fase 1 - periode 2 - les 5 - tekstindeling en samenhang

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

fase 1 - periode 2 - les 5-MSR

Tekstindeling

Samenhang

Doelen

1. Je herkent de opbouw (structuur) van een tekst en je vindt snel je weg in een tekst;
2. Je weet hoe signaalwoorden de samenhang van een tekst positief beïnvloeden.

Tekstindeling

• Logisch verband tussen tekstdelen 
• Elk gedeelte heeft zijn eigen functie(bijv. de inleiding trekt de aandacht van de lezer en de kern geeft een uitleg of een oplossing voor een probleem)
• Titel bevat onderwerp en/of trekt aandacht
• Start tekst met behulp van:  anekdote/voorbeeld/probleem/ vraag

Vaste structuur

• Na de inleiding volgt de kern met een vaste structuur......
  *Inleiding met bijvoorbeeld het onderwerp dat geïntroduceerd wordt
  * Kern met bijvoorbeeld uitleg over dat onderwerp
  * Slot met bijvoorbeeld een samenvatting en er wordt nog even teruggekomen op het onderwerp 

Slot

Hier vind je een.....

• laatste beschrijving van een deel van het onderwerp
• verwijzing naar het voorbeeld of anekdote uit het begin van de tekst 
• samenvatting of conclusie

Samenhang

Signaalwoorden geven een signaal aan in een zin: LET OP, ER KOMT EEN......voorbeeld/ argument/ tegenstelling...enz.

• ten eerste, ten tweede, tot slot, enz. (volgorde)
  
• maar, echter, hoewel, ondanks, enz. (tegenstelling)
  
• bijvoorbeeld, stel je voor, denk aan, enz. (voorbeelden)
  
• kortom, want, omdat, enz. (reden)
  
• samenvattend, concluderend (conclusie)

maar

dus

hoewel

door

Ik durf het eigenlijk niet, ....... ik doe het toch.

....... het niet mag, pak ik een extra kroket.

Veel oudere mensen zijn ..... de vrieskou ziek geworden.

Ik houd niet van vechten,..... ik doe niet mee.

volgorde

tegenstelling

voorbeelden

reden

conclusie

ondanks

stel je voor

tot slot

hoewel

maar

samenvattend

kortom

ten eerste

Husseltekst

• Samen oefenen met de eerste oefening van opdracht 1 Studiemeter
• Zorg ervoor dat je zinnen goed op elkaar laat aansluiten;
• Let op eventueel aanwezige signaalwoorden;
  
• Klopt het verhaal? Is het (chrono)logisch?

maken opdrachten

• Lezen - opbouwopdrachten - tekstindeling- opdracht 1 
• Lezen - opbouwopdrachten - samenhang - husseltekst- opdracht 1 afmaken