vaardigheden van de zorgvrager

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom trek je handschoenen aan bij het klaarmaken van vernevelmedicatie?
A
Omdat de vernevelmedicatie op jouw huid blijft ruiken
B
Omdat de medicatie door jouw eigen huid in jouw lichaam terechtkomt
C
omdat de zorgvrager weleens sputum op kan hoesten
D
omdat dit een steriele handeling is

Slide 36 - Quiz

Vernevelen
Om te kunnen vernevelen wordt het voorgeschreven medicijn, soms samen met een oplosmiddel (NaCl 0,9% fysiologisch zout), in de medicijnbeker van de vernevelaar gedaan. Het is belangrijk dat dit medicijn op kamertemperatuur is. Door de verneveling daalt de temperatuur van het medicijn al zo’n 10 graden. Als de temperatuur te laag wordt bestaat er kans op bronchospasme. Dit is een verkramping van de spieren rond de luchtpijp.

Hoe lang er verneveld wordt spreekt de arts af in zijn voorschrift. Dit is meestal 10 of 15 minuten. Daarna wordt het vernevelapparaat uitgezet en moeten de materialen gereinigd worden.


Myrthe is acht jaar en heeft astma. De arts heeft haar een luchtwegverwijder en een luchtwegbeschermer voorgeschreven. Deze medicijnen moeten geïnhaleerd (ingeademd) worden. Je leert Myrthe en haar vader hoe de medicijnen van Myrthe toegediend moeten worden.
Myrthe moet eerst:
A
haar mond spoelen
B
de luchtwegverwijder inhaleren
C
de luchtwegbeschermer inhaleren
D
de voorzetkamer omspoelen met warm water

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn luchtwegverwijders en ontstekingsremmers?

Slide 38 - Question ouverte

Medicatie bij zieke longen

Luchtwegverwijders
De luchtwegverwijder zorgt ervoor dat de spiertjes om de luchtwegen verslappen, daardoor worden de luchtwegen weer wijder. Een luchtwegverwijder is dus een tijdelijke oplossing, ze doen niets aan een ontsteking in de longen.
Kortwerkende luchtwegverwijders werken binnen 5 minuten en hebben maximaal 6 uur effect.
Cliënten kunnen een kortwerkende luchtwegverwijder ook preventief gebruiken, wanneer te verwachten valt dat de cliënt klachten zal gaan krijgen. Zoals bijvoorbeeld bij inspanning.
Langwerkende luchtwegverwijders hebben gemiddeld 12 uur effect.

Ontstekingsremmers

Een ontstekingsremmer heeft meestal de vorm van een puffer, maar kan ook in tabletvorm gegeven worden. Deze medicijnen bestrijden de ontstekingen in de longen, hierdoor reageren de longen minder heftig op prikkels.
Het duurt een aantal weken voor de ontstekingsremmers goed hun werk doen. Het zijn onderhoudsmedicijnen en moeten daarom voor een langere tijd dagelijks gebruikt worden. Therapietrouw is dus heel belangrijk voor een goede werking van ontstekingsremmers.

Combinatie

Er bestaan ook medicijnen voor de luchtwegen die een combinatie bevatten. Dan zit in een medicament zowel de ontstekingsremmer als de luchtwegverwijdende medicatie.
De keuze voor een bepaalde methode is afhankelijk van:

  • de medische indicatie;
  • de ademhalingscapaciteit;
  • de vaardigheden van de zorgvrager.

voor volgende week... 
werken aan de integratieve opdracht
8 november, 9:00 Vredehof, rondleiding uitvaartcentrum 

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hoe kijk je terug op de afgelopen lessen van het ademhalingsstelsel?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions